$8; $8; - PDF Free Download (2024)

EMCO WinNC SINUMERIK 810D/840D Frezen Softwarebeschrijving/ softwareversie vanaf 21.00 6,(0(16

6,180(5,.'' $

)

)

% *

)

.

)

3

4

8

9

) ) )

=

) )

?

/

6,(0(16

0 6.,3 '5< 581 237 [ 6723 6%/

! ; = &

(',7

;

& +

5

:

Q

' ,

1 6

!

(QG

$8;

Ref. nr. HL 1814 Versie G2007-06

Phone ++43-(0)62 45-891-0 Fax ++43-(0)62 45-869 65 Internet: www.emco.at E-Mail: [emailprotected]

2

>

7

@

<

L

Softwarebeschrijving EMCO WinNC SINUMERIK 810D/840D Frezen

A-5400 Hallein-Taxach/Austria

-

56

P.O. Box 131

(



EMCO Maier Ges.m.b.H.

;

"

$8;

86%

& =

6,180(5,.''

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Tip: In deze softwarebeschrijving worden alle functies beschreven die met WinNC kunnen worden uitgevoerd. Afhankelijk van de machine die u met WinNC aanstuurt, staan niet alle functies ter beschikking.

Alle rechten voorbehouden, kopiëren alleen geoorloofd met uitdrukkelijke toestemming van de Fa. EMCO MAIER © EMCO MAIER Gesellschaft m.b.H., Hallein 2

VOORWOORD

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Voorwoord De software EMCO WinNC SINUMERIK 810 D / 840 D Frezen is een onderdeel van het opleidings- en scholingsconcept van EMCO op basis van een PC. Het doel van dit concept is het leren van de bediening en de programmering van een bepaalde machinebesturing met behulp van een PC. Met EMCO WinNC voor de EMCO MILL kunnen de freesmachines van de EMCO PC MILL en Concept MILL series met een PC direct worden aangestuurd. Door gebruik van een digitizer of een besturingstoetsenbord (toebehoor) wordt de besturing merkbaar vereenvoudigd. Omdat de besturing zo ook meer lijkt op de echte besturing van een machine in de fabriek, is dit tevens didactisch zinvoller. Naast deze softwarebeschrijving en de bij de machine geleverde machinebeschrijving wordt er onder de naam "WinTutorial" een CD-ROM met scholingssoftware voorbereid (CNC-voorbeelden, bediening van de besturing, beschrijving van instructies). Deze gebruiksaanwijzing bevat niet alle functies van de besturingssoftware SINUMERIK 810 D / 840 D. De opzet van dit handboek is, de belangrijkste functies eenvoudig en duidelijk te beschrijven, zodat er een goed leerresultaat kan worden behaald. Indien u vragen of voorstellen ter verbetering van deze gebruiksaanwijzing heeft, neem dan a.u.b direct contact op met: EMCO MAIER Gesellschaft m. b. H. Abteiling Technische Dokumentation A-5400 Hallein, Austria

3

INHOUDSOPGAVE

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Inhoudsopgave A: Beginselen ........................................... A 1

D: Programmering.................................... D 1

Referentiepunten van de EMCO-freesmachines ................... A 1 Nulpuntverschuiving ............................................................... A 2 Coördinatenstelsel .................................................................. A 2 Coördinatenstelsel bij absolute programmering .............. A 2 Coördinatenstelsel bij incrementele programmering ....... A 2 Gereedschapsgegevens ........................................................ A 3

Overzichten ............................................................................ D 2 G- instructies .......................................................................... D 2 M- instructies ......................................................................... D 4 Cycli ....................................................................................... D 5 Instructie afkortingen ............................................................. D 6 Rekenoperatoren ................................................................... D 8 Zakrekenmachine .................................................................. D 9 Systeemvariabelen .............................................................. D 10 Werkbewegingen .................................................................. D 11 G0, G1 Rechte lijn interpolatie (cartesisch) .................. D 11 G0, G1 Rechte lijn interpolatie (polair) .......................... D 11 Afkanting (fase), ronding invoegen ................................ D 11 G2, G3, CIP Cirkelinterpolatie ...................................... D 12 G4 Verblijftijd (pauze) .................................................... D 16 G9, G60, G601, G602, G603 Exacte stop .................... D 17 G64, G641 Baanaansturingsmodus ............................. D 18 G17, G18, G19 Keuze van het vlak .............................. D 18 G25, G26 Werkruimtebegrenzing ................................. D 19 G25, G26 Spindeltoerentalbeperking ........................... D 19 G331 Schroefdraad tappen: ......................................... D 20 G332 Terugtrekbeweging: ............................................. D 20 G33 Schroefdraad snijden ............................................ D 20 G331/G332 Schroefdraad tappen zonder egalisatievulplaat .......................................................................... D 20 G63 Schroefdraad tappen zonder synchronisatie ........ D 21 Gereedschapsradiuscorrectie G40-G42, G450 ............ D 22 G40 Deactiveren snederadius-compensatie ................ D 23 G41 Snederadiuscompensatie links ............................. D 23 G42 Snederadiuscompensatie rechts .......................... D 23 Nulpuntverschuiving G53-G57, G500-G599, SUPA ..... D 24 Maatopgave in inch G70, metrieke maatopgave G71 ........................................... D 24 Coördinaten, nulpunten ................................................ D 25 Werkvlak G17-G19 ........................................................ D 25 G91 Invoer kettingmaat ................................................. D 25 G90 Invoer absolute maat ............................................. D 25 Voedingsprogrammering G94, G95 .............................. D 26 Polaire coördinaten G110-G112 ................................... D 27 Zacht aanlopen- en wegbewegen G140 - G341, DISR, DISCL, FAD ................................................................... D 28 Botsingsbewaking NORM, KONT ....................................... D 30 Contouren aanlopen en verlaten NORM/KONT ........... D 30

B: Toetsenbeschrijving ............................. B1 Besturingstoetsenbord, digitizeroverlay .................................. B1 Adres- en cijfertoetsenbord ..................................................... B2 Double-Shift-functie ........................................................... B2 Toetsfuncties ............................................................................ B3 Indeling beeldscherm .............................................................. B4 Aansturingstoetsen machine ................................................... B5 PC-toetsenbord ....................................................................... B7

C: Bediening ............................................. C 1 Bedienprincipe ....................................................................... C 1 Basismenu oproepen ...................................................... C 1 Navigatie in het menuvenster ......................................... C 1 Navigatie in de directory-boom ....................................... C 2 Gegevens / waardes editeren ......................................... C 2 Gegevens bevestigen / afbreken .................................... C 3 Bediening met de muis ................................................... C 3 Overzicht bediengebieden .................................................... C 4 Bediengebied machine .......................................................... C 5 Referentiepunt aanlopen ................................................ C 6 Slede manueel bewegen ................................................ C 6 Slede in stappen bewegen .............................................. C 7 Modus MDA ..................................................................... C 8 Modus automatisch ......................................................... C 8 Bediengebied parameters ..................................................... C 9 Gereedschapsgegevens ................................................. C 9 R-parameters (rekenparameters) ................................... C 9 Teller aantal delen (R90, R91) ...................................... C 10 Settinggegevens ............................................................ C 11 Nulpuntverschuiving ...................................................... C 13 Toale effectieve nulpuntverschuiving ............................ C 15 Bediengebied programma ................................................... C 16 Programmabeheer ........................................................ C 17 Werkstukdirectory opmaken ......................................... C 19 Programma opmaken/ editeren .................................... C 19 Programma simuleren ................................................... C 21 Bediengebied diensten ........................................................ C 23 Interface instellen .......................................................... C 23 Drive (loopwerk) instellen .............................................. C 23 Gegevens invoeren ....................................................... C 24 Gegevens uitvoeren ...................................................... C 25 Gegevens uit het tussengeheugen invoegen ............... C 26 Bediengebied diagnose ....................................................... C 27 Weergave van de software-versies .............................. C 27 Bediengebied ingebruikneming ........................................... C 28

4

INHOUDSOPGAVE

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

E: Gereedschapscorrectie / Gereedschap opmeten .................................................... E 1

Oproep van cycli .................................................................. D 31 Boorcycli .............................................................................. D 32 CYCLE81 Boren, centreren .......................................... D 33 CYCLE82 Boren, vlakken ............................................. D 33 CYCLE83 Diepgatboren ............................................... D 35 CYCLE84 Schroefdraad tappen zonder egalisatie-vulplaatD 38 CYCLE840 Schroefdraad tappen met egalisatie-vulplaat . D 41 CYCLE85 Uitboren 1, CYCLE89 Uitboren 5 ................ D 43 CYCLE86 Uitboren 2 ..................................................... D 44 CYCLE87 Uitboren 3 ..................................................... D 45 CYCLE88 Uitboren 4 ..................................................... D 45 Gatenreeks HOLES1, gatencirkel HOLES2 ................. D 46 Puntenraster CYCLE801(*) ........................................... D 49 Freescycli ............................................................................. D 51 CYCLE71 Vlak frezen ................................................... D 52 CYCLE72 Baanfrezen ................................................... D 54 CYCLE 90 Schroefdraad frezen ................................... D 56 Algemeen: langgat-, sleuffrezen ................................... D 58 Lange gaten op een cirkel LONGHOLE ....................... D 59 Sleuven op een cirkel SLOT1, Cirkelsleuf SLOT2 ......................................................... D 61 Rechthoekige uitholling POCKET1, Cirkelvormige uitholling POCKET2 ............................... D 64 Rechthoekige uitholling POCKET3, Cirkelvormige uitholling POCKET4 ............................... D 67 Rechthoektap frezen CYCLE76(*), Cirkeltap frezen CYCLE77(*) ........................................ D 71 Frames ................................................................................. D 75 Nulpuntverschuiving TRANS, ATRANS .............................. D 76 Coördinatenstelsel roteren ROT, AROT .............................. D 77 Schaal SCALE, ASCALE ..................................................... D 78 Coördinatenstelsel spiegelen MIRROR, AMIRROR ........... D 79 Sub-programma´s ............................................................... D 81 Oproep sub-programma in het delenprogram-ma ........ D 81 Invoegen van sub-programma´s ................................... D 81 Sub-programma met SAVE- mechanisme .................... D 82 Sub-programma´s met overname van parameters ...... D 82 Begin programma, PROC ............................................. D 82 Einde programma M17, RET ........................................ D 82 Sub-programma met herhalings pro-gramma, P .......... D 82 Modaal Sub-programma MCALL .................................. D 83 Programmasprongen ........................................................... D 85 Onvoorwaardelijke programma-sprongen .......................... D 85 Voorwaardelijke programmasprongen ................................ D 85 Meldingen programmeren MSG .......................................... D 86 Spindel AAN M3 / M4, toerental S, spindel HALT M5, spindel in positie brengen SPOS ......................................................... D 87 A-as (deelapparaat) ............................................................. D 89 TRACYL ............................................................................... D 90 Optimaal instellen voeding CFTCP, CFC, CFIN ................. D 92 Instructiesbeschrijving M-Functies ...................................... D 93 Vrij programmeren van contouren ....................................... D 95 Programmeren van contouren: ........................................... D 96 Verschillen contourprocessor .............................................. D 98

Gereedschapscorrectie .......................................................... E 1 Gereedschap oproepen ................................................... E 1 Gereedschapwissel .......................................................... E 1 Voorbeeld ......................................................................... E 1 Richting van de lengtecorrectie ....................................... E 4 Vereiste correctiewaardes voor boor, frees ..................... E 4 Vereiste correctiewaars voor haakse kop-gereedschappen E5 Gereedschappen opmeten ..................................................... E 6

F: Programmaverwerking ........................ F 1 Voorwaarden .......................................................................... F 1 Programma oproepen ............................................................ F 2 Programmastart, programma- ................................................ F 3 stop ......................................................................................... F 3 Meldingen gedurende de uitvoering v. h. programma ..... F 3 Programma beinvloeding ....................................................... F 4 Recordzoekcyclus .................................................................. F 5

G: Flexibele NC- Programmering............. G1 Variabelen en rekenparameters ............................................. G1 Typen variabelen .............................................................. G1 Systeemvariabelen ........................................................... G1 Variabelendefinitie .................................................................. G2 Door de gebruike gedefinieerde variabele ...................... G2 Velddefinitie ............................................................................ G3 Veldindex .......................................................................... G3 Initialisatie van velden ...................................................... G3 Initialisatie van waardelijsten, SET .................................. G4 Initialisatie met dezelfde waardes, REP .......................... G4 Indirecte programmering ........................................................ G6 Toewijzingen ........................................................................... G6 Toewijzing aan string- variabele ....................................... G6 Rekenoperaties/-functies ........................................................ G7 Vergelijkings- en logische Operatoren ................................... G8 Vergelijkingsoperatoren ................................................... G8 Logische operatoren ........................................................ G8 Bitgewijze logische operatoren ........................................ G8 Prioriteit van de operatoren ............................................. G9 Convertering van types .......................................................... G9 Lengte van de Strings, STRLEN .................................... G10 CASE-Opdracht .................................................................... G11 Controlestructuren ................................................................ G12 IF-ELSE-ENDIF .............................................................. G12 Eindloze programmalus, LOOP ..................................... G12 Tellus, FOR ..................................................................... G12 Programmalus met voorwaarde aan het begin van de lus, WHILE ............................................................................ G13 Programmalus met voorwaarde aan het einde van de lus, REPEAT ......................................................................... G13 Hierarchische diepte ...................................................... G13 Verwerkingstijd ............................................................... G13 Randvoorwaarden .......................................................... G14 Actuele weergave record onderdrukken, DISPLOF, DISPLON ........................................................................ G15 Eén-record onderdrukken .............................................. G15 SBLOF, SBLON .............................................................. G15 Eén-record onderdrukken programma specifiek ........... G15 Eén record onderdrukken in het programma ................. G15 Frames .................................................................................. G16 Voorgedefinieerde framevariabelen ..................................... G17 Verband framevariabele/frame ...................................... G17 Asfuncties AXNAME, ISAXIS, AX ......................................... G19

5

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

INHOUDSOPGAVE

H: Alarms and Messages .................. H1

Inbedrijfstelling informatie zie aanhangsel

I: Control Alarms ................................. I1 Control Alarms 10000 - 59999 ................................................. I1 Cycle Alarms 60000 - 63000 .................................................. I56

6

BEGINSELEN

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

A: Beginselen Referentiepunten van de EMCOfreesmachines M = Machinenulpunt M is een door de fabrikant van machine bepaald, onveranderlijk vast punt. Vanuit dit punt wordt de complete machine opgemeten. "M" is tevens de oorspong van het coördinatenstelsel. R = Referentiepunt Een door de eindschakelaar exact bepaalde positie in de werkruimte van de machine. Nadat de sledes naar het punt "R" zijn bewogen (aanlopen), worden deze posities aan de besturing doorgegeven. Noodzakelijk na iedere stroomonderbreking.

1 0

:

N = Referentiepunt v.d. gereedschapopname

5

Uitgangspunt voor het opmeten van gereedschappen. "N" ist een vast punt op de drager van het gereedschap dat door de fabrikant van de machine is vastgelegd. W = Werkstuknulpunt Uitgangspunt voor alle in te voeren maten in het delenprogramma. Kan door de programmeerder in een bepaald delenprogramma vrij worden gekozen en verschoven.

Referentiepunten in de werkruimte

A1

BEGINSELEN

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Nulpuntverschuiving Het nulpunt van de machine "M" ligt bij de EMCO freesmachines op de linker voorkant van de machinetafel. Deze positie is als uitgangspunt voor het programmeren niet geschikt. D.m.v. de zogenaamde nulpuntverschuiving kan het coördinatenstelsel naar een geschikt punt in de werkruimte van de machine worden verschoven.

In het bediengebied "Parameters - nulpuntverschuiving" staan vier instelbare nulpuntverschuivingen ter beschikking.

:

Zodra u een waarde voor de nulpuntverschuiving definieert, wordt bij oproep van het programma (met G54-G57) rekening gehouden met deze waarde en wordt het coördinatennulpunt overeenkomstig de ingestelde waarde van "M" naar het werkstuknulpunt "W" verschoven. U kunt het werkstuknulpunt in een bepaald delenprogramma zo vaak verschuiven als u wilt. Meer informatie kunt u lezen in de beschrijving van de desbetreffende instructies.

Nulpuntverschuiving van het machinenulpunt M naar het werkstuknulpunt W

Coördinatenstelsel De X-coordinaat ligt evenwijdig met de voorkant van de machinetafel, de Y-coördinaat ligt evenwijdig met de zijkant van de machinetafel, de Z-coördinaat staat loodrecht op de machinetafel. Z-coördinaten in de min-richting beschrijven bewegingen van het gereedschapsstelsel naar het werkstuk toe, bewegingen in de plus-richting lopen van het werkstuk weg.

= =

Incrementeel <

; ;

Coördinatenstelsel bij absolute programmering De oorsprong van het coördinatenstelsel is het machinenulpunt "M" cq. - na een geprogrammeerde nulpuntverschuiving - het werkstuknulpunt "W". Alle doelpunten worden, uitgaande van het coördinatenstelsel, door invoer van de desbetreffende X-, Y- en Z-afstanden beschreven.

< =

<

;

=

Absoluut

Coördinatenstelsel bij incrementele programmering De oorsprong van het coördinatenstelsel is het gereedschapopnamepunt "N", cq. - na oproep van een gereedschap - de punt van de frees. Bij incrementele programmering worden de daadwerkelijke bewegingen va het gereedschap (van punt tot punt) beschreven.

;

<

Absolute coördinaten hebben betrekking op een vaste positie, incrementele coördinaten op de positie van het gereedschap.

A2

BEGINSELEN

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Gereedschapsgegevens Nadat de gereedschapsgegevens zijn vastgelegd, kan de software de punt van het gereedschap cq. het middelpunt van het gereedschap als referentiepunt gebruiken i.p.v. het referentiepunt van de gereedschap-opname "N". Elk gereedschap dat voor de bewerking wordt gebruikt moet worden opgemeten. Hierbij moet de afstand van de snijpunt tot het gereedschapopnamepunt "N" worden uitgerekend. In het geheugen met gereedschapsgegevens kunnen de opgemeten lengtecorrecties en de freesradius worden opgeslagen.

1

De invoer van de freesradius is alleen vereist, indien voor dit gereedschap een freesradius-compensatie wordt gekozen!

/

Voor G17 (XY-vlak actief) geldt: Het vastleggen van de gereedschapsgegevens geschiedt als volgt: L1: in de Z-richting absoluut vanuit punt "N" R: freesradius

Lengtecorrectie

Voor alle andere actieve vlakken wordt altijd de loodrechte as op het actieve vlak als L1 berekend. In deze beschrijving wordt het meest gebruikelijke geval G17 beschreven.

A3

BEGINSELEN

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

A4

TOETSENBESCHRIJVING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

B: Toetsenbeschrijving

Besturingstoetsenbord, digitizeroverlay

6,(0(16

6,180(5,.'' $ )

)

.

)

3

)

)

8 =

) )

6,(0(16

6,180(5,.''

!

6.,3 '5< 581

237 [ 6723

;

6%/

<

=

/

4

;

(',7

$8;

9

B1

$8;

5

'

,

1

:

Q

6

!

(QG

(

-

2

>

7

@

<

;

"

L



56

?

& +

86%

<

=

*

)

)

%

TOETSENBESCHRIJVING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Adres- en cijfertoetsenbord $

%

&

)

*

+

.

/

4

3

5

'

,

1

6

(

Met de shift-toets links beneden kan worden overgeschakeld op de tweede toetsfunctie (in de linker bovenhoek van de toets weergegeven)

-

Voorbeeld:

2

>



7

Terugbladeren 

@

Komma

Double-Shift-functie

8 =

?

9

:

Q

;

"



!

(QG

<

1 x op Shift drukken: Voor de volgende keer geldt de tweede functie van de toets, alle daaropvolgende keren weer de eerste functie.

L

2 x op Shift drukken: Voor alle volgende keren geldt de tweede functie van de toets (vastzetten). 3 x op Shift drukken: Voor de volgende keer geldt de eerste functie van de toets, alle daaropvolgende keren weer de tweede functie. 4 x op Shift drukken: Deactiveren van 2x resp. 3x Shift-functie.

Adres- en cijfertoetsenbord

B2

TOETSENBESCHRIJVING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Directe sprong naar het bediengebied machine

Toetsfuncties

Terugspringen naar het bovengeschikte menu

!

Uitbreiding van de horizontale softkeylijst in hetzelfde menu Basismenu (selectie bediengebieden) zichtbaar maken Nogmaals drukken; terugspringen naar het vorige bediengebied

;

Alarm bevestigen

<

Informaties aangaande de actuele bedrijfstoestand oproepen

L

- functioneert slechts, indien de dialoogregel "i" actief is. "

Venster kiezen (indien zich verschillende vensters op het scherm bevinden). gekozen scherm.

De toetsen gelden alleen voor het

Cursor naar beneden/naar boven

Cursor links/rechts



Terugbladeren/vooruit bladeren Spatietoets Wissen (Backspace)

!

Keuzetoets / toggletoets • •

Keuzetoets voor bepaalde waardes in de invoerrubrieken en keuzelijsten, die door dit toetssymbool zijn gemarkeerd Activeren / deactiveren van een bepaald keuzehokje = actief = niet actief

Editeertoets / ongedaan maken (Undo) • •

(QG

Omschakelen op tabellen en invoerrubrieken in de editeermodus Undo-functie voor tabelelementen en invoerrubrieken (bij het verlaten van een rubriek met deze toets wordt de waarde niet opgeslagen, maar wordt de vorige waarde hersteld)

Sprong naar het einde van de regel (einde van de lijst) Invoertoets • • •

Overname van een geëditeerde waarde Directory openen/ sluiten Bestand openen

Shift-toets

B3

TOETSENBESCHRIJVING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Indeling beeldscherm [

:LQ1&6,180(5,.'0,//F (0&2

0DFKLQH

.DQDDO

.DQDDO5(6(7 3URJUDPPDDIJHEURNHQ

*&6

-RJ

?352*?03)',5 7(,/03)

529

3RVLWLH

0DVWHUVSLO

5HVWZHJ

6

;

PP

$FW

8PLQ

<

PP

,QJ

8PLQ

=

PP

3RV

6

JUG

)

0'$

)

-2*

)

5(326

)

JUG

9HUPRJHQ>@

$872

9RHGLQJ

5()

PPPLQ

$FW

,QJ

)

)

*HUHHGVFKD

0DFKLQH

7 JHVHOHFWHHUGJHUHHGVFKDS 7 *

)

'

)

'

*

3DUDPWHUV

)

3URJU

)

'LHQVWHQ

)

'LDJQRVH

1 2 3

Weergave van het actieve bediengebied Weergave van het actieve kanaal Modus. Indien er een sub-modus actief is, wordt deze hier eveneens weergegeven (bijv. REF, INC) 4 Programmapad en naam van het gekozen programma 5 Kanaaltoestand 6 Bedrijfsmeldingen kanaal 7 Programmatoestand 8 Weergave kanaalstatus (SKIP, DRY, SBL, ...) 9 Alarm- en meldingsregel 10 Werkvenster, NC-weergaven De werkvensters die voor het gekozen bediengebied beschikbaar zijn (programmaeditor) en NC-weergaven (voeding, gereedschap) worden hier getoond. 11 Het gekozen venster wordt door een rand gemarkeerd, de kopregel van dit venster verschijnt invers. De invoer op het bedienpaneel wordt hier geëffectueerd.

,*1

)

)

)

%ORNYRRU %ORN

)

)

12 Verticale softkeys Deze 8 vakjes geven de functies van de rechts ernaast liggende toetsen weer. (op de PC: Shift F1..F8) 13 Indien dit symbool wordt weergegeven, is de

toets

actief (terugspringen naar een boven-

geschikt menu mogelijk). 14 Dialoogregel met bedienaanwijzingen 15 Indien dit symbool wordt weergegeven, is de toets

<

L

actief (informatie beschikbaar)

16 Horizontale softkeys Deze 8 vakjes geven de functies van de eronder liggende toetsen weer (op de PC: F1..F8) 17 Indien dit symbool wordt weergegeven, is de toets

!

actief (verdere softkeyfuncties in

deze regel beschikbaar).

B4

TOETSENBESCHRIJVING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Aansturingstoetsen machine De toetsen ter aansturing van de machine bevinden zich op het onderste deel van het besturingstoetsenbord cq. van de digitizeroverlay. Afhankelijk van de gebruikte machine en het gebruikte toebehoor zijn niet alle functies actief. 6.,3 '5< 581

237 [ 6723 6%/

=

;

<

<

;

=

(',7

$8;

$8;

Maschinetoetsen van de EMCO Concept- Mill serie

Toetsenbeschrijving 6.,3

SKIP (niet zichtbare records worden niet uitgevoerd)

'5< 581

DRY RUN (testgang van programma´s)

[

Eén-stuk-modus

237 6723

OPT STOP (programma stoppen bij M01) RESET

6%/

Bewerking per record Programma stop / programma start

=

; <

< ;

=

manuele beweging assen

Ijlgang Bewegen naar referentiepunt op alle assen (aanlopen) Voeding stop / voeding start

Spindelcorrectie kleiner/100%/groter

B5

TOETSENBESCHRIJVING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Spindel stop /spindel start; spindelstart in de modi KONV en STEP1...STEP1000: Rechtsom: kort op toets

drukken, linksom: min. 1 sec. op toets

drukken.

Toestemtoets Deur open / dicht Deelapparaat zwenken Spanmiddel open / dicht Gereedschaphouder zwenken Koelmiddelschakelaar (koelmiddel uit / aan) $8;

$8;

AUX OFF / AUX ON (hulpaandrijvingen uit /aan)

Voeding / ijlgang correctieschakelaar

(',7

Modus keuzeschakelaar (gedetailleerde beschrijving: zie machinebeschrijving)

NOOD STOP (ontgrendelen door de knop te draaien)

Sleutelschakelaar speciale modus (zie machinebeschrijving)

Extra NC-start- toets

Zonder functie

B6

)

$ ' 0

)

* 2 -

)

)

)

)

& 1 ,

& 1 ,

& 1 ,

& 1 ,

! " ‰ C 

3 ,. 6

= ) / ( / 5$ =

; <

( ' 1 (

NF XU ' (7 (/ ('

0 >

a

h

3

@

2

,

8

=

7

5

(

:

4

b

g

/

.

+

*

)

'

6

$ B

-

<

7 ( 6 ( 5

HV XD 3

UJW 6

U U* * OW WO $$

1

%

9

&

;

!

UJW 6

B7

& 1 ,

WO $

UJW 6

OW $

De betekenis van de toetscombinatie Cntrl 2 hangt af van de machine: MILL 55: Uitblazen AAN/UIT MILL 125: Koelmiddel AAN/UIT De toewijzing van de toebehoorfuncties wordt in het hoofdstuk "Toebehoorfuncties" beschreven.

&32 176 De machinenfuncties in het cijferblok kunnen alleen worden gebruikt, indien NUM-Lock niet actief is.

75 7$6

Met de toets F10 worden de bediengebieden (machine, parameters, ...) in de horizontale softkeylijst getoond. Met Shift F10 worden de bediengebieden (AUTOMATIC, JOG, ...) in de verticale softkeylijst getoond. Met de toets ESC worden verschillende alarmen bevestigd.

Toesten met een vette rand zijn speciale functies voor besturing en machine. Om gerasterde toetsen te activeren, moet gelijktijdig op de Cntrl- cq. Alt-toets worden gedrukt.

QH OR 5

!

1&

;

P X 1

<

) )

#

)

<5 1 '8 5

73 32 / % 2 76 6

2 7 8 $ & 1 ,

6 2 3( 5

)

) ( 5

XP 1

VWH )

QH O R 5

ƒ A

!

PC-toetsenbord

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN TOETSENBESCHRIJVING

TOETSENBESCHRIJVING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

B8

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

C: Bediening Bedienprincipe De bediening van de SINUMERIK 810D/840D is verdeeld in zes menu´s, zogenaamde bediengebieden: • Machine • Parameters • Programma • Diensten • Diagnose • Ingebruikneming Deze zes bediengebieden worden in het basismenu op de horizontale softkeylijst weergegeven.

Basismenu oproepen Nadat u op de toets

heeft gedrukt, worden in het

basismenu op de horizontale softkeylijst de bediengebieden zichtbaar. U kunt met deze toets vanuit ieder menu het basismenu bereiken. Door nogmaals op deze toets te drukken, keert u weer terug naar het vorige menu.

Navigatie in het menuvenster

"



•

Menuvenster wisselen Met deze toets kunt u een ander venster activeren (het actieve venster wordt gekenmerkt door een gekleurde rand). Alleen in het actieve venster kunnen gegevens worden ingevoerd.

•

Scrollen in het menuvenster Springt een pagina vooruit cq. terug.

•

Cursor in het menuvenster zetten

C1

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Navigatie in de directory-boom

•

Directory / bestand kiezen

•

Directory openen / sluiten Gekozen directory openen resp. weer sluiten.

•

Bestand openen Gewenst bestand openen, als dit in de Editor bewerkt moet worden.

Gegevens / waardes editeren !

•

M.b.v. de toets !

kunt u radiobuttons of

switchboxen activeren / deactiveren. = actief = niet actief •

Invoerrubrieken Wisselen naar de invoermodus. Voer m.b.v. het alfanumerieke toetsenbord de waarde of de naam in (bijv. bestandnaam) . Zodra u de cursor in de invoerrubriek heeft gezet, komt u automatisch in de invoermodus. Bevestigen uw invoer m.b.v. de toets "Input". De waarde wordt overgenomen. M.b.v. de toets !

!

kunt u tussen bestaande

waardes (bijv. voorwaarts - terug) heen- en weerschakelen.

C2

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Gegevens bevestigen / afbreken OK

AFBREKEN

•

Gegevens bevestigen Gegevens opslaan en actueel menu verlaten (terugspringen naar het oproepende menu).

•

Gegevens afbreken Gegevens verwerpen en actueel menu verlaten (terugspringen naar het oproepende menu).

Gegevens verwerpen en actueel menu verlaten (automatisch één niveau terugspringen). Actuele gegevens wissen en actueel menu niet verlaten.

Bediening met de muis •

1x klikken betekent: Menuvenster activeren Cursor op gewenste invoerrubriek zetten Directory kiezen Op softkey drukken Keuzerubriek activeren / deactiveren Invoerrubriek activeren Keuzelijst openen

•

2x klikken (dubbele klick) betekent: Lijst keuze Waarde / invoer overnemen Directory openen

•

Rechter muisoets betekent: Bediengebieden zichtbaar maken

C3

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Overzicht bediengebieden De diverse functies zijn in de besturing in de volgenden bediengebieden samengevat: %HGLHQJHELHG 0DFKLQH 3DUDPHWHUV 3URJUDPPD 'LHQVWHQ 'LDJQRVH ,QJHEUXLNQHPLQJ

8LWYRHUEDUHIXQFWLHV 'HOHQSURJUDPPDEHZHUNHQ PDQXHOHEHVWXULQJYDQGHPDFKLQH (GLWHUHQYDQJHJHYHQVYRRUSURJUDPPDV HQJHUHHGVFKDSVEHKHHU 2SPDNHQHQDDQSDVVHQYDQGHOHQSURJUDPPDV ,QOH]HQHQXLWYRHUHQYDQSURJUDPPDVHQJHJHYHQV $ODUPPHOGLQJHQ VHUYLFHPHOGLQJHQ $DQSDVVHQYDQ1&JHJHYHQVDDQGHPDFKLQH V\VWHHPLQVWHOOLQJ

C4

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Bediengebied machine Het bediengebied machine behelst alle functies en waardes, die van invloed zijn op werzkaamheden van de gereedschapsmachine en de status hiervan vastleggen. Er zijn drie verschillende werkwijzen: •

JOG In de Jog modus kan de machine manueel worden bediend of ook worden ingesteld. Ter instelling van de machine dienen de volgende functies: Referentiepunt aanlopen (Ref) Terugzetten (Repos) Stapsgewijs bewegen

•

MDA Halfautomatische modus Hier kunnen delenprogramma´s per record worden opgemaakt en uitgevoerd.

•

AUTOMATISCH Volautomatische modus Volautomatisch bewerken van delenprogramma´s. Hier worden delenprogramma´s opgeroepen, gestart, gecorrigeert, gericht beinvloed (bijv.één record ) en uitgevoerd.

Deze werkwijzen kunt u met de softkeys (PCtoetsenbord) of de met de modusschakelaar oproepen.

C5

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Referentiepunt aanlopen

Door het aanlopen (bewegen naar) het referentiepunt worden besturing en machine gesynchronisserd. •

Kies de functie REF (

•

Druk op de richtingtoetsen ; of ; om het

of Alt+F8 op de PC).

referentiepunt van de desbetreffende as aan te lopen, en herhaal deze procedure bij alle andere assen. •

M.b.v. de toets

5() $// worden automatisch alle

assen aangelopen (PC-toetsenbord).

Kans op bosting Let op beletsels in het werkgebied (spanmiddelen, gespande werkstukken enz.). Na het bereiken van het referentiepunt wordt de positie hiervan als actuele positie op het scherm weergegeven. Besturing en machine zijn nu op elkaar afgestemd.

Slede manueel bewegen U kunt de machine-assen m.b.v. de richtingstoetsen manueel bewegen. •

Kies de modus JOG (

of Alt+F1 op de PC).

•

Met de toetsen ; , ; , < , < , = , = , enz.. worden de assen in de gekozen richting bewogen, en wel zolang u op de toets drukt.

•

De voedingssnelheid wordt met de overrideschakelaar ingesteld.

•

Drukt u tegelijk op de toets

slede in de ijlgang.

C6

, beweegt de

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Slede in stappen bewegen

U kunt de machine-assen met de richtingstoetsen in stappen bewegen. INC 1 1/1000 mm per druk op de knop INC 10 1/100 mm per druk op de knop INC 100 1/10 mm per druk op de knop INC 1000 1 mm per druk op de knop INC VAR Variabele stapgrootte

•

Kies de functie INC ( of Alt+0 ... Alt+4 op de PC). (Alt 0..100=1, Alt 1..101=10, Alt 2..102=100, ...)

•

Met de toetsen ; , ; , < , < , = , = , enz. worden de assen in de gekozen richting per druk op de knop met de ingestelde stapgrootte bewogen.

•

Die voedingssnelheid wordt met de overrideschakelaar ingesteld.

•

Drukt u tegelijk op de toets slede in de ijlgang.

C7

, beweegt de

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Modus MDA

In de modus MDA (Manual Data Automatic) kunt u delenprogramma´s per record opmaken en laten uitvoeren. De gewenste bewegingen kunt in de vorm van afzonderlijke programma-records m.b.v. het bedieningstoetsenbord invoeren en zo aan de besturing doorgeven. De besturing voert de ingevoerde records uit, nadat u op de toets

heeft gedrukt.

Voor het uitvoeren van een MDA-programma gelden dezelfde voorwaarden als voor de volautomatische werkwijze.

Modus automatisch In de automatische modus kunt u delenprogramma´s volautomatisch laten uitvoeren. Voorwaarden voor de uitvoering van delenprogramma´s: • Het referentiepunt is aangelopen • Het delenprogramma is in de besturing geladen • Die vereiste correctiewaardes zijn gecontroleerd resp. ingevoerd (bijv. nulpuntverschuivingen, gereedschapscorrecties) • De veiligheidsvergrendelingen zijn geactiveerd (bijv. spanendeur dicht). Mogelijkheden in de automatische modus: • Programmacorrectie • Zoeken records • Nieuw opslaan • Programma beinvloeden Zie hoofdstuk F - Programma uitvoering.

C8

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Bediengebied parameters In het bediengebied parameters kunt u gegevens voor programma´s en gereedschapsbeheer invoeren en editeren.

Gereedschapsgegevens Zie hoofdstuk E - Gereedschap opmeten / gereedschap beheren.

R-parameters (rekenparameters) R-parameters zijn variabelen, die in programma´s als rekenparameters worden gebruikt. Deze parameters kunnen in dit bediengebied handmatig worden gewijzigd. Druk op de softkey R-PARAMETERS. Met de toetsen  en kunt u de parameterlijst

Rparameters

doorbladeren. Parameters wijzigen: Zet de cursor op de gewenste invoerrubriek en voer de nieuwe waarde in. Parameters wissen: Met de softkey GEBIED WISSEN kunt u de waardes van een parametergebied van R.. t/m R.. wissen. Met de softkey ALLES WISSEN worden alle waardes gewist.

Gebied wissen Alles wissen Afbreken

OK

Met de softkeys AFBREKEN en OK kunt u het wissen stoppen of bevestigen.

Parameters zoeken

Parameters zoeken: Druk op de softkey ZOEKEN en voer het nummer van de parameter in. M.b.v.

springt de cursor naar deze parameter,

voor zover deze aanwezig is.

C9

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Op het adres R staan bij de besturing Sinumerik 840 standaard 100 rekenvariabelen (= R-parameters) van het type REAL ter beschikking. De gebruiker kan vrij beschikken over de getallen R0 t/m R89, het gebied R90 t/m R99 is voor EMCO gereserveerd. Teller aantal delen (R90, R91) Actueel aantal vervaardigde delen Het actuele aantal vervaardigde delen wordt op parameter R90 weergegeven. Ingesteld aantal delen Het aantal delen dat moet worden vervaardigd, wordt op parameter R91 weergegeven. Voorbeeld: er worden 250 delen vervaardigd.

Functie • Indien u het aantal te vervaardigen delen op R91 instelt, telt parameter R90 vanaf het ingestelde aantal naar beneden tot 0. Zodra het ingestelde aantal delen is vervaardigd, verschijnt de melding "Ingesteld aantal delen bereikt". • Indien het ingestelde aantal delen R91 en het actuele aantal delen R90 op 0 worden gezet, telt parameter R90 vanaf 0 naar boven.

• Het aantal te vervaardigen delen R91 = op 250 gezet De teller van het aantal delen telt vanaf 250 tot 0 naar beneden en meldt dan "Ingesteld aantal delen bereikt" . • Het aantal te vervaardigen delen R91 = op 0 gezet Het actuele aantal delen R90 = op 0 gezet De teller van het aantal delen telt vanaf 0 tot 250 en geeft geen melding.

Programmering De teller van het aantal delen wordt in het programma direct vóór de M30 instructie opgeroepen, en wel d.m.v. L700 P1.

C 10

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Settinggegevens

• Begrenzing werkgebied M.b.v. de functie werkgebiedbegrenzing kunt u het gebied begrenzen, waarin een gereedschap moet bewegen.

Werkgebiedbegrenzing

Zet de cursor in de gewenste rubriek en voer de nieuwe waarde in. Activeer de invoer m.b.v. de toets ! (cursor moet op het controleveld staan). Aanwijzing: In de modus MDA en Automatisch wordt de werkgebiedbegrenzing in het actieve NC-programma pas actief, nadat de instructie WALIMON is gegeven. •

JOG Gegevens

JOG-gegevens

JOG-voeding: voeding voor de assen bij manuele beweging in de JOG-modus.

• Spindelgegevens

Spindelgegevens

Max. / min: Beperking van het spindeltoerental. Dit kan slechts binnen de grenswaardes geschieden, die in de machinegegevens zijn vastgelegd. Spindeltoerental begrenzing bij G96: programmeerbare maximale toerentalbegrenzing (G96) bij constante snij-snelheid. Transmissie: Bij machines met een mechanisch drijfwerk kunt u hier de ingeschakelde versnelling invoeren. Zo kan het toerental van de hoofdspindel correct worden bewaakt. Zet de cursor op de gewenste rubriek en voer de nieuwe waarde in resp. kies de gewenste waarde met de toets !

C 11

.

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voeding DRY

•

Starthoek

•

Proefdraaien voeding

Deze voeding wordt in de programma-beinvloeding "Proefdraaien voeding" (Dry Run) gebruikt in plaats van de geprogrammeerde voeding. Starthoek voor schroefdraad tappen

Om schroefdraad te tappen moet er voor de masterspindel een positie worden bepaald die als starthoek dient. Wanneer deze hoek wordt gewijzigd, kan er - door de werkwijze te herhalen - een veelvoudig schroefdraad worden getapt.

C 12

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Nulpuntverschuiving •

Instelbare nulpuntverschuiving (G54 - G57) wijzigen:

De effectieve instelbare nulpuntverschuiving is de som van verschuiving grof en verschuiving fijn. Rotatie, schaal, spiegelen: vastleggen net zoals bij de programmering van de frames. Er is alleen een rotatie op de geometrische as mogelijk. Zie hoofdstuk D - Programmering - coördinaten, nulpunten.

NV+

NV-

Roep de gewenste nulpuntverschuiving G54 - G57 met de softkeys NV+ en NV-. op.

Opgeroepen NV

M.b.v. de softkey OPGEROEPEN NV kiest u de opgeroepen (in MDA of Automatisch) nulpuntverschuiving.

Positie overnemen

De softkey POSITIE OVERNEMEN wordt enkel weergegeven, indien er een aspositie in de invoerrubriek kan worden ingevoerd. Deze positie wordt met POSITIE OVERNEMEN overgenomen. Voer de gewenste waarde in het invoervenster in of kies een nieuwe waarde met de toets !

(in geval

van spiegelen). Verwerpen

Opslaan

Met de softkey OPSLAAN worden de nulpuntverschuivingen opgeslagen, met VERWERPEN worden de gewijzigde waardes teruggezet.

C 13

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

•

NV+

Instelbare nulpuntverschuiving (G54 - G57) bepalen (aftasten).

Roep de gewenste nulpuntverschuiving G54 - G57 met de softkeys NV+ en NV- op. Met de softkey OPGEROEPEN NV kiest u de opgeroepen (in MDA of Automatisch) nulpuntverschuiving.

NVOpgeroepen NV

U moet zich in de modus JOG bevinden. NV bepalen

Druk op de softkey NV BEPALEN. Voer de gereedschapgegevens voor het gereedschap in waarmee u het nulpunt aftast: T-Nr. Gereedschap D-Nr. Snijkant M.b.v. de toets !

kiest u de volgende waardes:

- Lengteparameters (1, 2, 3) en richting (+, -, zonder) - Onder inachtneming van de radius (+, -, zonder) - En onder inachtneming van de richting (+, -, zonder) van een vrij invoerbare verplaatsing OK

Met de softkey OK neemt u het aftast-gereedschap over. Zet de cursor op de gewenste waarde van de verschuiving (bijv. Z grof). Beweeg voorzichtig (aftasten) naar naar de positie van de nulpuntverschuiving (bijv. spannmiddelpositie in Z) en druk op de softkey OK . De waarde wordt overgenomen.

OK

Tast zo alle gewenste posities van de nulpuntverschuiving af. Verwerpen

Met de softkey OPSLAAN worden de nulpuntverschuivingen opgeslagen, met VERWERPEN worden de gewijzigde waardes teruggezet.

Opslaan

C 14

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN •

Basisnulpuntverschuiving wijzigen:

De basisnulpuntverschuiving is een nulpuntverschuiving die voortdurend actief is (zonder afzonderlijke oproep) De basisverschuiving geldt bijv. voor tussentafels bij freesmachines of tussenflensen bij draaimachines. De effectieve instelbare basisverschuiving is de som van verschuiving grof en verschuiving fijn. Rotatie, schaal, spiegelen: vastleggen net zoals bij de programmering van de frames. Er is alleen een rotatie op de geometrische as mogelijk. Zie hoofstuk D - Programmering - coördinaten, nulpunten. Roep de basisverschuiving op: Dru op de softkeys OVERZICHT en BASIS NV. Overzicht

Basis NV

De invoer van de basisnulpuntverschuiving geschiedt overeenkomstig de instelbare nulpuntverschuiving.

Toale effectieve nulpuntverschuiving Die totale effectieve nulpuntverschuiving in een delenprogramma is de som van de basisnulpuntverschuiving + de instelbare nulpuntverschuivingen.

C 15

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN :LQ1&6,180(5,.'7851F (0&2 3URJU

-RJ

.DQDDO

.DQDDO5(6(7 3URJUDPPDDIJHEURNHQ

1LHXZ

)

.RSLHUHQ

)

,QYRHJHQ

)

:LVVHQ

)

+HUQRHPH

)

9ULMJDYH ZLM]LJHQ

)

:HUNVW VHOHFW

)

1DDP

7\SH

'DWXP

9ULMJDYH

7HVW :.6 :.6

:3' :3' :3'

;

2PKHWSURJUDPPDWHZLM]LJHQGUXNWXRSGH,1387WRHVW

)

+RRIG SURJU V

In de bediengebied Programma kunt u delenprogramma´s opmaken en aanpassen alsmede programma´s beheren.

529

:HUNVWXNRYHU]LFKW

:HUN VWXNNHQ

Bediengebied programma

[

?352*?03)',5 7(,/03)

)

6XE SURJU V

)

6WDQGDDUG F\FOL

Soort programma´s • Delenprogramma Een delenprogramma is een reeks opdrachten ter bewerking van een werkstuk.

)

)

*HEUXLNHU F\FOL

)

.OHPERUG

)

)

*HKHXJHQ ,QIR

)

• Sub-programma Een sub-programma is een reeks opdrachten van een delenprogramma, die met verschillende parameters steeds weer kunnen worden opgeroepen. Cycli zijn een bepaald soort sub-programma. • Werkstuk Een werkstuk is in dit verband een directory, waarin programma´s of andere gegevens zijn opgeslagen. • Cycli Cycli zijn sub-programma´s ter uitvoering van een vaker voorkomende bewerking van een werkstuk. De vóórgeprogrammeerde standaardcycli kunnen niet worden gewijzigd. Gebruikercycli kunnen door de gebruiker naar believen worden geprogrammeerd en gewijzigd.

C 16

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Programmabeheer •

Bestand- en directorytypes

name.MPF name.SPF

Hoofdprogramma Sub-programma

name.TOA name.UFR name.INI name.COM name.DEF

Gereedschapgegevens Nulpuntverschuivingen / Frame Initialisatiebestand Commentaar Definitie voor algemene gebruikergegevens en macro´s

name.DIR

Algemeen directory, bevat programma´s, werkstukdirectories en andere directories met het suffx .DIR. De namen van deze directories (MPF.DIR, DPF.DIR, CLIP.DIR, ...) zijn vastgelegd en kunnen niet worden veranderd. Werkstukdirectory, bevat programmaen gegevensbouwstenen die bij een werkstuk horen (het mag geen ander directory met de suffix .DIR of.WPD bevatten) Tussengeheugen, hier mogen alle bestand- en directorytypes worden aangelegd.

name.WPD

name.CLP

•

Kopiëren / invoegen

Zet de cursor op het bestand dat u wilt kopiëren en druk op de softkey KOPIEREN. Het bestand wordt gemarkeerd als bron die moet worden gekopieerd.

Kopiëren

Open nu het directory, waar naartoe het gemarkeerde bestand moet worden gekopieerd, en druk op de softkey INVOEGEN. Als het bestand wordt ingevoegd in een werkstukdirectory kan het type bestand m.b.v. de

Invoegen

toets !

worden gewijzigd.

Indien de naam van het bronbestand en de naam van het gekopieerde bestand gelijk moeten zijn, druk dan op de softkey OK. Indien het gekopieerde bestand een nieuwe naam moet krijgen, geef het bestand dan een nieuwe naam m.b.v. het toetsenbord, en druk dan op de softkey OK.

OK

C 17

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN •

Naam veranderen

Zet de cursor op het bestand dat u een nieuwe naam wilt geven, en druk dan op de softkey NAAM VERANDEREN. Het dialoogvenster ter verandering van de naam wordt geopend.

N a a m veranderen

Voer de nieuwe naam in. Bij het veranderen van de naam van een werkstuk kan het type bestand m.b.v. de toets !

worden

gewijzigd. •

Wissen

Zet de cursor op het bestand, dat u wilt wissen. Indien u meer bestanden wilt markeren, zet de cursor dan op het eerste bestand, druk op de toets !

en

zet de cursor op het laatste bestand. Wissen

Druk op de softkey WISSEN.

OK

Nadat u de veiligheidsvraag met de softkey OK heeft bevestigd, worden de gemarkeerde bestanden / directories gewist. - Er kunnen alleen programma´s gewist worden die op dat moment niet worden uitgevoerd. - Indien er een werkstukdirectory wordt gewist, mag er geen programma in dit werkstukdirectory geactiveerd zijn. - Indien er een werkstukdirectory wordt gewist, worden tevens alle bestanden gewist die in dit werkstukdirectory zijn opgenoment.

•

Vrijgave

Een programma mag alleen worden uitgevoerd, nadat het is vrijgegeven. Programma´s met vrijgave zijn in het programmaoverzicht voorzien van een "X" . Om een programma vrij te geven of de vrijgave te deactiveren, moet u het programma markeren en vervolgens op de softkey VRIJGAVE WIJZIGEN drukken.

Vrijgave wijzigen

Aanwijzing: Indien het programma in een werkstukdirectory staat, moet het werkstukdirectory eveneens worden vrijgegeven.

C 18

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Werkstukdirectory opmaken

Druk op de softkey WERKSTUKKEN. Het overzicht van alle werkstukdirectoies verschijnt. Druk op de Softkey NIEUW. Het invoervenster wordt geopend. Voer de naam van het nieuwe werkstukdirectory in m.b.v. het toetsenbord.

Werkstukken Nieuw

Daarna wordt de naam van het eerste delenprogramma opgevraagd en wordt de Editor voor dit delenprogramma geopend.

Programma opmaken/ editeren •

Nieuw programma opmaken

Open het werkstukdirectory, waarin het nieuwe programma wordt aangelegd. Druk op de softkey NIEUW en voer de nieuwe bestandnaam in.

Nieuw

M.b.v. de toets ! •

kunt u de bestandnaam kiezen.

Bestaand programma kiezen

Zet de cursor op het programma, dat u wilt bewerken Druk op de toets

.

De text-Editor voor dit opgeroepen bestand wordt geopend.

C 19

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN •



Programma editeren

Met de cursortoetsen en toetsen voorwaarts / terug bladeren kunt u de cursor in de tekst zetten.

M.b.v. de toets Wissen wordt het teken links van de cursor gewist. M.b.v. de toets Input beëindigt u een record.Er wordt een LF-teken (line feed = regelsprong) in het programma opgenomen. Pas daarna worden ingevoerde recordgegevens ter bewerking geaccepteerd.

Overschrijven

Met de softkeys OVERSCHRIJVEN en INVOEGEN schakelt u om tussen de invoegen en overschrijven.

Invoegen

Blok markeren, kopiëren, invoegen, wissen: Zet de cursor op het begin van het blok en druk op de softkey BLOK MARKEREN. Beweeg de cursor naar het einde van het blok. Het blok wordt automatisch gemarkeerd. Met BLOK KOPIEREN wordt het blok in een tussengeheugen opgeslagen. Het blok blijft ook in het tussengeheugen, als u van programma wisselt.

Blok markeren Blok kopiëren

Met BLOK INVOEGEN wordt het blok vanuit het tussengeheugen vóór de cursorpositie in de tekst ingevoegd.

Blok invoegen Blok wissen

Met BLOK WISSEN wordt het gemarkeerde blok gewist.Door nogmaals te drukken op BLOK MARKEREN verlaat u de markeer-modus.

Nieuw nummeren:

Nieuw nummeren

Met de softkey NIEUW NUMMEREN worden de programmarecords in de Editor nieuw genummerd. SLUITEN U wordt gevraagd, of u de wijzigingen wilt opslaan. Daarna wordt tekst-Editor gesloten, waarna het programma-overzicht weer verschijnt.

Sluiten

C 20

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN :LQ1&6,180(5,.'7851F (0&2 3URJU

-RJ

.DQDO

=RRP $XWR

)

1DDU RRUVSURQJ

)

$OOHV ZHHUJY

)

=RRP

)

=RRP

)

6FKHUP ZLVVHQ

)

&XUVRU JURIILMQ

)

,QVWHO OLQJHQ

)

.DQDO5(6(7 3URJUDPPDDIJHEURNHQ

'6LPXODWLRQ ; < = &

) 7 5HVHW

:303)

Terwijl het programma wordt geëditeerd, kunnen de geprogrammeerde gereedschapsbewegingen grafisch op het scherm worden gesimuleerd. Zodoende kan de geometrische en formele juistheid van het programma worden getest. Niet herkend worden technologische fouten (bijv. verkeerde draairichting, verkeerde voeding enz.).

6LQJOH$XWR]RRP

Kleuren: Lichtgroen Traject in de voeding Donkergroen Traject in de ijlgang Geel Draadkruis, gereedschapssymbool, symmetrische assen enz. Blauw Cirkelhulplijnen

<

;

(GLW

Programma simuleren

[

?352*?03)',5 7(,/03)

)

)

)

)

6WDUW

)

5HVHW

)

%ORNYRRU %ORN

)

)

In het simulatievenster worden de actuele asposities, voeding, gereedschap, de status Run/Reset en de instellingen Autozoom en Single weergegeven.

Zoom +

Simulatie

Roep de simulatie op met de softkey SIMULATIE.

Start

Met de softkey START wordt de simulatie gestart.

Reset

Met RESET wordt die simulatie teruggezet.

Single

Met SINGLE wordt de simulatie per record uitgevoerd (voortzetten met START).

Zoom auto

Met ZOOM AUTO krijgt een aan het venster aangepaste weergave van alle bewegingen (trajecten) in het grafische gebied.

Naar de oorsprong

Met NAAR DE OORSPRONG keert u terug naar het beginbeeld (einde van de zoomfunctie).

Alles tonen

ALLES TONEN toont het complete bewegingsgebied van de machine. Met ZOOM + en ZOOM - kunt u de vergrotingsfactor van de weergave kiezen. Met de cursortoetsen zet u het draadkruis op het gewenste middelpunt van het detailbeeld.

Zoom Beeld wissen

BEELD WISSEN wist het actuele scherm.

Cursor fijn/grof

Met CURSOR FIJN / GROF kunt u de stapgrootte van de cursorbediening veranderen.

Edit

Met EDIT keert u terug naar de programma-Editor.

C 21

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Simulatie instellen:

Met de softkey INSTELLEN bereikt u het instelvenster voor de simulatie.

Instellen

'VLPXODWLHLQVWHOOLQJHQ $DQ]LFKWYODN ; = <

;

7HNHQZDFKWWLMG PV

Met Weergavevlak kunt u instellen, welk vlak door de simulatie wordt weergegeven.

&LUNHOPHWKXOSOLMQHQ *HEUXLN $FWLYHHU

In de rubriek Tekenwachttijd kunt u een vertraging tussen de simulatierecords invoeren. Hierdoor wordt de simulatie overzichtelijker.

$NWXHHONDQDDO 3RVLWLHW\SH 0&6SRVLWLH :&6SRVLWLH

Indien u bij lopende simulatie op de toets

Onder positieweergave kunt u kiezen, of de gereedschapspositie in het simulatievenster in het machinecoördinatenstelsel (MKS) of in het werkstukcoördinatenstelsel (WKS) wordt weergegeven

'VLPXODWLHLQVWHOOLQJHQ $DQ]LFKWYODN =

<

\7UDQV

&LUNHOPHWKXOSOLMQHQ

Cirkels met hulplijnen Oproepen / deactiveren van van de weergave van radii en van de koorde tussen de cirkeleindpunten.

*HEUXLN 7HNHQZDFKWWLMG

$FWLYHHU

PV $NWXHHONDQDDO

Gereedschapsverschuivingen Simulatie met / zonder gereedschapsverschuiving.

3RVLWLHW\SH 0&6SRVLWLH :&6SRVLWLH

SRK activeren Simulatie met snijkantradiuscorrectie of zonder snijkantradiuscorrectie (weergave van de middelpuntbaan v.h. gereedschap).

Weergavevlakken- Keuze voor Tracyl 'VLPXODWLHLQVWHOOLQJHQ $DQ]LFKWYODN ;

;7UDQV <

\7UDQV

Actueel kanaal Keuze van het actuele kanaal (alleen bij machines met meer kanalen).

&LUNHOPHWKXOSOLMQHQ *HEUXLN

7HNHQZDFKWWLMG

drukt,

loopt de rest van de simulatie zonder vertraging ab.

Normaal weergavevlak

;

;

$FWLYHHU

PV $NWXHHONDQDDO 3RVLWLHW\SH 0&6SRVLWLH :&6SRVLWLH

Weergavevlakken- Keuze voor Transmit

Om de simulatie mogelijk te maken, moeten het hoofdprogramma, de sub-programma´s en de cycli worden vrijgegeven

C 22

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN :LQ1&6,180(5,.'7851F (0&2 'LHQVWHQ

.DQDDO

Bediengebied diensten

[

?352*?03)',5 7(,/03)

-RJ

)

.DQDDO5(6(7 3URJUDPPDDIJHEURNHQ

6WDUW

)

6WRS

)

9 JHEUXLNHU

)

3ULQWHU

)

9 3*3&

)

'ULYH

)

In het bediengebied diensten kunt u gegevens via de seriële interfaces COM1 - COM4 invoeren of zenden.

'DWDXLWYRHUHQ 1DDP 'DWD :HUNVWXNNHQ 'HOHQSURJUDPPD V 6XESURJUDPPD V *HEUXLNHUVF\FOL

Met de softkey PRINTER kunt u de gegevens uitdraaien, met de softkey DRIVE kunt u de gegevens van/naar een floppy-drive uitvoeren.

6WDQGDDUGF\FOL

Interface instellen Vóór de datatransmissie moeten de interfaces van de zender en de ontvanger op elkaar worden afgestemd, anders functioneert de transmissie niet.

)

'DWD LQ

)

'DWD XLW

.OHPERUG

)

)

)RXWHQ SURWRFRO

)

)

8LWYRHU YH[WHUQ

)

)

,QVWHOOHQ

:LQ1&6,180(5,.'7851F (0&2 'LHQVWHQ .DQDDO .DQDDO5(6(7 3URJUDPPDDIJHEURNHQ

-RJ

)

Met EMCO WinNC kunt u alleen via de interface V24GBERUIKER zenden.

[

?352*?03)',5 7(,/03)

=XUFN

)

Druk op de softkeys V24 GEBRUIKER en INSTELLEN.

)

3DUDPHWUHULQJ9JHEUXLNHU 6SHFLDOHIXQFWLHV

)

576&76

6WDUWPHW;21

)

%DXG

2YHUVFKULMYHQDOOHHQPEHYHVWLJLQJ

6WRSELWV

,QLH]HQEORNHLQGHDOOHHQPHW/)

3DULWHLW

NHLQH

6WRSPHWWUDQVPLVVLHHLQGWHNHQ

'DWDELWV

'65VLJQDDOHYDOXHUHQ

;21+H[

9RRUHQQDVSDQ

;2))+H[

3RQVEDQG

(LQGHWUDQVPLVVLH

D

7LMGVEHZDNLQJ

3DUDPHWHUV ,QWHUIDFH

&20

3URWRFRO

)

)

)

)

De waardes van de parameters Interface, Protocol, Baudrate, Stopbits, Pariteit, Databits worden m.b.v. de Toggletoets uitgekozen. Ook de speciale functies kunt u m.b.v. de Toggletoets

)

)

,QVWHOO RSVLDDQ )

Zet de cursor op de invoerrubrieken en voer de vereiste waardes in.

)

)

)

)

(!

)

De parameters Protocol, Baudrate, Stopbits, Pariteit, Databits, XON-symbolen, XOFF-symbolen en het DSR-signaal worden hierbij afzonderlijk voor elke interface opgeslagen. Wanneer de interface wordt veranderd, worden tevens de parameters weergegeven, en kunnen deze worden gewijzigd.

Instelling opslaan

Met de Softkey INSTELING OPSLAAN worden de ingevoerde waardes opgeslagen.

'ULYHSDUDPHWHUV 3DUDPHWHUV 'ULYHV )ORSS\ 9ULMHGLUHFWRU\

) activeren.

Drive (loopwerk) instellen

6SHFLDOHIXQFWLHV

Druk op de softkeys DRIVE en INSTELLEN.

2YHUVFKULMYHQDOOHHQPEHYHVWLJLQJ ,QOH]HQEORNHLQGHDOOHHQPHW/) 3RQVEDQG /RQJILOHQDPHV

Kies floppy (drive A:) of Vrij Directory. M.b.v. de optie Vrij Directory kunt u een andere drive, bijv. op de harde schijf C: kiezen. De speciale functies kunt u m.b.v. de Toggletoets activeren. Met de Softkey INSTELING OPSLAAN worden de ingevoerde waardes opgeslagen.

Instelling opslaan

C 23

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Gegevens invoeren V24 Gebruiker

...

Drive

Gegevensbron met de softkey V24 GEBRUIKER t/m DRIVE uitkiezen.

Data in

Druk op de Softkey DATA IN. Zet de cursor op het gewenste directory in de directoryboom. In dit directory worden de ingevoerde gegevens vastgelegd.

Terug

Met de softkey TERUG keert u terug naar het hogere directory.

Start

Met de softkey START wordt de invoer gestart. Alle bestanden worden in het gekozen directory opgenomen.

Stop

Met de softkey STOP wordt de invoer beëindigd. Aanwijzing: • Het gericht oproepen van bepaalde gegevens door de besturing is bij de data-invoer alleen mogelijk vanaf "Drive" • Mocht de optie "Overschrijven met bevestiging" zijn geactiveerd, worden bestaande gegevens (na bevestiging) overgeschreven. In geval van afkeuring wordt de invoer voortgezet met het volgende bestand • Er kunnen alleen gegevens worden ingevoerd die een geldig suffix (bijv. .MPF) hebben (behalve in het tussengeheugen). Gegevens uitwisselen WinNC - Machine

Een voorwaarde voor het uitwisselen van gegevens is dat de parameters van zender en ontvanger overeenkomen (zie bediengebied diensten).

Er mogen geen gereedschapscorrectiewaardes uit WinNC worden ingevoerd naar het beheer van het machinegereedschap, daar dit kan leiden tot systeemfouten.

C 24

•

Ontvanger op klaar voor ontvangst zetten, zoals als onder "Gegevens invoeren" beschreven .

•

Zenden op klaar voor zenden zetten, zoals onder "Gegevens uitvoeren" beschreven , en dan met de Softkey START bevestigen.

•

Invoer naar de ontvanger met Softkey STOP beëindigen.

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Gegevens uitvoeren V24 Gebruiker

...

Drive

Doel met de Softkey V24 GEBRUIKER t/m DRIVE uitkiezen.

Data Uit

Druk op de Softkey DATA UIT. U kunt de volgende data exporteren: • Gegevens (gereedschaps- en magazijngegevens, R-parameters, nulpuntverschuiving) • Werkstukken • Delenprogramma´s • Sub-programma´s • Gebruikers-cycli • Standaard-cycli Oproepen van de uitvoer-data: Zet de cursor op het gewenste soort data.

De cursor staat bijv. op "Werkstukken". Als u nu de datatransmissie start, worden alle werkstukken gezonden. Indien u op INPUT drukt, wordt de lijst met werkstukken weergegeven, en u kunt een werkstuk markeren. Wanneer u nu de datatransmissie start, worden alle werkstukgegevens (programma´s, sub-programma´s enz.) gezonden. Indien u nogmaals op INPUT drukt, wordt de lijst met werkstukgegevens weergegeven, enz. U kunt dan de afzonderlijke bestanden zenden. Terug Met de softkey TERUG keert u terug naar het hogere directory.

Start Met de softkey START wordt de uitvoer van de gekozen gegevens gestart.

Stop

Met de softkey STOP wordt de uitvoer beëindigd.

C 25

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Gegevens uit het tussengeheugen invoegen In het tussengeheugen mogen alle soorten gegevens worden opgeslagen (bijv. na invoer van seriële interfaces enz.). U kunt deze gegevens (programma´s, subprogramma´s enz.) invoegen in het bijbehorende directory (MPF.DIR, SPF.DIR, usw.) Tussengeheugen

Druk op de softkey TUSSENGEHEUGEN.

De cursor staat in het venster tussengeheugen (benedenvenster) op een bestand. Zet de cursor op het gewenste bestand, dat u in het directory wilt invoegen.

"

Zet de cursor in het bovenste venster (doelvenster).

Zet de cursor op het gewenste directory in de directoryboom. Het in het tussengeheugen gemarkeerde bestand wordt naar dit directory uitgevoerd. Druk op de Softkey INVOEGEN.

Invoegen

Er wordt gevraagd naar een bestandnaam. U kunt de oude naam overnemen, of een nieuwe naam aangeven. OK

Bevestig met OK. Het bestand wordt uit het tussengeheugen naar het doel-directory gekopieerd

Terug

Met de softkey TERUG keert terug naar het Directoryoverzicht.

Aanwijzing: • De bestanden worden gekopieerd en na het invoegen niet automatisch in het tussengeheugen gewist. • Met de Softkey WISSEN kunt u bestanden in het tussengeheugen wissen.

Wissen

C 26

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Bediengebied diagnose In het bediengebied diagnose worden alarmen en meldingen in hun lange vorm weergegeven. Roep bij een geactiveerd alarm of bij een melding het bediengebied diagnose op, om de volgende informatie te verkrijgen: Nummer: Alarmnummer. Indien er meer alarmen zijn geactiveerd, worden deze in de chronologische volgorde gerangschikt. Datum: Exact tijdstip van het alarm. Wiscriterium: Weergave van de toets waarmee het alarm gewist kan worden. Tekst: Lange tekst van het actuele alarm.

Weergave van de software-versies Met de softkey SW-VERSIES worden de versie van de diverse softwarecomponenten weergegeven. Deze versies moeten in geval van service worden vermeld.

C 27

BEDIENING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Bediengebied ingebruikneming Het bediengebied ingebruikneming is in WinNC niet actief. Gebruik a.u.b. het hulpprogramma "WinConfig" t.b.v. de integratie van toebehoren, automatiseringen enz.

C 28

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

D: Programmering

Aanwijzing In dit programmeerhoofdstuk worden alle functies beschreven die met WinNC uitgevoerd kunnen worden. Afhankelijk van de machine die u met WinNC bestuurt staan niet alle functies ter beschikking. Parameters of cycli die zijn voorzien van een (*), zijn alleen in de cyclusversie 6.02 beschikbaar. Voorbeeld: De draaimachine Concept MILL 55 bezit geen positiegeregelde hoofdspindel, er kan daarom ook geen spindelpositie geprogrammeerd worden.

Bij het programmeren in de Editor moet een spatie tussen de verschillende waardes worden gezet (bijv.: G0 X20 Z-35).

D1

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Overzichten G- instructies ,16758&7,( * * * * &,3 * * * * * * * * * * * * * * ** * ** * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

%(7(.(1,6 ,-OJDQJEHZHJLQJ 9RHGLQJVEHZHJLQJ &LUNHOLQWHUSRODWLHPHWGHZLM]HUVYDQGHNORN &LUNHOLQWHUSRODWLHWHJHQGHZLM]HUVYDQGHNORN &LUNHOLQWHUSRODWLHYLDWXVVHQSXQW 3DX]HYHUEOLMIWLMG ([DFWHVWRSSHUUHFRUGZHUN]DDP ,QWHUSRODWLHYODN;< ,QWHUSRODWLHYODN;= ,QWHUSRODWLHYODN<= 0LQLPDOHZHUNUXLPWHEHJUHQ]LQJVSLQGHOWRHUHQWDOEHJUHQ]LQJ 0D[LPDOHZHUNUXLPWHEHJUHQ]LQJVSLQGHOWRHUHQWDOEHJUHQ]LQJ 6FKURHIGUDDGPHWFRQVWDQWHVSRHG 6FKURHIGUDDGWDSSHQ 7HUXJWUHNEHZHJLQJELMVFKURHIGUDDGWDSSHQ *HUHHGVFKDSVUDGLXVFRPSHQVDWLHXLW *HUHHGVFKDSVUDGLXVFRPSHQVDWLHDDQOLQNV *HUHHGVFKDSVUDGLXVFRPSHQVDWLHDDQUHFKWV 3HUUHFRUGGHDFWLYHUHQYDQLQVWHOEDUHQXOSXQWYHUVFKXLYLQJ ,QVWHOEDUHQXOSXQWYHUVFKXLYLQJHQ 'HDFWLYHUHQLQVWHOEDUHQXOSXQWYHUVFKXLYLQJ ,QVWHOEDUHQXOSXQWYHUVFKXLYLQJHQ 6QHOKHLGVUHGXFWLHH[DFWHVWRS ([DFWHVWRSILMQ ([DFWHVWRSJURI 'RRUVFKDNHOHQZDQQHHUGHLQJHVWHOGHZDDUGHZRUGWEHUHLNW 6FKURHIGUDDGWDSSHQ]RQGHUV\QFKURQLVDWLH %DDQDDQVWXXUPRGXV %DDQDDQVWXXUPRGXVPHWSURJUDPPHHUEDUHRYHUVOLMSDIVWDQG 2SJDYHPDWHQLQLQFK 0HWULHNPDDWV\VWHHP 2SJDYHUHIHUHQWLHPDDW 2SJDYHNHWWLQJPDDW 9RHGLQJPPPLQRILQFKPLQ 9RHGLQJLQPPRPZRILQFKRPZ &RQVWDQWHVQLMVQHOKHLGDDQ &RQVWDQWHVQLMVQHOKHLGXLW 3RROGHILQLWLHJHUHODWHHUGDDQGHODDWVWHDDQJHORSHQJHUHHGVFKDSVSRVLWLH 3RROGHILQLWLHJHUHODWHHUGDDQKHWDFWXHOHQXOSXQWYDQKHW FR|UGLQDWHQVWHOVHOYDQKHWZHUNVWXN 3RROGHILQLWLHJHUHODWHHUGDDQGHODDWVWHJHOGLJHSRRO =DFKWDDQORSHQHQZHJEHZHJHQ $DQORSHQYDQOLQNVFTZHJEHZHJHQYDQUHFKWV $DQORSHQYDQUHFKWVFTZHJEHZHJHQYDQOLQNV

D2

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

,16758&7,( * * * * * * * * * * *

%(7(.(1,6 $DQORRSFTZHJEHZHHJULFKWLQJDIKDQNHOLMNYDQGHUHODWLHYHSRVLWLH YDQKHWVWDUWUHVSHLQGSXQWWRYYDQGHUDDNOLMQULFKWLQJ $DQORSHQPHWHHQUHFKWHOLMQ :HJEHZHJHQPHWHHQUHFKWHOLMQ $DQORSHQPHWHHQNZDUWFLUNHO :HJEHZHJHQPHWHHQNZDUWFLUNHO $DQORSHQHQZHJEHZHJHQUXLPWHOLMNEHJLQSRVLWLHZDDUGH $DQORSHQHQZHJEHZHJHQLQKHWYODN $DQORSHQPHWHHQKDOYHFLUNHO :HJEHZHJHQPHWHHQKDOYHFLUNHO &RQWRXUDDQORSHQHQYHUODWHQ &RQWRXUDDQORSHQHQYHUODWHQ

D3

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

M- instructies ,16758&7,( %(7(.(1,6 0 *HSURJUDPHHUGHVWRS 0 6WRSQDDUNHX]HSURJUDPPDVWRSDOOHHQELM2376723 0 3URJUDPPDHLQGH 0 6SLQGHO$$1PHWGHZLM]HUVYDQGHNORN 0 6SLQGHO$$1WHJHQGHZLM]HUVYDQGHNORN 0 6SLQGHO8,7 0 *HUHHGVFKDSZLVVHOPRHWLQHHQDSDUWUHFRUGVWDDQ 0 .RHOPLGGHO$$1 0 .RHOPLGGHO8,7 0 'HHODSSDUDDWNOHPDDQ 0 'HHODSSDUDDWNOHPORVPDNHQ 0 (LQGHVXESURJUDPPD 0 6SDQPLGGHOPDFKLQHEDQNVFKURHI23(1(1 0 6SDQPLGGHOPDFKLQHEDQNVFKURHI6/8,7(1 0 'HHODSSDUDDW]ZHQNHQ 0 (LQGHKRRIGSURJUDPPD 0 3RVLWLHJHUHJHOGHVSLQGHOLQSRVLWLHEUHQJHQ 0 8LWEOD]HQ$$1 0 8LWEOD]HQ8,7

D4

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Cycli

&\FOH

%225&<&/, %RUHQFHQWUHUHQ %RUHQYODNNHQ 'LHSJDWERUHQ 6FKURHIGUDDGWDSSHQ]RQGHU HJDOLVDWLHYXOSODDW 6FKURHIGUDDGWDSSHQPHW HJDOLVDWLHYXOSODDW 8LWERUHQ 8LWERUHQ 8LWERUHQ 8LWERUHQ 8LWERUHQ *DWHQUHHNVYHUERQGHQPHWGHRSURHS 0&$// *DWHQFLUNHOYHUERQGHQPHWGHRSURHS 0&$// 3XQWHQUDVWHU

&\FOH &\FOH &\FOH /RQJKROH 6ORW 6ORW 3RFNHW 3RFNHW 3RFNHW 3RFNHW &\FOH &\FOH

)5((6&<&/, 9ODNIUH]HQ %DDQIUH]HQ 6FKURHIGUDDGIUH]HQ /DQJJDWHQRSHHQFLUNHO 6OHXYHQRSHHQFLUNHO &LUNHOVOHXI 5HFKWKRHNLJHXLWKROOLQJ &LUNHOYRUPLJHXLWKROOLQJ 5HFKWKRHNLJHXLWKROOLQJ &LUNHOYRUPLJHXLWKROOLQJ 5HFKWKRHNWDSIUH]HQ &LUNHOWDSIUH]HQ

&\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH +ROHV +ROHV

D5

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Instructie afkortingen ,16758&7,( $& $&1 $&3 $1' $3 $5 $;,6 $; $;1$0( $0,5525 $527 $6&$/( $75$16 %B$1' %B127 %B25 %B;25

%(7(.(1,6 $EVROXWHSRVLWLHELMY; $& ,QYRHUDEVROXWHPDDWSRVLWLHLQQHJDWLHYHULFKWLQJDDQORSHQ ,QYRHUDEVROXWHPDDWSRVLWLHLQSRVLWLHYHULFKWLQJDDQORSHQ /RJLVFKH$1'EHZHUNLQJ 3RODLUHKRHNELMSURJUDPPHULQJSRODLUHFR|UGLQDWHQ 2SHQLQJVUDGLXVELMFLUNHOLQWHUSRODWLH 7\SHYDULDEHOH $VVHQRSHUDWRU 6WULQJRSHUDWLH 6SLHJHOLQJFXPXODWLHI 5RWDWLHFXPXODWLHI 6FKDDOYHUDQGHULQJFXPXODWLHI 9HUVFKXLYLQJFXPXODWLHI /RJLVFKHEHZHUNLQJVRSHUDWRUV

%22/ &$6( &,3 &+$5 &+) &5 &)& &),1 &)7&3 &2173521 &+5 ' '& ',$02) ',$021 '() ',63/2) ',63/21 ',9 '()$8/7 '(),1($6 ',6&

7\SHYDULDEHOH /XVFRQVWUXFWLH &LUNHOLQWHUSRODWLHYLDWXVVHQSXQW 7\SHYDULDEHOH $INDQWLQJHQLQYRHJHQ &LUNHOYLDUDGLXVRSJDYH &RQVWDQWHYRHGLQJRSGHFRQWRXU &RQVWDQWHYRHGLQJRSVQLMNDQWJHUHHGVFKDS &RQVWDQWHYRHGLQJRSGHIUHHVPLGGHOSXQWEDDQ &RQWRXUWRHEHUHLGLQJ $INDQWLQJYLDKRHNOHQJWH 1XPPHUVQLMNDQWJHUHHGVFKDS ,QYRHUDEROXWHPDDWSRVLWLHGLUHFW 5DGLXVSURJUDPPHULQJ 'LDPHWHUSURJUDPPHULQJ 9DULDEHOHGHILQLsUHQ :HHUJDYHLQSURJUDPPDYHQVWHUXLW :HHUJDYHLQSURJUDPPDYHQVWHUDDQ 'HOHQJHKHHOJHWDO /XVFRQVWUXFWLH 0DFURSURJUDPPHULQJ &RUUHFWLHEXLWHQKRHNHQ )OH[LEHOHSURJUDPPHULQJDDQORRSHQZHJEHZHHJRSGUDFKW $IVWDQGYDQKHWHLQGSXQWYDQKHWEHZHUNLQJVYODNELM:$% $IVWDQGYDQGHIUHHVNDQWYDQDIKHWVWDUWSXQWELM:$% /XVFRQVWUXFWLH /XVFRQVWUXFWLH /XVFRQVWUXFWLH /XVFRQVWUXFWLH /XVFRQVWUXFWLH %HZHJHQODQJVFRQWRXUOLMQ %HZHUNLQJFRQWRXUWDEHONODDU 9RHGLQJ

',6&/ ',65 (/6( (1')25 (1'/223 (1':+,/( (1',) (;(&7$% (;(&87( )

D6

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN ,16758&7,( )25 )5$0( )$' *272% *272) , ,& ,) ,17 ,17(56(& ,6$;,6 - .217 . /,06 /223 0&$// 06* 0,5525 1 127 1250 2))1 25 3 30 35 352& 5 527 5($/ 5(7 51' 51'0 53 53/ 5(3 6 6$9( 6(7$/ 6(7 6(706 6) 63&2) 63&21 675,1* 6&$/( 675/(1 6326 6326$ 68%675

%(7(.(1,6 /XVFRQVWUXFWLH 7\SHYDULDEHOH 6QHOKHLGYDQGHODQJ]DPHEHZHUNLQJVEHZHJLQJELM]DFKWDDQORSHQHQZHJEHZHJHQ 6SURQJLQGHULFKWLQJYDQGHSURJUDPPDVWDUW 6SURQJLQGHULFKWLQJYDQKHWSURJUDPPDHLQGH $GUHVYRRUFLUNHOWXVVHQSXQW ,QFUHPHQWHOHSRVLWLHELMY ,& /XVFRQVWUXFWLH /XVFRQVWUXFWLH 6QLMSXQWYDQFRQWRXUHQEHUHNHQHQ ,VHHQEHSDDOGHDVYRRUKDQGHQ"RSYUDJHQPEYDVQXPPHU $GUHVYRRUFLUNHOWXVVHQSXQW %HJLQSXQWYDQFRQWRXURPORSHQ $GUHVYRRUFLUNHOWXVVHQSXQW 7RHUHQWDOEHSHUNLQJ /XVFRQVWUXFWLH 0RGDOHRSURHSVXESURJUDPPDYDVWOHJJHQ 7HNVWRSVFKHUPZHHUJHYHQ 6SLHJHOLQJDDQ 5HFRUGQXPPHU 1HJDWLH 'LUHFWDDQORSHQYDQGHFRQWRXU 2IIVHWFRQWRXUQRUPDDO /RJLVFKH25EHZHUNLQJ 3URJUDPPDKHUKDOLQJ %HQRHPLQJYDQGHYRHGLQJ)$'YRRUKHHQHQWHUXJEHZHJHQDOVOLQHDLUHYRHGLQJ )$' 30 %HQRHPLQJYDQGHYRHGLQJ)$'YRRUKHHQHQWHUXJEHZHJHQDOV RPZHQWHOLQJVYRHGLQJ)$' 35 83VWDUW 5SDUDPHWHU5>@5>@ 5RWDWLHDDQ 7\SHYDULDEHOH 83WHUXJVSURQJ ,QYRHJHQYDQURQGLQJHQ 0RGDDOLQYRHJHQYDQURQGLQJHQ 3RODLUHUDGLXVELMSURJUDPPHUHQSROHQ 9DVWOHJJHQURWDWLHYODN 9HOGLQLWLDOLVDWLH 6SLQGHODGUHV 9HLOLJVWHOOHQYDQGHUHJLVWHUVELM83RSURHS $ODUPDFWLYHUHQ 9DULDEHOHQLQVWHOOHQ 0DVWHUVSLQGHOLQVWHOOHQ 6WDUWSXQWYHU]HWWHQYRRU* 3RVLWLHUHJHOLQJYDQGHVSLQGHOXLW 3RVLWLHUHJHOLQJYDQGHVSLQGHODDQ 7\SHYDULDEHOH 6FKDDOYHUDQGHULQJDDQ 6WULQJRSHUDWLH 3RVLWLHJHUHJHOGHVSLQGHOLQSRVLWLHEUHQJHQ 3RVLWLHJHUHJHOGHVSLQGHOLQSRVLWLHEUHQJHQ 'HHOYDQHHQVWULQJUHHNV EHSDOHQ

D7

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

,16758&7,( 683$ 6%/2) 6%/21 75$16 7 7851 75$)22) 75$&
%(7(.(1,6 3HUUHFRUGXLWVFKDNHOHQYDQDOOHSURJUDPPHHUEDUHLQVWHOEDUHIUDPHV KDQGZLHOYHUVFKXLYLQJHQH[W139HQSUHVHWYHUVFKXLYLQJ 2QGHUGUXNNLQJppQUHFRUGDDQ 2QGHUGUXNNLQJppQUHFRUGXLW 9HUVFKXLYLQJDDQ *HUHHGVFKDSVDGUHV %HSDOLQJYDQGHRPZHQWHOLQJHQELMYROOHGLJHFLUNHOV 7UDQVIRUPDWLHVXLW &LOLQGHUPDQWHONURPPHWUDQVIRUPDWLH ;<YODNNHQWUDQVIRUPDWLH /XVFRQVWUXFWLH 'HILQLWLHYDULDEHOH :DFKWHQRSEHZHJHQYDQGHDVVHQ :DFKWHQRSEHUHLNHQYDQGHVSLQGHOSRVLWLH /XVFRQVWUXFWLH :HUNUXLPWHEHJUHQ]LQJXLW :HUNUXLPWHEHJUHQ]LQJDDQ ([FOXVLHI2)

Rekenoperatoren ,16758&7,( 6,1 &26 7$1 $6,1 $&26 $7$1 6457 645 $%6 7581& 5281' 327 /1 (;3

5HNHQIXQFWLHV 6LQXVIXQFWLH &RVLQXVIXQFWLH 7DQJHQVIXQFWLH $UFXVVLQXVIXQFWLH $UFXVFRVLQXVIXQFWLH $UFXVWDQJHQVIXQFWLH :RUWHOIXQFWLH HPDFKWIXQFWLH $EVROXWHIXQFWLH *HKHHOJHWDOGHHOIXQFWLH 5RQGLQJVIXQFWLH 0DFKWIXQFWLH 1DWXXUOLMNHORJDULWPHIXQFWLH ([SRQHQWLsOHIXQFWLH

D8

%(7(.(1,6

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Zakrekenmachine Met de "zakrekenmachine" kunnen wiskundige waardes direct in een invoerveld worden berekend. Hierbij kunnen onbeperkt veel haakjesniveaus worden gebruikt. Ter berekening van de waardes drukt u op de toets "Enter" of u verlaat het invoerveld Als er bij de berekening van formules fouten optreden, wordt het laatste ingevoerde symbool weergegeven en toont WinNC een foutmelding. De getoonde actuele waarde kan d.m.v.

"

3

in een

formule worden gebruikt. De als laatste ingevoerde formule kan met de toets "?" nogmaals worden bewerkt.

INSTRUCTIE

BETEKENIS

VOORBEELD

UITKOMST

+

Optellen

1+1

2

-

Aftrekken

3-2

1

*

Vermenigvuldigen

5*3

15

/

Delen

15/3

5

%

Modulo (deelrest)

10%4

2

^

Machtsverheffen

5^2

25

PI

Cirkeldelingsgetal

PI

3,141593

Sinus

SIN(90)

1

ASIN( )

Arcussinus

ASIN(-1)

-90

COS( )

Cosinus

COS(90)

Arcuscosinus

ACOS(-1)

180

Tangens

TAN(45)

1

Arcustangens (waardes)

ATAN(1)

45

Arcustangens (X-segment, Y-segment)

ATAN2(0,1)

EXP ( )

Exponentiële functie (basis e)

EXP(1)

2,718282

LOG ( )

Logaritmefunctie (basis e)

LOG(5)

1,609

SQRT ( )

Vierkantswortel

SQRT(2)

1,414

MOD ( , )

Modulofuncte

MOD(10,4)

2

TRUE

Logisch waar

TRUE

1

FALSE

Logisch fout

FALSE

AND

En verbinding

1AND1

1

OR

Of verbinding

1OR1

1

Negatie

NOT(1OR1)

SIN( )

ACOS( ) TAN( ) ATAN( ) ATAN2( , )

NOT

Functies van de zakrekenmachine D9

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Systeemvariabelen 6\VWHHPYDULDEHOHQ 3B$;1 3B$;1 3B$;1 3B,)5$0( 3B3)5$0( 3B%)5$0( 3B$&7)5$0( 3B8,)5>@ 3B) 3B'5<581 3B6($5&+ 3B722/5 3B722/12 $&B06180 01B6&$/,1*B6<67(0B,6B0(75,& 01B6&$/,1*B9$/8(B,1&+ 01B,17B,1&5B3(5B00 01B0,5525B5()B$; 3B6,0 3B6',5>@ 3B** 3B(3 0$B63,1'B$66,*1B72B0$&+$; 0$B180B(1&6 $$B6 0&B',$0(7(5B$;B'() 3B$' 3B722/ 3B0& 3B722// $B,1>@ $B287>@ $B,1$>@

%HVFKULLYLQJ $FWXHHODGUHVYDQGHJHRPHWULVFKHDVDEVFLV $FWXHHODGUHVYDQJHRPHWULVFKHDVRUGLQDDW $FWXHHODGUHVYDQJHRPHWULVFKHDVDSSOLFDDW $FWXHHOLQVWHOEDDUIUDPH $FWXHHOSURJUDPPHHUEDDUIUDPH $FWXHHOEDVLVIUDPHYDULDEHOH $FWXHHOWRWDDOIUDPH ,QVWHOEDUHIUDPHV]%* ,QVWHOEDUHYRHGLQJ )$/6( WHVWUXQDDQ 758( WHVWUXQXLW 758( UHFRUG]RHNORRSPHWRI]RQGHUEHUHNHQLQJ LV DFWLHI $FWLHYH:=UDGLXVWRWDDO $FWLHI:=QXPPHU 77 1XPPHUYDQGHPDVWHUVSLQGHO *URQGV\VWHHPPHWULHNPHWULHNLQFK 2PUHNHQLQJVIDFWRUYDQPHWULHNQDDULQFK 5HNHQILMQKHLGYDQGHOLQHDLUHSRVLWLHV 5HIHUHQWLHDVYRRUIUDPHHOHPHQWHQ 758( VLPXODWLHORRSW /DDWVWJHSURJUDPPHHUGHVSLQGHOGUDDLULFKWLQJ $FWXHOH*IXQFWLHYDQHHQ*JURHSOOQG =RDOV3&/JUHQVYODN /DDWVWJHSURJUDPPHHUGHZDDUGH 7RHZLM]LQJYDQGHVSLQGHOWRYGHPDFKLQHDV $DQWDORPYRUPHUV $FWXHHOVSLQGHOWRHUHQWDO 9RRUWHNHQNRPWRYHUHHQPHWGHGUDDLULFKWLQJ 1XPPHUYDQGHGZDUVDV $FWLHIJHUHHGFKDSFRUUHFWLHV $FWLHIJHUHHGVFKDSVQLMNDQW '' )$/6( JHHQPRGDOHVXESURJUDPPDRSURHS 758( PRGDOHVXESURJUDPPDRSURHS $FWLHIJHUHHGVFKDSWRWDOHOHQJWH 'LJLWDOHVLJQDOHQ3/&OH]HQ 'LJLWDOHVLJQDOHQ3/&VFKULMYHQ :HUNHOLMNHZDDUGHYDQ3/&OH]HQ

D 10

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Werkbewegingen G0, G1 Rechte lijn interpolatie (cartesisch) G0: G1:

Bewegen in de ijlgang, bijv. snel in positie brengen Bewegen met geprogrammeerde voeding F, bijv. bewerken van het werkstuk.

Formaat G0 G1

X.. X..

Y.. Y..

Z.., Z..

F..

G0, G1 Rechte lijn interpolatie (polair) Formaat

Vóór de programmering moet het nulpunt van het werkstukcoördinatenstelsel m.b.v. G111 worden bepaald.

G0 G1

AP.. RP.. AP.. RP..

Afkanting (fase), ronding invoegen Tussen rechte lijnen en cirkelbogen kunnen in elke combinatie afkantingen of rondingen worden ingevoegd. Formaat G.. X.. Y.. G.. X.. Y.. G.. X.. Y..

&+) 1*;<=&+)

CHR=.. CHF=.. RND=..

Afkanting Afkanting Ronding

Afkanting De afkanting wordt ingevoegd na het record, waarin hij is geprogrammeerd De afkanting ligt altijd in het werkvlak (G17). De afkanting wordt symmetrisch in de contourhoek gelegd. CHF geeft de lengte van de afkanting aan.

1

&+ 5

Z.. Z.. Z..

; *

Voorbeeld:

<=

N30 G1 N35 G1

X.. X..

Y.. Y..

CHF=5

Ronding De ronding wordt wordt ingevoegd na het record, waarin hij is geprogrammeerd De ronding ligt altijd in het werkvlak (G17). De ronding is een cirkelboog en wordt met tangentiële aansluiting in contourhoek gelegd. RND geeft de radius van de ronding weer.

1*;<=51'

51 '

N30 G1 N35 G1

= < ; * 1

Voorbeeld: X.. X..

Y.. Y..

RND=5

Modale ronding RNDM In elke volgende contourhoek wordt een ronding uitgevoerd, totdat het modale ronden wordt gedeactiveerd d.m.v. RNDM=0. D 11

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

G2, G3, CIP Cirkelinterpolatie

= *

*

*

*

*

met de wijzers van de klok tegen de wijzers van de klok via tussenpunt (CIrcle through Points)

*

* *

* ;

G2 G3 CIP

Weergave van de cirkelbeweging voor de verschillende hoofdvlakken Voor een cirkelbeweging liggen het start- en eindpunt op één vlak. Indien er een verandering van de derde as (bijv. voor G17 de Z-as) wordt geprogrammeerd, ontstaat er een schroeflijn.

<

Schroeflijn: Programmering van een cirkelboog, startpunt en eindpunt in Z verschillend (G17). Indien u de cirkel vaker wilt doorlopen, moet met TURN= het aantal volledige cirkels worden aangegeven.

Programmeren met startpunt, eindpunt, cirkelmiddelpunt G2/G3 X, Y, Z I, J, K

X..

Y..

Z..

I..

J..

K..

Eindpunt E in cartesische coördinaten Cirkelmiddelpunt M in cartesische coördinaten, gerelateerd aan startpunt S

Startpunt Het startpunt is het punt, waarop het gereedschap zich op het ogenblik van de oproep G2/G3 bevindt.

- $&

<

(

*

,

Eindpunt Het eindpunt wordt met X, Y, Z geprogrammeerd.

6

Cirkelmiddelpunt Het cirkelmiddelpunt wordt met I, J, K incrementeel vanuit het startpunt geprogrammeerd, of met I=AC(..), J=AC(..), K=AC(..) absoluut vanuit het werkstuknulpunt.

0 ; , $&

D 12

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Programmeren met startpunt, eindpunt, cirkelradius G2/G3 X, Y, Z CR=±

* <

Y..

Z..

CR=±..

Eindpunt E in cartesischen coördinaten Cirkelradius

Startpunt Het startpunt is het punt, waarop het gereedschap zich op het ogenblik van de oproep G2/G3 bevindt.

&5

(

X..

6

Eindpunt Het eindpunt wordt met X, Y, Z geprogrammeerd. Cirkelradius De cirkelradius wordt door CR aangeduid. Het voorteken geeft aan, of de cirkel groter of kleiner dan 180° is. CR=+ Hoek kleiner of gelijk 180° CR=Hoek groter 180°. Volledige cirkels kunnen niet met CR worden geprogrammeerd.

0 ;

Programmeren met startpunt, cirkelmiddelpunt of eindpunt, openingshoek G2/G3 G2/G3 X, Y, Z I, J, K AR=

<

(

*

,

- $&

$5

Y.. J..

Z.. K..

AR=.. AR=..

of

Eindpunt E in cartesische coördinaten of Cirkelmiddelpunt M in cartesische coördinaten, gerelateerd aan startpunt S Openingshoek

Startpunt Het startpunt is het punt, waarop het gereedschap zich op het ogenblik van de oproep G2/G3 bevindt. Eindpunt Het eindpunt wordt met X, Y, Z geprogrammeerd.

6

Cirkelmiddelpunt Het cirkelmiddelpunt wordt met I, J, K incrementeel vanuit het startpunt geprogrammeerd, of met I=AC(..), J=AC(..), K=AC(..) absoluut vanuit het werkstuknulpunt.

0 ;

X.. I..

Openingshoek De openingshoek moet kleiner dan 360° zijn. Volledige cirkels kunnen niet met AR worden geprogrammeerd .

, $&

D 13

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Programmeren met polaire coördinaten G2/G3 AP= RP=

AP=.. RP=.. Eindpunt E polaire hoek, pool is cirkelmiddelpunt Polaire radius, tevens cirkelradius

-*

De pool van het polaire coördinatenstelsel moet zich op het cirkelmiddelpunt bevinden (vooraf met G111 op het cirkelmiddelpunt leggen).

<

Programmeren met startpunt, tussenpunt, eindpunt

,*

*

CIP

Y..

Z..

I1=.. J1=.. K1=..

X, Y, Z Eindpunt E in cartesische coördinaten I1, J1, K1 Tussenpunt Z in cartesische coördinaten

- * 6

(

X..

Startpunt Het startpunt is het punt, waarop het gereedschap zich op het ogenblik van de oproep G2/G3 bevindt. Eindpunt Het eindpunt wordt met X, Y, Z geprogrammeerd.

0 ;

,*

Tussenpunt Het tussenpunt wordt met I1, J1, K1 beschreven. Bij G91 (Kettingmaatprogrammering) heeft het tussenpunt betrekking op het startpunt.

D 14

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Schroeflijn interpolatie G2/G3 G2/G3 G2/G3 G2/G3 G2/G3

Startpunt 1. Volled. cirkel 2. Volled. cirkel

X, Y, Z I, J, K

3. Volled. cirkel

Doelpunt

CR= AR= AP= RP= TURN=

Eindpunt als gedeeltelijke omdraaiing

X... Y... Z... I... K... TURN= X... Y... Z... CR=... TURN= AR=... I... J... K... TURN= AR=... X... Y... Z... TURN= AP... RP=... TURN= Eindpunt in cartesische coördinaten Cirkelmiddelpunt in cartesische coördinaten Cirkelradius Openingshoek Polaire hoek Polaire radius Aantal keren dat de cirkel extra wordt doorlopen, tussen 0 en 999

Voor een gedetailleerde uitleg van de iinterpolatieparameters zie cirkelinterpolatie.

D 15

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN G4 Verblijftijd (pauze) Formaat N... G4 F... [sec] N... G4 S... [omw]

F Verblijftijd in secondes S Verblijftijd in aantal omwentelingen van de hoofdspindel Het gereedschap wordt op de laatste bereikte positie gestopt - scherpe kanten - overgangen, insteekbodem zuiveren, exacte stop. Aanwijzingen • De verblijftijd begint, nadat de voedingssnelheid van het vorige record "NUL" heeft bereikt. • Alleen in het record met G4 worden S en F voor tijdopgaven gebruikt. Een tevoren geprogrammeerde voeding F en het spindeltoerental S blijven behouden. Voorbeeld N75 G04 F2.5

D 16

(verblijftijd = 2,5 sec)

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

G9, G60, G601, G602, G603 Exacte stop

* * *

Exacte stop actief (G9, G60)

G9 Exacte stop, per record werkzaam G60 Exacte stop, modaal werkzaam G601 Doorschakelen, zodra positievenster fijn bereikt is G602 Doorschakelen, zodra positievenster grof bereikt is G603 Doorschakelen, zodra interpolatie-einde bereikt is

Exacte stop niet actief (G64, G641)

G601/G602/G603 zijn alleen bij geactiveerde G60 of G9 werkzaam Met de instructies G64, G641 baanaansturingsmodus wordt G60 gedeactiveerd. G9/G60: Activeren von G601, G602 of G603. G9 is alleen in het record werkzaam, waarin het is geprogrammeerd, G60 werkt zolang tot hij met G64 of G641 wordt gedeactiveerd. G601, G602: Het volgende record wordt pas verwerkt, wanneer het record met G9 of G60 is uitgevoerd en de slede tot stilstand is afgeremd (korte stilstand aan het einde van het record). Hierdoor worden de hoeken niet gerond , wat exacte overgangen oplevert. De eindpositie kan in een fijn (G601) of in een grof (G602) tolerantieveld liggen. G603: Het volgende record begint, zodra de besturing de waarde 0 voor de desbetreffende assen heeft uitgerekend (geen stilstandtijd). Op dat ogenblik ligt de actuele waarde nog iets achter (nalooptijd). Hierdoor wordt de hoek afgeslepen. Het afslijpen van de hoek is met G603 het grootste.

D 17

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

G64, G641 Baanaansturingsmodus G64 G641

Baanaansturingsmodus Baanaansturingsmodus met programmerbaar afslijpen van de overgangen

De contour wordt met een zo constant mogelijke baansnelheid vervaardigd. Dit levert korte bewerkings-tijden en ronde contouren op. Bij tangentiële contourovergangen beweegt het gereedschap met een zo constant mogelijke baansnelheid, bij hoeken wordt de snelheid verlaagd. Hoe groter de voeding F, des te meer worden de hoeken afgeslepen (contourfout). Met de instructie G641 kunt u de overslijpafstand aangeven.

G17, G18, G19 Keuze van het vlak =

Formaat N... G17/G18/G19

*

<

G17 XY-Vlak G18 ZX-Vlak G19 YZ-Vlak

;

; =

<

Met G17-G19 wordt het werkvlak bepaald.

;

*

•

< =

= ;

• •

<

•

*

=

•

< ;

; =

<

D 18

De gereedschapsas staat loodrecht op het werkvlak. In het werkvlak wordt de cirkelinterpolatie G2/G3/ CIP uitgevoerd. In het werkvlak wordt de interpolatie v.d. polaire coördinaten uitgevoerd. In het werkvlak wordt de correctie v.d. gereedschapsradius G41/G42 uitgevoerd. Loodrecht op het werkvlak worden bewerkingsbewegingen, bijv. voor boorcyclii uitgevoerd.

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

G25, G26 Werkruimtebegrenzing Formaat N... G25/G26 X...

Y... Z...

Met G25/G26 kan het werkgebied worden begrensd, waarin het gereedschap beweegt. Zo ontstaan er veiligheidszones in de werkruimte waarin geen gereedschapsbewegingen mogen worden uitgevoerd. G25 en G26 moeten in een apart programmarecord worden geschreven. De werkruimtebegrenzing wordt in het programma met G25 en G26 gedefinieerd en met WALIMON en WALIMOF aan- cq. uitgeschakeld. G25 G26 WALIMON WALIMOF

Benedenbegrenzing werkruimte Bovenbegrenzing werkruimte Werkruimtebegrenzing aan Werkruimtebegrenzing uit

G25, G26 Spindeltoerentalbeperking Formaat N... G25/G26

S...

Met G25/G26 kunnen een minimaal en een maximaal toerental voor de spindel worden bepaald. G25 en G26 moeten in een apart programmarecord worden geschreven. De spindeltoerentalbeperking m.b.v. G25/G26 schrijft de waardes over in de settinggegevens en blijft daarom ook na het einde van het programa bewaard. G25 G26 S

D 19

Benedengrens spindeltoerental Bovengrens spindeltoerental Minimaal cq. maximaal toerental

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

G33 Schroefdraad snijden =

.

Formaat N... G33 Z... K... K ......... Schroefdraadspoed in Z-richting [mm] Z ......... Schroefdraaddiepte

=

Met een passend gereedschap (nadraaibeitel of vlakdraaikop) kunnen schroefdraden worden gesneden. Er dient een spoed (K) te worden geprogrammeerd die overeenkomt met de hoofdrichting van de schroefdraad. Aanwijzingen • Voeding- en spindeltoerental kunnen gedurende G33 niet worden beinvloed (100%). • Er moet één vrije steek voor de in- en de uitloop in de planning worden opgenomen.

G331/G332 Schroefdraad tappen zonder egalisatie-vulplaat

= *

.

(alleen voor PC Mill 155) Formaat N... G331 X... Z... K... N... G332 X... Z... K...

*

X, Z ......... Boordiepte (eindpunten) K ............. Schroefdraadspoed %RKUWLHIH

Boordiepte, schroefdraadspoed Boring in de Z- richting, schroefdraadspoed K

G331 Schroefdraad tappen: De boring wordt d.m.v.de boordiepte (eindpunt van de schroefdraad) en de schroefdraadspoed beschreven. Vóór G331 moet de gereedschapspindel met SPOS op een gedefinieerd startpunt in positie worden gebracht.

G332 Terugtrekbeweging: Deze beweging wordt met dezelfde spoed beschreven als de G331- beweging. Het omkeren van de richting van de spindel geschiedt automatisch.

D 20

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

G63 Schroefdraad tappen zonder synchronisatie Formaat G63

X..

Y..

Z..

F..

S..

Tappen van schroefdraad met egalisatie-vulplaat (lengte-compensatie). Geprogrammeerd toerental S, geprogrammeerde voeding F en spoed P van de schroefdraadboor moeten op elkaar zijn afgestemd: F [mm/min] = S [omw/min] x P [mm/omw] cq. F [mm/omw] = P [mm/omw] De induikbeweging van de schroefdraadboor wordt met G63 geprogrammeerd. G63 is per record werkzaam. Gedurende G63 zijn voeding- en spindeloverride op 100% gezet. De terugtrekbeweging (met omgekeerde spindeldraairichting) moet eveneens met G63 worden geprogrammeerd. Voorbeeld: Schroefdraadboor M5 (spoed P = 0,8 mm) Toerental S = 200, zodat F = 160 N10 N20 N30

D 21

G1 X0 Y0 S200 F1000 M3 (Startpunt aanlopen) G63 Z-50 F160 (Schroefdraad tappen, boordiepte 50) G63 Z3 M4 (Terugtrekken, omkeer spindeldraairichting)

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Gereedschapsradiuscorrectie G40-G42, G450 G40 Gereedschapsradiuscorrectie UIT G41 Gereedschapsradiuscorrectie LINKS (synchroon frezen) G42 Gereedschapsradiuscorrectie RECHTS (in tegengestelde richting frezen)

Met G41/42 beweegt het gereedschap steeds op dezelfde afstand langs de geprogrammeerde contour. De afstand van de baan komt overeen met de gereedschapsradius. Ter bepaling van von G41/42 (links/rechts von de contour) kijkt u in de richting van de voeding.

*

*

Contour-beweeggedrag G450 G450:Het gereedschap loopt op cirkelbogen met gereedschapsradius langs de werkstukhoeken.

5

5

* *

geprogrammeerde gereedschapsbaan feitelijke gereedschapsbaan met correctie

*

*

5 *

*

D 22

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

G40 Deactiveren snederadiuscompensatie De snederadiuscompensatie wordt met G40 gedeactiveerd. De deactivering is alleen geoorloofd bij rechtlijnige bewerkingsbewegingen (G00, G01) (beweging vanaf het onbewerkte deel). G40 kan in hetzelfde record als G00 cq. G01 of in het vorige record worden geprogrammeerd. G40 wordt meestal in de terugbeweging naar het gereedschapswisselpunt gedefinieerd.

G41 Snederadiuscompensatie links Als het gereedschap zich (gezien vanuit de voedingsrichting) links van de te bewerken contour bevindt, moet G41 worden geprogrammeerd. Aanwijzingen • Direct wisselen van G41 naar G42 en visa versa is niet geooorloofd - vooraf deactiveren met G40. • Oproepen alleen mogelijk samen met G00 cq. G01 (beweging naar het onbewerkte deel toe). • Wissel van de gereedschapscorrectie is niet mogelijk bij actieve snederadiuscompensatie. Definitie G41 snederadiuscompensatie links

G42 Snederadiuscompensatie rechts Als het gereedschap zich (gezien vanuit de voedingsrichting) rechts van de te bewerkend contour bevindt, moet G42 worden geprogrammeerd. Aanwijzingen: zie G41!

Definitie G42 snederadiuscompensatie rechts

D 23

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Nulpuntverschuiving G53-G57, G500G599, SUPA G53

De nulpuntverschuivingen worden voor één record onderdrukt.

G500

G54 - G599 worden gedeactiveerd.

G54-57

Vooraf nulpuntverschuivingen.

ingestelde

G505-599 Vooraf ingestelde nulpuntverschuivingen SUPA

Per record uitschakelen, met inbegrip van geprogrammeerde verschuivingen en handwielverschuivingen (SUPpress All)

M.b.v. de nulpunten wordt de positie van het werkstuk aan de machine medegedeeld. D.m.v. G54-G599 wordt het maatstelsel gewoonlijk verschoven naar een aanslagpunt (W1) op het spanmiddel (vast opgeslagen), de verdere verschuiving naar het werkstuknulpunt (W2) geschiedt met TRANS (variabel).

Maatopgave in inch G70, metrieke maatopgave G71 U kunt de maten met G70 cq. met G71 in inch of mm invoeren: • trajectinformaties X, Y, Z • cirkelparameters I1, J1, K1, I, J, K, CR • schroefdraadspoed • programmeerbare nulpuntverschuiving TRANS, ATRANS • polaire radius RP Alle overige waardes zoals bijv. voedingen, gereedschapcorrecties of instelbare nulpuntverschuivingen worden in de maateenheid uitgerekend, die in de machinegegevens vooraf is ingesteld.

D 24

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Coördinaten, nulpunten Werkvlak G17-G19 In het werkvlak geldt de gereedschapsradius. Loodrecht op het werkvlak geldt de lengte van gereedschap.

De complete, voor een delenprogramma geldige nulpuntverschuiving is de som van basisnulpuntverschuiving + instelbare nulpuntverschuivingen + frames.

*

<

<

G90 Invoer absolute maat De opgegeven maten hebben betrekking op het actuele nulpunt. Het gereedschap beweegt NAAR een geprogrammeerde positie.

*

Hoofdwerkvlak voor verticaal frezen: G17 (XY) Voor werken met hoekkoppen: G18 (XZ), G19 (YZ), zie hoofdstuk E gereedschapcorrectie / gereedschap opmeten

G91 Invoer kettingmaat

;

;

De opgegeven maten hebben betrekking op de laatste positie van het gereedschap. Het gereedschap beweegt OVER een bepaalde afstand naar de volgende positie.

U kunt de verschillende assen onafhankelijk von G90 / G91 absoluut of incrementeel programmeren. Voorbeelden: G90 G0 X40 Y=IC(20) Hier wordt de Y-waarde incrementeel ingevoerd, hoewel G90 absolute maat actief is. G91 G0 X20 Y=AC(10) Hier wordt de Y-waarde absoluut ingevoerd, hoewel G91 kettingmaat actief is.

D 25

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Voedingsprogrammering G94, G95 Algemeen • • •

Voedingswaardes worden niet beinvloed door G70/71 (inch-mm), hier geldt de instelling van de machinegegevens. Telkens nadat er omgeschakeld is tussen G9495, moet F opnieuw worden geprogrammeerd. De voeding F geldt alleen voor de baanassen, niet voor synchrone assen.

Voeding in mm/min G94 Sledebeweging X, Y, Z: het adres F geeft de voeding in mm/min weer. Ronde asbeweging A, Q: het adres F geeft de voeding in °/min weer. Belangrijkste toepassing bij frezen.

Voeding in mm/omw G95 Sledebeweging X, Y, Z: het adres F geeft de voeding in mm/omw van de freesspindel weer. Ronde asbeweging A, Q: het adres F geeft de voeding in °/omw. van de freesspindel weer. Belangrijkste toepassing bij draaien.

D 26

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Polaire coördinaten G110-G112 Bij de programmering v.d. polaire coördinaten worden de posities met hoek en radius, gerelateerd aan de pool (oorsprong van het polaire coördinatenstelsel) ingevoerd. In NC- records met polaire eindpuntwaardes mogen geen cartesische coördinaten zoals interpolatieparameters, adressen enz. worden geprogrammeerd.

Vastleggen van de pool

<

G110 Definiëren pool, gerelateerd aan de laatste geprogrammeerde gereedschapspositie. G111 Definiëren pool, gerelateerd aan het actuele nulpunt van het coördinatenstelsel v.h. werkstuk. G112 Definiëren pool, gerelateerd aan de laatste geldige pool.

*53$3 ) $3

<

= < ; * ;

De pool kan in rechthoekige of in polaire coördinaten worden gedefinieerd.

53

X,Y,Z Coördinaten van de pool (rechthoekig) RP Polaire radius (= afstand pool - doelpunt) AP Polaire hoek tussen afstand pool-doelpunt en hoek referentieas (eerstgenoemde poolas).

;

Voorbeeld G111 X30 Y40 Z0 G1 RP=40 AP=60 F300 Met G111 wordt de pool op de absolute positie 30/ 40/0 gezet. Met G1 wordt het gereedschap vanaf zijn vorige positie naar de polaire positie RP40/AP60 bewogen. De hoek heeft betrekking op de X-as, aangezien X in het G111-record als eerste is geprogrammeerd.

D 27

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Zacht aanlopen- en wegbewegen G140 - G341, DISR, DISCL, FAD

3

G140 Zacht aanlopen (heenbewegen) en wegbewegen G141 Aanlopen van links cq. wegbewegen van links G142 Aanlopen van rechts cq. wegbewegen van rechts G143 Aanloop- cq. wegbeweegrichting afhankelijk van de relatieve positie van het start- cq. eindpunt t.o.v. de raaklijnrichting G147 Aanlopen met een rechte lijn G148 Wegbewegen met een rechte lijn G247 Aanlopen met een kwartcirkel G248 Wegbewegen met een kwartcirkel

*HUHHGVFKDSVPLGGHOSXQWEDDQ

3 3

',65

*

3 3 *HUHHGVFKDSVPLGGHOSXQWEDDQ

G340 Aanlopen- en wegbewegen ruimtelijk (waarde beginpositie) G341 Aanlopen en wegbewegen in het vlak G347 Aanlopen met een halve cirkel G348 Wegbewegen met een halve cirkel G450 Contour aanlopen en verlaten G451 Contour aanlopen en verlaten DISR • Aanlopen en wegbewegen met rechte lijnen, afstand van de freeskant vanaf het startpunt naar de contour • Aanlopen en wegbewegen met cirkels. Radius van de gereedschapsmiddelpuntbaan DISCL Afstand van het eindpunt van de ijlgang naar het bewerkingsvlak DISCL=AC Definitie van de absolute positie van het eindpunt van de ijlbeweging DISCL=0 G340: P1, P2, P3 vallen samen G341: P2, P3 vallen samen FAD Definitie van de voedingssnelheid G341: van P2 naar P3 G340: van P2 resp. P3 naar P4 FAD=PM Lineaire voeding (wie G94) FAD=PR Omdraaiingsvoeding (zoals G95)

',65 3 *

3

3

',65

*HUHHGVFKDSVPLGGHOSXQWEDDQ

3 *

M.b.v. de functie zacht aanlopen en wegbewegen kan het startpunt van een contour onafhankelijk van de positie van het uitgangspunt tangentieel worden aangelopen. Deze functie wordt voornamelijk samen met de gereedschapsradiuscorrectie gebruikt, dit is evenwel niet verplicht. De heen- en wegbeweging bestaat uit maximaal vier deelbewegingen: • Startpunt van de beweging (P0) • Tussenpunten (P1,P2,P3) • Eindpunt (P4)

Heen- en terugbewegingen (aanlopen/wegbewegen), weergegeven met tussenpunt P3 (met gelijktijdige activering van de gereedschapsradiuscorrectie).

De bewegingen met G0/G1 moeten vóór de zachte bewegingen naar en vanaf het onbewerkte deel worden geprogrammeerd. De programmering van G0/G1 in het record is niet mogelijk.

De punten P0, P3, en P4 zijn altijd gedefinieerd. De tussenpunten P1 en P2 kunnen afhankelijk van de bewerkingsomstandigheden worden gebruikt.

D 28

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Keuze van de aanloop- cq. wegbeweegrichting Bepalen van de aanloop- en wegbeweegrichting met behulp van de gereedschapsradiuscorrectie

%HZHUNLQJVEHZHJLQJ 3

3

3

3 5HFKWHOLMQRIKHOL[

3 3

3 3

',6&/

3

',6&/

*

bij positieve gereedschapsradius: G41 actief - aanlopen van links G42 actief - aanlopen van rechts

5HFKWHOLMQ RIFLUNHO 3

Verdeling van beweging van het start- naar het eindpunt (G340 en G341) Het op karakteristieke wijze aanlopen van P0 naar P4 wordt in het nevenstaande beeld weergegeven.

* %HZHUNLQJVYODN

In gevallen waar de positie in de actieve vlakken G17 t/m G19 ligt, wordt rekening gehouden met een eventueel actief draaiend FRAME

9HUWUHNEHZHJLQJLQJHQDIKDQNHOLMNYDQ**

$TC_DP1 [1,1]=120 $TC_DP6 [1,1]=7

%HZHUNLQJWRGLWSXQWPHW *2GDDUQDPHW*) < =

=

N10 G90 G0 X0 Y0 Z30 D1 T1 N20 X10 N30 G41 G147 DISCL=3 DISR=13 Z=0 F1000 N40 G1 X40 Y-10 N50 G1 X50 ... ... N30/40 kan worden vervangen door: 1. N30 G41 G147 DISCL=3 DISR=13 X40 Y-10 ZO F1000

=

;

3

',65

of 2. N30 G41 G147 DISCL=3 DISR=13 F1000 N40 G1 X40 Y-10 ZO

D 29

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Botsingsbewaking NORM, KONT Contouren aanlopen en verlaten NORM/KONT NORM: Het gereedschap beweegt in een rechte lijn naar de contour en staat loodrecht op het contourpunt. Wanneer het start-/eindpunt niet aan dezelfde kant van de contour ligt als het eerste/laatste contourpunt, wordt de contour beschadigd. KONT: Het gereedschap loopt om het contourpunt heen, zoals met G450/451 geprogrammeerd.

g e p r o g r a m m e e r d e gereedschaps-baan daadwerkelijke gereedschapsbaan met correctie

.217

1250

5

5 *

*

*

*

*

5

5

*

5

*

*

.217*

1250 Bij het aanlopen of wegbewegen met NORM wordt de contour beschadigd (zwart), wanneer het start- of het eindpunt achter de contour ligt.

Bij het aanlopen of wegbewegen met KONT loopt het gereedschap in een cirkelboog (G450) of in een rechte lijn (G451) om de hoek heen.

D 30

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Oproep van cycli De oproep van de cycli geschiedt als volgt:

Aanwijzing bij de beschrijving van de cycli

Cyclus (parameter 1, parameter 2, ...)

De beschrijving van de cycli begint telkens met een tabel met een overzicht van de cycli en hun parameters. Op de daaropvolgende bladzijden worden de cycli en hun parameters dan nader toegelicht.

In de afbeeldingen en in de beschrijving van de cyclus staan de vereiste parameters voor de gewenste cyclus.

In de overzichtstabel zijn de navolgende cycli op de voorafgaande cycli gebaseerd, d.w.z. er worden alleen parameters ingevoerd die afwijken van de vorige cycli of die nieuw worden toegevoegd.

De parameters worden in de oproep alleen met hun waarde (zonder naam) ingevoerd. Daarom moet de volgorde van de parameters gelijk blijven, anders worden waardes verkeerd geinterpreteerd. Mocht een bepaalde parameter niet worden gebruikt, dient hiervoor in de plaats een extra komma te worden gezet.

Voorbeelden: CYCLE 82 heeft dezelfde parameters als CYCLE 81, alleen parameter 6 DTB wordt toegevoegd CYCLE 83 heeft de eerste 5 parameters als CYCLE 81, de parameters 6 - 12 zijn nieuw. CYCLE 84 heeft de parameters 1-5 als CYCLE 81, de parameter 6 als CYCLE 82 en de parameters 7 12 worden toegevoegd, enz.

Voorbeeld: Er moet een boring met CYCLE 81worden gemaakt. Een veiligheidsafstand is niet nodig (bijv. omdat het werkstuk reeds een gat heeft). De boring moet 15 mm diep zijn, gerelateerd aan het nulpunt. CYCLE81 (5,0,,-15) CYCLE 81 . Boren, centreren 5 ................ Terugtrekvlak 5 mm boven het nulpunt (= werkstukoppervlak) 0 ................ Referentievlak ligt op de hoogte van het nulpunt ,, ................ Hier zou de veiligheidsafstand moeten worden geprogrammeerd. In plaats daarvan wordt hier een extra komma gezet, zodat de besturing weet dat de volgende waarde de boordiepte is. -15 ............. Eindboordiepte absoluut () ................ De parameter DPR wordt niet meer ingevoerd. Aangezien er geen verdere parameter volgt, hoeft er ook geen komma te worden gezet.

Cycli kunnen ook met MCALL worden opgeroepen. (zie "Modaal sub-programma MCALL")

D 31

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Boorcycli

&\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH &\FOH +ROHV +ROHV &\FOH

%225&<&/, %RUHQFHQWUHUHQ %RUHQYODNNHQ 'LHSJDWERUHQ 6FKURHIGUDDGWDSSHQ]RQGHU HJDOLVDWLHYXOSODDW 6FKURHIGUDDGWDSSHQPHW HJDOLVDWLHYXOSODDW 8LWERUHQ 8LWERUHQ 8LWERUHQ 8LWERUHQ 8LWERUHQ *DWHQUHHNVYHUERQGHQPHWGHRSURHS 0&$// *DWHQFLUNHOYHUERQGHQPHWGHRSURHS 0&$// 3XQWHQUDVWHU

D 32

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN CYCLE81 Boren, centreren CYCLE82 Boren, vlakken CYCLE81 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR) CYCLE82 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,DTB) RTP

RFP

SDIS

DP DPR

Terugtrekvlak absoluut ReTraction Plane Op deze hoogte staat het gereedschap na de cyclus. RTP moet hoger dan het referentievlak liggen. Referentievlak absoluut ReFerence Plane Hoogte van het werkstukoppervlak, meestal ligt het werkstuknulpunt op het oppervlak (RFP=0) Veiligheidsafstand zonder voorteken Safety DIsance Het gereedschap beweegt in de ijlgang tot de hoogte SDIS boven het referentievlak en schakelt dan om op werkvoeding Eindboordiepte absoluut DePth Diepte van de boring, gerelateerd aan het werkstuknulpunt. Eindboordiepte, relatief t.o.v. het referentievlak DePth Relatiefe Diepte van de boring, gerelateerd aan het referentievlak, zonder voorteken. Geprogrammeerd wordt DP of DPR . Indien toch beide waardes worden ingevoerd, geldt DPR.

DTB

Het gereedschap moet vóór de cyclus boven de boring in positie worden gebracht.

* *

Het gereedschap beweegt met de geprogrammeerde voeding F naar de boordiepte DP/DPR en in de ijlgang uit de boring.

573

6',6 '35

=

Verblijftijd op de boorbodem in [s] Dwell Time at Bottom Het gereedschap beweegt pas na een verblijftijd uit de boring, om de boorbodem uit te ruimen (alleen CYCLE82).

Met CYCLE82 kan er bovendien een verblijftijd DTB op de boorbodem worden geprogrammeerd.

5)3 '3

'7%&<&/(

D 33

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Cycle81

‘

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 2 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Eindboordiepte absoluut ................................... -10 Eindboordiepte relatief ......................................... 0 Verblijftijd (alleen Cycle82) .................................. 0

G54 TRANS Z20 T1 D1 M6 S1500 M3 F120 G0 X20 Y20 Z2 Cycle81 (2, 0, 1, -10, 0) G0 Z40 M30

D 34

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN CYCLE83 Diepgatboren CYCLE83 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,FDEP,FDPR,DAM, DTB,DTS,FRF,VARI,AXN,MDEP,VRT,DTD,DIS1) Parameters toegevoegd aan Cycle82:

FDEP Eerste boordiepte absoluut First DEPth FDPR Eerste boordiepte relatief First DePth Relative DAM Degressiebedrag Degression AMount DTS Verblijftijd vóór bewerking in [s] Dwell Time at infeed Start FRF Voedingsreductiefactor voor eerste boordiepte Feed Reduction Factor VARI Soort bewerking VARIant AXN(*) Gereedschapsas AXis MDEP(*)Minimale boordiepte Min. drilling DEPth VRT(*) Variabele terugtrekafstand Variable ReTurn path DTD(*) Verblijftijd op eindboordiepte Dwell Time ( ) DIS1 * Voorhoudafstand DIStance Functie: Het gereedschap boort met het geprogrammerde toerental van de spindel en de geprogrammeerde voedingssnelheid tot de ingevoerde eindboordiepte. Het diepe boorgat wordt tot de einddiepte geboord door de dieptevoeding trapsgewijze te herhalen. De maximale waarde hiervan kan worden geprogrammeerd. Naar keuze kan de boor na iedere dieptevoeding worden teruggetrokken tot het referentievlak+ veiligheidsafstand om te ontspanen of ook telkens met 1 mm om de spanen te breken. FDEP Diepte van de eerste boorbewerking gerelateerd aan het werkstuknulpunt. FDPR Diepte van de eerste bewerking gerelateerd aan het referentievlak, zonder voorteken. DAM Uitgaande van de eerste boordiepte wordt de navolgende bewerking telkens met de DAM verminderd. DTB De verblijftijd op de eindboordiepte (spanen breken) wordt in seconden of in omwentelingen van de hoofdspindel geprogrammeerd. DTB < 0 invoer in omwentelingen DTB = 0 invoer in seconden DTS Het gereedschap wordt na iedere bewerking teruggetrokken en beweegt pas na een verblijftijd opnieuw naar het werkstuk.

D 35

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

FRF De geprogrammeerde voeding kan t.b.v. de eerste bewerking met deze factor worden gereduceerd, invoerbereik 0,001 - 1. VARI VARI=0 - Spanen breken Na iedere bewerking trekt het gereedschap zich met 1 mm terug om de spanen te breken VARI=1 - Ontspanen Na iedere bewerking trekt het gereedschap zich uit de boring terug tot het referentievlak om de spanen uit de boring weg te ruimen. AXN Keuze van de gereedschapsas: Z=3 MDEP Bij de berekening van de boorslag met behulp van een degressiefactor kan men een minimale boordiepte bepalen. Als de boorslag onder deze minimale boordiepte komt, wordt de resterende boordiepte afgewerkt met slagen die dezelfde lengte hebben als de minimale boordiepte. VRT Teugtrekafstand bij het spanen breken. Bij VRT=0 (parameter niet geprogrameerd) wordt de boor 1mm teruggetrokken. )'35'$0

' 3

)' ( 3

)'35

' 7% ' 7%

5 5 5 )3 )3 73 6 ' ,6

' 76

DTD De verblijftijd op de eindboordiepte kan in seconden of in omwentelingen worden ingevoerd. DTD > 0 Invoer in seconden DTD < 0 Invoer in omwentelingen DTD = 0 Verblijftijd zoals geprogrammeerd onder DTB

* *

9$5,

PP ' 7% ' 7'

' 7%

' 76

9$5,

DIS1 De voorhoudafstand na het opnieuw duiken in het boorgat kan worden geprogrammeerd (bei VARI=1). DIS1 > 0 Positioneren op de geprogrameerde waarde DIS1 = 0 Automatische berekening Het gereedschap moet voor de cyclus boven de boring in positie worden gebracht. Het gereedschap beweegt naar de eerste boordiepte FDEP/FDPR, beweegt in de ijlgang terug, zet de bewerking voort enz.. De bewerkingsdiepte wordt telkens met DAM verminderd.

D 36

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Cycle83

‘

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 2 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Eindboordiepte absoluut ................................... -10 Eindboordiepte relatief ......................................... 0 Eerste boordiepte absoluut ................................. -5 Eerste boordiepte relatief ..................................... 0 Degressiebedrag .................................................. 5 Verblijftijd op boordiepte ...................................... 0 Verblijftijd op beginpunt ........................................ 0 Voedingsreductiefactor ........................................ 1 Soort bewerking ................................................... 0 Gereedschapsas .................................................. 3 Minimale boordiepte ............................................. 1 Variabele terugtrekafstand ................................... 0 Verblijftijd op eindboordiepte ................................ 0 Voorhoudafstand .................................................. 0

G54 TRANS Z20 T2 D1 M6 S2000 M3 F150 G0 X20 Y20 Z2 Cycle83 (2, 0, 1, -10, 0, -5, 0, 5, 0, 0, 1, 0,3,1,0,0,0) G0 Z40 M30

D 37

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

CYCLE84 Schroefdraad tappen zonder egalisatie-vulplaat CYCLE84 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,DTB,SDAC,MPIT,PIT,POSS, SST,SST1,AXN,PTAB,TECH,VARI,DAM,VRT) Parameters toegevoegd aan Cycle81: SDAC Draairichting na cycluseinde Spindle Direction After Cycle 3: rechts, 4: links, 5:spindelstop MPIT Schroefdraadspoed als nominale waarde Metrical PITch Schroefdraadspoed metriek normaal schroefdraad, waardebereik 3 (M3) - 48 (M48). PIT Schroefdraadspoed in mm PITch Waardebereik 0,001 - 2000 mm. (met voorteken v. d. draairichting) Geprogrammeerd wordt MPIT of PIT . Tegenstrijdige waardes activeren een alarm. POSS Spindelpositie voor spindel exacte stop Position of Spindle Voor de cyclus wordt de spindel met POSS gericht. SST Spindeltoerental voor schroefdraad tappen Spindle Speed for Tapping SST1 Spindeltoerental voor terugtrekken Spindle Speed for Tapping ( ) AXN * Gereedschapsas Keuze van de gereedschapsas: Z=3 PTAB(*) Analyse van de schroefdraadspoed PIT 0: Volgens geprogammeerd maatstelsel in inch/metriek 1: Spoed in mm 2: Spoed in schroefdraadgang per inch 3: Spoed in inch/omwenteling ( ) TECH * Technologische instellingen PLAATS VAN DE EENHEID: nauwkeurig gedrag 0: Zoals vóór het oproepen van de cyclus geprogrammeerd 1: (G601) 2: (G602) 3: (G603) PLAATS VAN HET TIENTAL: voorsturing 0: Zoals vóór het oproepen van de cyclus geprogrammeerd 1: Met voorsturing (FFWON) 2: Zonder voorsturing: (FFWOFF) PLAATS VAN HET HONDERDTAL: versnelling 0: Zoals vóór het oproepen van de cyclus geprogrammeerd 1: Achterwaarts beperkte versnelling van de assen 2: Sprongsgewijze versnelling van de assen 3: Gereduceerde versnelling van de assen PLAATS VAN HET DUIZENDTAL: 0: Spindelmodus weer activeren (bij MCALL) 1: In positiegeregelde modus blijven (bij MCALL)

D 38

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN VARI(*) Soort bewerking 0: Schroefdraadboren in één keer 1: Diepgat schroefdraadboren met spanen breken 2: Diepgat schroefdraadboren met ontspanen ( ) DAM * Incrementele boordiepte zonder voorteken ( ) VRT * Variabele terugtrekafstand om spanen te breken zonder voorteken

Bewerkingsvolgorde: • Het gereedschap moet vóór de cyclus boven de boring in positie worden gebracht.

* *6

Bewegen in de ijlgang op veiligheidsafstand.

•

Gerichte spindelstop POSS.

•

Schroefdraad tappen tot einddiepte DP met toerental SST, spindeldraaiing en voeding zijn gesynchroniseerd.

•

Verblijftijd op einddiepte.

•

Omkeer draairichting

•

Terugtrekken tot veiligheidsafstand met toerental SST1.

•

Terugtrekken in de ijlgang tot terugtrekvlak RTP.

•

Instellen van de draairichting SDAC.

573

6',6

=

6'$&

•

5)3

'3 '7%

D 39

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Cycle84

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 5 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 2 Eindboordiepte absoluut ................................... -15 Eindboordiepte relatief ......................................... 0 Verblijftijd ............................................................. 0 Draairichting na cycluseinde ................................ 3 Schroefdraadspoed als nominale waarde ............ 0 Schroefdraadspoed in mm ................................... 1 Spindelpositie ....................................................... 0 Toerental .......................................................... 500 Toerental voor terugtrekken ............................. 800 Gereedschapsas .................................................. 3 Analyse van de schroefdraadspoed ..................... 0 Technologische instellingen ................................. 0 Soort bewerking ................................................... 0 Incrementele boordiepte ...................................... 0 Variabele terugtrekafstand ................................... 0

G54 TRANS Z20 T4 D1 M6 G0 X20 Y20 Z5 Cycle84 (5, 0, 2, -15, 0, 0, 3, 0, 1, 0, 500, 800, 3,0,0,0,0,0) G0 Z40 M30

Deze cyclus functioneert alleen op machines met positiegeregelde spindel.

D 40

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

CYCLE840 Schroefdraad tappen met egalisatie-vulplaat CYCLE840 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,DTB,SDR,SDAC,ENC, MPIT,PIT,AXN,PTAB,TECH) Parameters toegevoegd aan Cycle81: SDR

Draairichting voor terugtrekken Spindle Direction for Retraction 0: automatische omkeren, 3: rechts, 4: links SDAC Draairichting na cycluseinde Spindle Direction After Cycle 3: rechts, 4: links, 5: spindelstop ENC Spindel draaiomvormer gebruiken ENCof 0: met omvormer, 1: zonder omvormer, bij machines zonder omvormer wordt deze parameter genegeerd MPIT Schroefdraadspoed als nominale waarde Metrical PITch Schroefdraadspoed metriek normaal schroefdraad, waardebereik 3 (M3) - 48 (M48). PIT Schroefdraadspoed in mm PITch Waardebereik 0,001 - 2000 mm. (met voorteken v. d. draairichting) Geprogrammeerd wordt MPIT of PIT. Tegenstrijdige waardes activeren een alarm. AXN(*) Gereedschapsas Keuze van de gereedschapsas: Z=3 PTAB(*) Analyse van de schroefdraadspoed PIT 0: Volgens geprogammeerd maatstelsel in inch/metriek 1: Spoed in mm 2: Spoed in schroefdraadgang per inch 3: Spoed in inch/omwenteling ( ) TECH * Technologische instellingen PLAATS VAN DE EENHEID: nauwkeurig gedrag 0: Zoals vóór het oproepen van de cyclus geprogrammeerd 1: (G601) 2: (G602) 3: (G603) PLAATS VAN HET TIENTAL: voorsturing 0: Zoals vóór het oproepen van de cyclus geprogrammeerd 1: Met voorsturing (FFWON) 2: Zonder voorsturing: (FFWOFF) PLAATS VAN HET HONDERDTAL: rembeginpunt 0: zonder berekening 1: met berekening

D 41

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Bewerkingsvolgorde: • Het gereedschap moet vóór de cyclus boven de boring in positie worden gebracht.

* *6

6'$&

=

6',6

573

6'5

5)3

•

Bewegen in de ijlgang op veiligheidsafstand.

•

Schroefdraad tappen tot einddiepte DP met geprogrammeerd toerental.

•

Verblijftijd op einddiepte.

•

Omkeer draairichting volgens SDR.

•

Terugtrekken tot veiligheidsafstand

•

Terugtrekken in de ijlgang tot terugtrekvlak RTP.

•

Instellen van de draairichting SDAC.

'3

'7%

Voorbeeld Cycle840

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 5 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 2 Eindboordiepte absoluut ................................... -15 Eindboordiepte relatief ......................................... 0 Verblijftijd ............................................................. 0 Draairichting voor terugtrekken ............................ 4 Draairichting na cycluseinde ................................ 3 0 met omvormer 1 zonder omvormer ............... 0 Schroefdraadspoed als nominale waarde ............ 0 Schroefdraadspoed in mm .............................. 1,25 Gereedschapsas .................................................. 3 Analyse van de schroefdraadspoed ..................... 0 Technologische instellingen ................................. 0

G54 TRANS Z20 T4 D1 S600 M3 G0 X20 Y20 Z2 Cycle840 (5, 0, 2, -15, 0, 0, 4, 3, 0, 0, 1.25,3,0,0) G0 Z40 M30

D 42

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN CYCLE85 Uitboren 1, CYCLE89 Uitboren 5 CYCLE85 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,DTB,FFR,RFF) CYCLE89 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,DTB) Uitboren 1 en 5 lijken op CYCLE82. Verschillen t.o.v. CYCLE82: • •

De bewerkingsvoeding is niet de laatste geprogrammeerde F-waarde, maar wordt met parameter FFR in de cyclusoproep geprogrammeerd. De terugtrekbeweging geschiedt niet in de ijlgang, maar wordt met parameter RFF in de cyclusoproep geprogrammeerd.

FFR RFF

Bewerkingsvoeding Terugtrekvoeding

D 43

Forward Feed Rate Retraction Feed

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN CYCLE86 Uitboren 2

CYCLE86 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,DTB,SDIR,RPA,RPO,RPAP,POSS) Uitboren 2 lijkt op CYCLE82. Als gereedschap mag alleen een uitdraaikop worden gebruikt. Verschillen t.o.v. CYCLE82: • •

De draairichting wordt in de cyclus met SDIR geprogrammeerd. De spindel blijft op de boorbodem gericht staan (POSS) en de uitdraaikop kan met RPA, RPO, RPAP in X/Y/Z van het oppervlak worden opgetild, zodat het oppervlak tijdens het terugtrekken geen krassen oploopt.

SDIR

Spindeldraairichting Spindle DIRection 3: rechts, 4: links RPA Opttilbeweging in X Retraction Position Abscissa incrementeel met voorteken RPO Opttilbewegingin Y Retraction Position Ordinate incrementeel met voorteken RPAP Opttilbeweging in Z Retraction Position APplicate incrementeel met voorteken POSS Spindelpositie voor spindel exacte stop Position of Spindle Het optillen moet tegen de richting van de snijkant van het gereedschap geschieden.

573

De optilbeweging moet kleiner zijn dan de lengte van het uitstekende stuk van de snijkant (snede) van de uitdraaikop.

5)36',6 '7% '3

D 44

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN CYCLE87 Uitboren 3 CYCLE87 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,SDIR) LET OP: boren met programmastop M0 op de boorbodem, terugtrekken geschiedt d.m.v. NC-Start zonder toerental.

CYCLE88 Uitboren 4 CYCLE87 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,DTB,SDIR) LET OP: boren met verblijftijd en programmastop M0 op boorbodem, terugtrekken geschiedt d.m.v. NC-Start zonder toerental.

D 45

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Gatenreeks HOLES1, gatencirkel HOLES2

Met deze functies beweegt het programma in de ijlgang één voor één naar de boorposities en voert op iedere boorpositie de van tevoren modaal gekozen boorcyclus uit. Het programma legt de optimale volgorde van de boringen vast. Programmering 1. Gewenste boorcyclus modaal oproepen 2. Boorbeeld programmeren 3. Modale oproep deactiveren

N60 MCALL CYCLE81 (....) N65 HOLES1(....) N70 MCALL

Gatenreeks HOLES1 HOLES1 (SPCA,SPCO,STA1,FDIS,DBH,NUM) SPCA Referentiepunt in X Start Point of Cycle Abscissa SPCO Referentiepunt in Y Start Point of Cycle Ordinate STA1 Hoek van de gatenreeks gerelateerd aan X FDIS Afstand referentiepunt - eerste boring First DIstance incrementeel zonder voorteken DBH Afstand tussen de boringen Distance Between Holes incrementeel zonder voorteken NUM Aantal boringen NUMber Gatcirkel HOLES2 HOLES2 (CPA,CPO,RAD,STA1,INDA,NUM) CPA Middelpunt in X Centre Point Abscissa CPO Middelpunt in Y Centre Point Ordinate RAD Radius van de gatencirkel RADius STA1 Beginhoek gerelateerd aan X INDA Verdeelhoek INDexing Angle Wanneer INDA=0 wordt geprogrammeerd, worden de boringen gelijkmatig verdeeld over de gatencirkel NUM Aantal boringen NUMber

<

<

+2/(6

63&$

,1' $

67$

+ '% ' 5$

&32

67$ 63&2

,6 )'

&3$

+2/(6

;

; D 46

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Referentiepunt abscis ........................................ 20 Referentiepunt ordinaat .................................... -40 Hoek van de gatenreeks ................................... 15° Afstand tussen referentiepunt en eerste boring ................................................... 0 Afstand tussen de boringen ............................... 30 Aantal boringen .................................................... 4

ƒ

Voorbeeld Holes1

G54 TRANS Z40 T1 D1 M6 S1000 M3 F200 G0 X0 Y0 Z50 M8 MCALL Cycle81 (10, 0, 2, -12, 0) Holes1 (20, -40, 15, 0, 30, 4) MCALL M9 G0 Z50 M30

D 47

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Holes2

Middelpunt in de abscis ...................................... 25 Middelpunt in de ordinaat ................................... 25 Radius van de gatencirkel .................................. 15 Beginhoek ....... ................................................. 45° Doorschakelhoek .............................................. 90° Aantal boringen .................................................... 4

ƒ

ƒ 5

¡

G54 TRANS Z20 T1 D1 M6 S1200 M3 F140 G0 X25 Y25 Z10 MCALL Cycle83(2, 0, 1, -10, 0, -5, 0, 5, 0, 0, 1, 0, 3, 2, 0, 0, 0) Holes2(25, 25, 15, 45, 90, 4) MCALL G0 Z50 M30

D 48

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Puntenraster CYCLE801(*)

Met deze cyclus kan een gatenraster-boorpatroon worden bewerkt. Het soort boorgat wordt door de vooraf modaal geselecteerde boorcyclus bepaald. Programmering 1. Gewenste boorcyclus modaal oproepen 2. Boorcyclus programmeren 3. Modale oproep deactiveren

N60 MCALL CYCLE81 (....) N65 CYCLE801(....) N70 MCALL

CYCLE801 (SPCA,SPCO,STA1,DIS1,DIS2,NUM1,NUM2) Extra parametes bij HOLES1: STA1 DIS1 DIS2 NUM1 NUM2

DIS1

Hoek t.o.v. van de X-as Afstand van de kolommen (zonder voorteken) Afstand van de regels (zonder voorteken) Aantal kolommen Aantal regels

DIS2

STA

Voorbeeld Cycle801

SPCO SPCA

Referentiepunt abscis (in X) ............................... 30 Referentiepunt ordinaat (in Y) ............................ 20 Hoek van de gatenreeks ..................................... 0° Afstand van de kolommen .................................. 10 Afstand van de regels ........................................ 15 Aantal kolommen ................................................. 5 Aantal regels ........................................................ 3

20

15

G54 TRANS Z20 T1 D1 M6 S1200 M3 F140 G0 X0 Y0 Z50 M8 MCALL Cycle81(10, 0, 2, -12, 0) Cycle801(30, 20, 0, 10, 15, 5, 3) MCALL M9 G0 Z50 M30

30

10

D 49

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

D 50

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Freescycli

&\FOH &\FOH &\FOH /RQJKROH 6ORW 6ORW 3RFNHW 3RFNHW 3RFNHW 3RFNHW &\FOH &\FOH

)5((6&<&/, 9ODNIUH]HQ %DDQIUH]HQ 6FKURHIGUDDGIUH]HQ /DQJJDWHQRSHHQFLUNHO 6OHXYHQRSHHQFLUNHO &LUNHOVOHXI 5HFKWKRHNLJHXLWKROOLQJ &LUNHOYRUPLJHXLWKROOLQJ 5HFKWKRHNLJHXLWKROOLQJ &LUNHOYRUPLJHXLWKROOLQJ 5HFKWKRHNWDSIUH]HQ &LUNHOWDSIUH]HQ

D 51

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN CYCLE71 Vlak frezen

CYCLE71 (RTP,RFP,SDIS,DP,PA,PO,LENG,WID,STA,MID,MIDA, FDP,FALD,FFP1,VARI) RTP

Terugtrekvlak absoluut ReTraction Plane Op deze hoogte staat het gereedschap na de cyclus. RTP moet hoger dan het referentievlak liggen. RFP Referentievlak absoluut ReFerence Plane Hoogte van het werkstukoppervlak, meestal ligt het werkstuknulpunt op het oppervlak (RFP=0) SDIS Veiligheidsafstand zonder voorteken Safety DIsance Het gereedschap beweegt in de ijlgang tot hoogte SDIS boven het referentievlak en schakelt dan over op werkvoeding DP Diepte absoluut DePth PA Beginpunt van de rechthoek as 1 Point Abcissa PO Beginpunt van de rechthoek as 2 Point Ordinaat LENG Lengte van de rechthoek op as 1, incrementeel. LENGHth De hoek, van waaruit wordt gemeten blijkt uit het voorteken. WID Lengte van de rechthoek op as 2, incrementeel. WIDth De hoek, van waaruit wordt gemeten blijkt uit het voorteken. STA Hoek tussen de lengteas van de rechthoek en as 1 van het vlak (abscis, zonder voorteken invoeren). Waardebereik: 0° _STA < 180° MID Maximale bewerkingsdiepte (zonder voorteken invoeren) Maximal Infeed Depth MIDA Maximale bewerkingsbreedte bij het blootleggen in het vlak (zonder voorteken invoeren) Maximal Infeed Depth A FDP Vrij traject in het vlak (incrementeel, zonder voorteken invoeren) FALD Nafreestoemaat in de diepte (incrementeel, zonder voorteken invoeren) In de bewerking "Nafrezen" betekent FALD het restmateriaal op het oppervlak Finishing Allowance Depth FFP1 Voeding voor oppervlakbewerking Feed For Plane VARI Soort bewerking VARIant ÉÉN CIJFER Waarde: 1... Blootleggen tot nafreestoemaat 2... Nafrezen DECIMAAL CIJFER Waarde: 1... Evenwijdig met abscis, in één richting 2... Evenwijdig met ordinaat, in één richting 3... Evenwijdig met abscis, met wisselende richting FDP1 Overloopbaan in de richting van de 4... Evenwijdig met ordinaat, met wisselende richting vlakbewerking, incrementeel zonder /(1* voorteken invoeren, gerelateerd aan de 0,'$ laatste snijbewerking.

)'3

0,'$

:,'

<

=XVWHOOSXQNW

; D 52

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN <

<

/(1*

/(1*

Functie: Hiermee kan kan een willekeurig rechthoekig vlak worden weggefreesd. De cylus bestaat uit voorfrezen (blootleggen van het oppervlak in verschillende stappen tot de nafreestoemaat) en nafrezen (planeren = één keer over het oppervlak heenfrezen). Breedte en diepte van de maximale bewerking kunnen worden ingesteld. De cyclus kent geen freesradiuscorrectie. De dieptebewerking wordt vrij uitgevoerd.

', :

', :

;

; < /(1*

/(1*

,':

,': ;

;

Voorbeeld Cycle 71 Terugtrekvlak absoluut ....................................... 10 Referentievlak absoluut ........................................ 0 Veiligheidsafstand ................................................ 2 Diepte absoluut ................................................... -6 Referentiepunt in de abscis ................................. 0 Referentiepunt in de ordinaat ............................... 0 Lengte van de rechthoek, abscis ....................... 60 Lengte van de rechthoek, ordinaat ..................... 40 Draaihoek in het vlak .......................................... 10 Bewerkingsdiepte max. voor één bewerking ........ 2 Max. bewerkingsbreedte .................................... 10 Vrij traject aan het einde van de freesbaan ......... 5 Nafreestoemaat .................................................... 0 Voeding in de oppervlakbewerking .................. 400 Soort bewerking ................................................. 31 Overloopbaan bij de laatste snijbewerking veroorzaakt door de snijkantgeometrie ................ 2

G54 TRANS Z20 T6 D1 M6 S2500 M3 F400 G0 X0 Y0 Z20 CYCLE 71 6,0,0,60,40,10,2,10,5,0,400,31,2) G0 Z40 M30

D 53

(10,0,2,-

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN CYCLE72 Baanfrezen

CYCLE72 (KNAME, RTP, RFP, SDIS, DP, MID, FAL, FALD, FFP1, FFD, VARI, RL,AS1, LP1, FF3, AS2, LP2) Parameters toegevoegd aan G81: KNAME Naam van het contourprogramma De contour die moet worden gefreesd, wordt in zijn geheel in een subprogramma geprogrammeerd. Met KNAME wordt er een naam aan het sub-programma gegeven. FAL

Nafrees-toemaat op de randcontour (zonder voorteken)

FFD

Voeding voor dieptebewerking (zonder voorteken)

RL

Om de contour heenbewegen (in het midden-, rechts- of links) met G40, G41 of G42 Waarde: 40 .... G40 (Aanlopen- en wegbewegen alleen in een rechte lijn) 41 .... G41 42 .... G42

LP1/LP2 Lengte, Radius Met LP1 programmeert u het aanlooptraject resp. de aanloopradius. Met LP1 programmeert u het wegbeweegtraject resp. de wegbeweegradius. De waardes moeten >0 geprogrammeerd worden FF3 waarde

Terugtrekvoeding voor tussenposities in het vlak Indien de voeding m.b.v. G0 dient te geschieden, moet voor FF3 de 0 worden geprogrammeerd.

AS1/AS2 Programmering van EEN de aanloopCIJFER:resp. wegbeweegbaan Met AS1 programmeert u de aanloopbaan, met AS2 de wegbeweegbaan. Waardes: 1 .... beweegt Rechte raaklijn Indien AS2 niet is geprogrammeerd, de frees weg zoals bij AS1. 2 .... Kwart cirkel 3 .... Halve cirkel DECIMAAL CIJFER: Waardes: 0 .... Aanlopen van de contour het vlak 1 .... Aanlopen van de contour in een ruimtelijke baan

in auf

AS1/AS2 Aanloop- resp. wegbeweegbaan

D 54

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Cycle 72

Naam ....................................................... Contour1 Terugtrekvlak absoluut ......................................... 2 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Diepte absoluut ................................................... -4 Bewerkingsdiepte ................................................. 4 Nafrees-toemaat .................................................. 0 Nafrees-toemaat .................................................. 0 Voeding oppervlak ........................................... 250 Voeding diepte ................................................. 100 Soort bewerking ................................................. 11 Soort bewerking ................................................. 41 Aanlooptraject ...................................................2 Lengte, radius ...................................................... 5 Terugtrekvoeding ................................................. 0 Wegbeweegtraject ............................................... 2 Lengte, radius ...................................................... 5

G54 TRANS Z20 T1 D1 M6 (frees Ø16) S2500 F400 M3 Cycle72

("Contour1",2,0,1,-4,4,0,0,250,100,11,41,2,5,0,2,5) G0 Z40 M30

Sub-programma "Contour1" G1 X50 Y44 X94 RNDM=6 Y6 X6 Y44 X50 RNDM=0 M17

D 55

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN CYCLE 90 Schroefdraad frezen CYCLE90 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,DIATH,KDIAM, PIT,FFR,CDIR,TYTH,CPA,CPO) RTP RFP SDIS

Terugtrekvlak absoluut ReTraction Plane Referentievlak absoluut ReFerence Plane Veiligheidsafstand zonder voorteken Safety DIsance zie CYCLE81. DP Schroefdraadhoogte absoluut DePth Diepte van de boring, gerelateerd aan het werkstuknulpunt. DPR Schroefdraadhoogte, relatief t.o.v. het referentievlak DePth Relativ Diepte van de boring, gerelateerd aan het referentievlak, zonder voorteken. Geprogrammeerd wordt DP of DPR. Indien desondanks beide waardes worden opgegeven is DPR geldig. DIATH Nominale diameter van de schroefdraad DIAmeter of THread Buitendiameter van de schroefdraad voor binnen- en buitenschroefdraad KDIAM Kerndiameter van de schroefdraad Kernel DIAMeter Binnenschroefdraad: kerngatdiameter Buitenschroefdraad: schroefdraad kerndiameter PIT Schroefdraadspoed PITch FFR Voeding op de helixbaan Forward Feed Rate CDIR Bewerkingsrichting Cutting DIRection 2: G2 (met de wijzers van de klok) 3: G3 (tegen de wijzers van de klok) TYPTH Soort schroefdraad TYPe of THread 0: Binnenschroefdraad 1: Buitenschroefdraad Binnenschroefdraad: Startpositie is schroefdraad midden Buitenschroefdraad: Startpositie bij CDIR=2: X>CPA, Y>CPO Startpositie bij CDIR=3: X>CPA, Y

6WDUWSRVLWLHELM&',5 6WDUWSRVLWLHELM&',5

&', 5

< 5)3

,5 &'

'3

&3$

;

D 56

&32

6',6

=

;

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Cycle 90

0 [

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 1 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Schroefdraaddiepte absoluut ............................ -25 Diepte incrementeel ............................................. 0 Buitendiameter van de schroefdraad ................. 36 Binnendiameter van de schroefdraad ........... 34,38 Schroefdraadspoed ........................................... 1.5 Voeding voor schroefdraad frezen ................... 400 Freesrichting ........................................................ 2 Schroefdraadtype 0= binnen 1=buiten ................ 0 Middelpunt, abscis ............................................. 50 Middelpunt, ordinaat ........................................... 50

G54 TRANS Z20 T1 D1 M6 S2500 M3 G0 X50 Y50 Z2 Cycle90 (1, 0, 1, -25, 0, 0, 36, 34, 38, 1.5, 400, 2,0,5 0,5 0) G0 X80 Y100 Z50 M30

D 57

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Algemeen: langgat-, sleuffrezen •

De gereedschapsradius moet zijn opgeslagen in het gereedschapscorrectiegeheugen.

• Het gereedschap moet boven het midden snijden (moet voor het induiken geschikt zijn). De Siemens-cycli gaan uit van lange gaten cq. sleuven op een cirkel. Programmeren von evenwijdige lange gaten en sleuven Programmeren van de langgat- cq. sleufcyclus met de gegevens: NUM=1, RAD=0, INDA=0 Voor elk lange gat cq. elke sleuf moet een afzonderlijke cyclus worden opgeroepen. Voorbeeld:

LONGHOLE LONGHOLE

CPO=30, CPO=50, CPO=50, CPO=30,

<

LONGHOLE

(RTP, RFP, SDIS, DP, NUM=1, LENG, CPA=10, RAD=0, STA1=0, INDA=0, FFD, FFP1, MID) (RTP, RFP, SDIS, DP, NUM=1, LENG, CPA=10, RAD=0, STA1=0, INDA=0, FFD, FFP1, MID) (RTP, RFP, SDIS, DP, NUM=1, LENG, CPA=50, RAD=0, STA1=0, INDA=0, FFD, FFP1, MID) (RTP, RFP, SDIS, DP, NUM=1, LENG, CPA=50, RAD=0, STA1=0, INDA=0, FFD, FFP1, MID)

LONGHOLE

D 58

;

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Lange gaten op een cirkel LONGHOLE

LONGHOLE (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,NUM,LENG,CPA,CPO, RAD,STA1,INDA,FFD,FFP1,MID) Met behulp van deze functies beweegt het programma één voor één naar de posities van de lange gaten en freest op iedere positie het geprogrammeerde lange gat. Breedte v.h. lange gat = gereedschapsdiameter. Het programma kiest de optimale bewerkingsvolgorde van de verschillende gaten. RTP Terugtrekvlak absoluut ReTraction Plane Op deze hoogte staat het gereedschap na de cyclus. RFP Referentievlak absoluut ReFerence Plane Hoogte van het werkstukoppervlak, meestal RFP=0. SDIS Veiligheidsafstand zonder voorteken Safety DIsance IJlgang tot hoogte SDIS boven het referentievlak, eronder in de werkvoeding DP Langgatdiepte absoluut DePth Diepte van het lange gat, gerelateerd aan het werkstuknulpunt. DPR Langgatdiepte relatief t.o.v. het referentievlak DePth Relatiefe Diepte van het lange gat, gerelateerd aan het referentievlak, zonder voorteken. Geprogrammeerd wordt DP of DPR . NUM Aantal lange gaten NUMber LENG Langgatlengte LENGth CPA Middelpunt in X Centre Point Abscissa CPO Middelpunt in Y Centre Point Ordinaat RAD Radius van de binnencirkel RADius STA1 Beginhoek gerelateerd aan X INDA Verdeelhoek INDexing Angle Indien NDA=0 wordt geprogrammeerd, worden de lange gaten gelijkmatig verdeeld over de gatencirkel. FFD Voeding voor dieptebewerking Feed For Depth FFP1 Voeding voor oppervlakwerking Feed For Plane MID Max. bewerkingsdiepte voor een bewerking Maximum Infeed Depth zonder voorteken

&3$

/21*+2/( ,1' $

* * =

&32

' 5$

1* /(

'35

67$

573

6',6 0,'

<

5)3

'3

; D 59

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Longhole

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 2 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Langgatdiepte ..................................................... -6 Diepte incrementeel ............................................. 0 Aantal lange gaten ............................................... 3 Langgatlengte .................................................... 30 Middelpunt, abscis ............................................. 50 Middelpunt, ordinaat ........................................... 50 Radius van de cirkel ........................................... 10 Beginhoek ............................................................ 0 Doorschakelhoek ............................................... 45 Voeding diepte ................................................... 80 Voeding oppervlak ........................................... 350 Bewerkingsdiepte voor één bewerking ................ 2

ƒ

‘

G54 TRANS Z20 T1 D1 M6 (langgatfrees 5mm) S2500 M3 G0 X50 Y50 Z2 Longhole (2, 0, 1, -6, 0, 3, 30, 50, 50, 10, 0, 45, 80, 350,

2) G0 Z50 M30

D 60

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Sleuven op een cirkel SLOT1, Cirkelsleuf SLOT2

SLOT1 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,NUM,LENG,WID,CPA,CPO,RAD,STA1, INDA,FFD,FFP1,MID,CDIR,FAL,VARI,MIDF,FFP2,SSF,FALD,STA2) SLOT2 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,NUM,AFSL,WID,CPA,CPO,RAD,STA1, INDA,FFD,FFP1,MID,CDIR,FAL,VARI,MIDF,FFP2,SSF) Met behulp van deze functies beweegt het programma één voor één naar de opeenvolgende sleufposities in de ijlgang en freest de desbetreffende sleuf. De sleufbreedte wordt geprogrammeerd en moet enerzijds groter zijn dan de gereedschapsdiameter en mag anderzijds maximaal twee keer zo groot zijn als de gereedschapsdiameter.Het programma kiest de optimale bewerkingsvolgorde van de verschillende sleuven. Bei SLOT1 staan de sleuven recht en radiaal op de sleufcirkel, bei SLOT2 liggen de sleuven in een boog op de sleufcirkel. Parameters toegevoegd aan LONGHOLE: WID CDIR

Indien de sleufbreedte WID of de sleuflengte AFSL zo groot is cq. de verdeelhoek INDA zo klein is, dat de sleuven elkaar zouden raken, wordt de cyclus met een alarm beëindigd.

<

&3$

Sleufbreedte zonder voorteken WIDth Bewerkingsrichting Cutting DIRection 2: G2 (met de wijzers van de klok) 3: G3 (tegen de wijzers van de klok) FAL Nafrees-toemaat zonder voorteken Finishing Allowance VARI Soort bewerking VARIante EERSTE CIJFER 0: Voorfrezen en nafrezen tot eindmaat 1: Voorfrezen tot nafrees-toemaat 2: Nafrezen nafrees-toemaat tot eindmaat TWEEDE (DECIMAAL) CIJFER 0: Loodrecht met G0 1: Loodrecht met G1 3: Slingeren met G1 MIDF Max. bewerkingsdiepte voor nafrezen Maximum Infeed Depth Finishing zonder voorteken FFP2 Voeding voor nafreesbewerking Feed For Plane SSF Spindeltoerental voor nafrezen Spindle Speed Finishing AFSL Hoek voor sleuflengte zonder voorteken Angle For Slot Length alleen voor SLOT2 FALD(*) Planeermaat (afwerkmaat) op de sleufbodem STA2(*) Maximale induikhoek voor slingerbeweging

6/27

<

,1' $

6/27

,1'$ $)6 /

; D 61

:,'

&3$

' :,

&32

&32

5$ '

67$

67$

' 5$

1* ( /

;

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld SLOT1

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 2 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Sleufdiepte absoluut ............................................ -6 Sleufdiepte incrementeel ...................................... 0 Aantal sleuven ...................................................... 4 Sleuflengte ......................................................... 30 Sleufbreedte ....................................................... 10 Middelpunt, abscis ............................................... 0 Middelpunt, ordinaat ............................................. 0 Radius van de cirkel ........................................... 10 Beginhoek .......................................................... 45 Doorschakelhoek ............................................... 90 Voeding voor dieptebewerking ........................... 80 Voeding voor oppervlakbewerking ................... 350 Bewerking bij voorfrezen ...................................... 2 Freesrichting ........................................................ 3 Nafrees-toemaat ............................................... 0.2 Soort bewerking ................................................... 0 0= Compleet (voorfrezen en nafrezen) 1= Voorfrezen 2= Nafrezen Bewerkingsdiepte max. bij nafrezen .................... 6 Voeding bij nafrezen ........................................ 400 Toerental bij nafrezen .................................... 3500 Planeermaat (afwerkmaat) op de sleufbodem .. 0.5 Maximale induikhoek ............................................ 5

ƒ

‘

G54 TRANS Z20 T1 D1 M6 (langgatfrees 5mm) S2500 M3 G0 X50 Y50 Z2 Slot1 (2, 0, 1, -6, 0, 4, 30, 10, 50, 50, 10, 45, 90, 80, 350, 2, 3, 0.2, 0, 6, 400, 3500,0.5,5) G0 Z50 M30

D 62

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Slot 2

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 2 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Cirkelsleufdiepte absoluut ................................... -6 Cirkelsleufdiepte incrementeel ............................. 0 Aantal cirkelsleuven ............................................. 2 Hoek voor sleuflengte ........................................ 90 Breedte cirkelsleuf ............................................. 10 Middelpunt, abscis ............................................. 50 Middelpunt, ordinaat ........................................... 50 Radius van de cirkel ........................................... 30 Beginhoek .......................................................... 45 Doorschakelhoek ............................................. 180 Voeding voor dieptebewerking ........................... 80 Voeding voor oppervlakbewerking ................... 300 Bewerking bij voorfrezen ...................................... 2 Freesrichting ........................................................ 3 Nafrees-toemaat ............................................... 0.2 Soort bewerking ................................................... 0 0= Compleet (voorfrezen en nafrezen) 1= Voorfrezen 2= Nafrezen Bewerkingsdiepte max. bij nafrezen .................... 6 Voeding bij nafrezen ........................................ 400 Toerental bij nafrezen .................................... 4000

ƒ

ƒ

ƒ 5

ƒ

G54 TRANS Z20 T1 D1 M6 (langgatfrees 5mm) S2500 M3 G0 X50 Y50 Z2 Slot2 (2, 0, 1, -6, 0, 2, 90, 10, 50, 50, 30, 45, 180, 80, 300, 2, 3, 0.2, 0, 6, 400, 4000) G0 Z50 M30

D 63

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Rechthoekige uitholling POCKET1, Cirkelvormige uitholling POCKET2

POCKET1 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,LENG,WID,CRAD,CPA,CPO,STA1, FFD,FFP1,MID,CDIR,FAL,VARI,MIDF,FFP2,SSF) POCKET2 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,PRAD,CPA,CPO, FFD,FFP1,MID,CDIR,FAL,VARI,MIDF,FFP2,SSF) Het gereedschap beweegt in de ijlgang naar het midden van de uitholling op veiligheidsafstand boven het referentievlak en bewerkt de uitholling dan van binnen naar buiten. Lengte en breedte van de uitholling moeten groter zijn dan de gereedschapsdiameter, anders beëindiging met alarm. RTP terugtrekvlak, RFP referentievlak, SDIS veiligheidsafstand, DP, DPR eindboordiepte zoals in de vorige cycli. PRAD LENG WID CRAD CPA CPO STA1 FFD FFP1 MID CDIR FAL VARI

MIDF FFP2 SSF

<

-Uithollingsradius zonder voorteken Pocket RADius -Uithollingslengte zonder voorteken LENGth -Uithollingsbreedte zonder Voorteken WIDth -Hoekradius zonder voorteken Corner RADius Middelpunt in X Centre Point Abscissa Middelpunt in Y Centre Point Ordinaat Uithollinghoek gerelateerd aan X Voeding voor dieptebewerking Feed For Depth Voeding voor oppervlakbewerking Feed For Plane Max. bewerkingsdiepte voor voorfrezen Maximum Infeed Depth zonder voorteken Bewerkingsrichting Cutting DIRection 2: G2 (met de wijzers van de klok) 3: G3 (tegen de wijzers van de klok) Nafrees-toemaat zonder voorteken Finishing Allowance Soort bewerking VARIante 0: Voorfrezen en nafrezen tot eindmaat 1: Voorfrezen tot nafrees-toemaat 2: Nafrezen nafrees-toemaat tot eindmaat Max. bewerkingsdiepte voor nafrezen Maximum Infeed Depth Finishing zonder voorteken Voeding voor nafreesbewerking Feed For Plane Spindeltoerental voor nafrezen Spindle Speed Finishing

<

32&.(7

&3$

$' 35

67$

1* ( / &5$'

3&$

32&.(7

3&2

&32

' :,

;

; D 64

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Pocket 1

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 2 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Uithollingsdiepte absoluut ................................... -6 Uithollingsdiepte incrementeel ............................. 0 Uithollingslengte ................................................. 60 Uithollingsbreedte .............................................. 30 Hoekradius ........................................................... 5 Middelpunt, abscis ............................................. 50 Middelpunt, ordinaat ........................................... 50 Hoek tussen lengteas en abscis ........................ 30 Voeding voor dieptebewerking ........................... 80 Voeding voor oppervlakbewerking ................... 300 Bewerking bij voorfrezen ...................................... 2 Freesrichting ........................................................ 3 Nafrees-toemaat ............................................... 0.2 Soort bewerking ................................................... 0 0= Compleet (voorfrezen en nafrezen) 1= Voorfrezen 2= Nafrezen Bewerkingsdiepte max. bij nafrezen .................... 6 Voeding bij nafrezen ........................................ 400 Toerental bij nafrezen .................................... 4000

5

ƒ

G54 TRANS Z20 T1 D1 M6 (langgatfrees 5mm) G0 X50 Y50 Z2 Pocket 1 (2, 0, 1, -6, 0, 60, 30, 5, 50, 50, 30, 80, 400, 2, 3, 0.2, 0, 6, 400, 4000) G0 Z50 M30

D 65

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Pocket 2

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 2 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Uithollingsdiepte absoluut ................................... -6 Uithollingsdiepte incrementeel ............................. 0 Uithollingsradius ................................................. 25 Middelpunt, abscis ............................................. 50 Middelpunt, ordinaat ........................................... 50 Voeding voor dieptebewerking ........................... 80 Voeding voor oppervlakbewerking ................... 300 Bewerking max. bij voorfrezen ............................. 2 Freesrichting ........................................................ 3 Nafrees-toemaat ............................................... 0.2 Soort bewerking ................................................... 0 0= Compleet (voorfrezen en nafrezen) 1= Voorfrezen 2= Nafrezen Bewerkingsdiepte max. bij nafrezen .................... 6 Voeding bij nafrezen ........................................ 400 Toerental bij nafrezen .................................... 4000

5

G54 TRANS Z20 T1 D1 M6 (langgatfrees 5mm) G0 X50 Y50 Z2 Pocket 2 (2, 0, 1,-6, 0, 25, 50, 50, 80, 300, 2, 3, 0.2, 0, 6, 400, 4000 G0 Z50 M30

D 66

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Rechthoekige uitholling POCKET3, Cirkelvormige uitholling POCKET4

POCKET3 (RTP,RFP,SDIS,DP,LENG,WID,CRAD,PA,PO,STA,MID, FAL,FALD,FFP1,FFD,CDIR,VARI,MIDA,AP1,AP2,AD,RAD1,DP1) POCKET4 (RTP,RFP,SDIS,DP,PRAD,PA,PO,MID,FAL,FALD,FFP1,FFD, CDIR,VARI,MIDA,AP1,AD,RAD1,DP1)

Deze cycli kunnen worden gebruikt om vóór te frezen en om na te frezen (planeren). In geval van nafrezen dient er een mantelkopfrees te worden gebruikt. De dieptebewerking begint altijd in het middelpunt van de uitholling cq. wordt daar loodrecht uitgevoerd. Op deze positie kan derhalve het effectiefst worden voorgeboord. Alvorens de cyclus op te roepen, moet er een gereedschapscorrectie worden geactiveerd. Anders wordt de cyclus beëindigd en volgt er een alarm. Nieuwe functies van POCKET3 t.o.v. POCKET 1: • • • •

• •

Freesrichting kan m.b.v. G2/G3 vanuit de spindelrichting worden bepaald. De max. bewerkingsbreedte in het vlak bij het blootleggen kan worden geprogrammeerd. Nafrees-toemaat op de bodem van de uitholling Drie verschillende induikstrategieën: - loodrecht op het midden van de uitholling - in een helixbaan rondom het midden van de uitholling - slingeren op de middenas van de uitholling Korte aanlooptrajecten in het vlak bij het nafrezen Er wordt rekening gehouden met een contour van het ruwe deel in het vlak en met een ruwe maat op de bodem.

Nieuwe functies van POCKET4 t.o.v. POCKET2: • • • • • • •

Freesrichting kan m.b.v. G2/G3 vanuit de spindelrichting worden bepaald. De max. bewerkingsbreedte in het vlak bij het blootleggen kan worden geprogrammeerd. Nafrees-toemaat op de bodem van de uitholling Twee verschillende induikstrategien: - loodrecht op het midden van de uitholling - in een helixbaan rondom het midden van de uitholling Korte aanlooptrajecten in het vlak bij het nafrezen Er wordt rekening gehouden met een contour van het ruwe deel in het vlak en met een ruwe maat op de bodem. MIDA wordt bij de randbewerking nieuw berekend.

D 67

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Bewerkingsvolgorde zie POCKET3, POCKET4

RTP,RFP,DP,SDIS,PRAD,LENG,WID,CRAD,FFD,FAL,FFP1,MID,CDIR,VARI, MIDA, STA zoals in de vorige cycli beschreven. CDIR

Bewerkingsrichting 0: Met de draairichting frezen 1: Tegen de draairichting frezen 2: Met G2 (onafhankelijk van de spindelrichting) 3: Met G3 VARI Soort bewerking EERSTE CIJFER 1: Blootleggen tot nafrees-toemaat 2: Nafrezen TWEEDE (DECIMAAL) CIJFER 0: Loodrecht op het midden van de uitholling met G0 1: Loodrecht op het midden van de uitholling met G1 2: Op helixbaan 3: Slingeren PA Middelpunt in X Point Abscissa PO Middelpunt in Y Point Ordinate FALD Nafrees-toemaat bodem Finishing Allowance Depth AP1 Ruwe maat uithollingslengte AP2 Ruwe maat uithollingsbreedte AD Ruwe maat uithollingsdiepte van referentievlak RAD1 Radius van de helixbaan cq. max slingerbeweging bij induiken DP1 Bewerkingsdiepte per omdraaiing bij het induiken MIDA Maximale bewerkingsbreedte van het gereedschap

32&.(7

3$

< 67$

1* /( &5$'

32&.(7 3$ $' 35

32

32

' :,

;

;

D 68

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Pocket 3

5

ƒ

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 2 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Uithollingsdiepte absoluut ................................... -6 Uithollingslengte ................................................. 60 Uithollingsbreedte .............................................. 30 Hoekradius ........................................................... 5 Referentiepunt (middelpunt), abscis .................. 50 Referentiepunt (middelpunt), ordinaat ............... 50 Hoek tussen lengteas en abscis ........................ 30 Bewerkingsdiepte max. voor één bewerking ....... 2 Nafrees-toemaat rand ....................................... 0.2 Nafrees-toemaat bodem ................................... 0.1 Voeding oppervlak ........................................... 300 Voeding diepte ................................................... 80 Freesrichting ........................................................ 3 0=Met de draarichting frezen 1= Tegen de draarichting frezen 2= Richting G2 3= Richting G3 Soort bewerking ................................................. 21 EERSTE CIJFER 1: Blootleggen tot nafrees-toemaat 2: Nafrezen TWEEDE (DECIMAAL) CIJFER 0: Loodrecht met G0 1: Loodrecht met G1 2: Op helixbaan 3: Slingeren Bewerkingsbreedte van het gereedschap max. ... 7 Ruwe maat lengte ................................................ 0 Ruwe maat breedte .............................................. 0 Ruwe maat diepte ................................................ 0 Radius, hoek ...................................................... 10 Induikdiepte / omdraaiing ..................................... 2

G54 TRANS Z20 T2 D1 M6 (langgatfrees 10mm) S3000 M3 G0 X50 Y50 Z2 Pocket 3 (2, 0, 1, -6, 60, 30, 5, 50, 50, 30, 2, 0.2, 0.1, 300, 80, 3, 21, 7, 10, 2) G0 Z50 M30

D 69

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Pocket 4

Terugtrekvlak absoluut ......................................... 2 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 1 Uithollingsdiepte absoluut ................................... -6 Uithollingsradius ................................................. 25 Referentiepunt (middelpunt), abscis .................... 0 Referentiepunt (middelpunt), ordinaat ................. 0 Bewerkingsdiepte bij voorfrezen .......................... 3 Nafrees-toemaat rand ....................................... 0.2 Nafrees-toemaat bodem ................................... 0.1 Voeding oppervlak ........................................... 400 Voeding diepte ................................................... 80 Freesrichting ........................................................ 3 0= Met de draarichting frezen 1= Tegen de draarichting frezen 2= Richting G2 3= Richting G3 Soort bewerking ................................................. 21 EERSTE CIJFER 1: Blootleggen tot nafrees-toemaat 2: Nafrezen TWEEDE (DECIMAAL) CIJFER 0: Loodrecht met G0 1: Loodrecht met G1 2: Op helixbaan 3: Slingeren Bewerkingsbreedte van het gereedschap max. ... 7 Ruwe maat lengte ................................................ 0 Ruwe maat breedte .............................................. 0 Ruwe maat diepte ................................................ 0 Radius, hoek ...................................................... 10 Induikdiepte / omdraaiing ..................................... 3

5

G54 TRANS X50 Y50 Z20 T2 D1 M6 (langgatfrees 10mm) S3000 M3 G0 X0 Y0 Z2 Pocket 4 (2, 0, 1, -6, 25, 0, 0, 3, 0.2, 0.1, 400, 80, 3, 21, 7, 0, 0, 10, 3) G0 Z50 M30

D 70

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Rechthoektap frezen CYCLE76(*), Cirkeltap frezen CYCLE77(*)

CYCLE76 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,LENG,WID,CRAD,PA,PO,STA,MID, FAL,FALD,FFP1,FFD,CDIR,VARI,AP1,AP2) CYCLE77 (RTP,RFP,SDIS,DP,DPR,PRAD,PA,PO,MID,FAL,FALD,FFP1,FFD, CDIR,VARI,AP1)

Deze cycli kunnen wordt gebruikt om vooraf te bewerken (ruw frezen) en om af te werken (planeren). Voor het planeren heeft men een kopfrees nodig. De dieptevoeding wordt altijd in de positie vóór het halfcirkelvormige duiken in de contour uitgevoerd. Alvorens de cyclus op te roepen, moet er een gereedschapscorrectie worden geactiveerd. Anders wordt de cyclus met een alarm afgebroken. RTP RFP SDIS DP DPR

PRAD LENG WID CRAD PA PO STA MID Depth FAL FALD FFP1 FFD CDIR

VARI AP1 AP2

Terugtrekvlak absoluut ReTraction Plane Op deze hoogte staat het gereedschap na de cyclus Referentievlak absoluut ReFerence Plane Hoogte van het werkstukoppervlak, meestal RFP=0. Veiligheidsafstand zonder voorteken Safety DIStance IJltempo tot de hoogte SDIS boven het referentievlak, daaronder met werkvoedingssnelheid Diepte absoluut DePth Diepte van de tap, gerelateerd aan het nulpunt van het werkstuk. Diepte relatief t.o.v. het referentievlak DePth Relative Diepte van de tap, gerelateerd aan het referentievlak, zonder voorteken Men progammeert hier DP of DPR. -Tapradius zonder voorteken -Taplengte met voorteken LENGth -Tapbreedte met voorteken WIDth -Hoekradius zonder voorteken Corner RADius Referentiepunt tap abscis (in X) Referentiepunt tap ordinaat (in Y) Hoek tussen lengteas van de tap en de X-as Max. voedingsdiepte voor een voedingsbeweging Maximum Infeed zonder voorteken Planeermaat zonder voorteken Planeermaat op de bodem zonder voorteken Voeding voor vlakbewerking Feed For Plane Voeding voor dieptebewerking Feed For Depth Bewerkingsrichting Cutting DIRection 0: Parallel frezen 1: In tegengestelde richting frezen 2: G2 (met de wijzers van de klok) 3: G3 (tegen de wijzers van de klok) Soort bewerking VARIant 1: Voorbewerken tot planeermaat 2: Afwerken: planeermaat tot eindmaat Lengte/diameter onbewerkte tap (ruw deel) zonder voorteken Breedte onbewerkte tap (ruw deel) zonder voorteken

D 71

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Voorbeeld rechthoektap frezen Cycle 76

Y

Terugtrekvlak absoluut ....................................... 10 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 2 Diepte absoluut .............................................. -17.5 Diepte relatief t.o.v het referentievlak .................. 0 Taplengte .......................................................... -60 Tapbreedte ........................................................ -40 Hoekradius ......................................................... 15 Referentiepunt 1e as van het vlak ...................... 80 Referentiepunt 2e as van het vlak ...................... 60 Hoek tussen lengteas en abscis ........................ 10 Voedingsdiepte max. voor één voedingsbeweging 11 Planeermaat zonder voorteken ............................ 0 Planeermaat bodem zonder voorteken ................ 0 Voeding voor vlakbewerking ............................ 900 Voeding voor dieptebewerking ......................... 800 Freesrichting ........................................................ 0 0: Parallel frezen 1: In de tegenovergestelde richting frezen 2: Richting G2 3: Richting G3 Bewerking .........................................................1 1: Voorbewerken tot planeermaat 2: Afwerken: planeermaat tot eindmaat Lengte onbewerkte tap ...................................... 80 Breedte onbewerkte tap ..................................... 50

Y A

A-B

60

P1

R15

10°

B 80

X

Z 17,5

Cyclus settinggegevens: _ZSD [2]=0 _ZSD [2]=1

G54 TRANS Z20 T2 D1 M6 (Langgatfrees 10mm) S3000 M3 G0 X50 Y50 Z2 _ZSD [2]=1 (Berekening van de tap via hoeken) Cycle 76 (10,0,2,-17.5,0,-60,-40,15,80,60,10,11,0, 0,900,800,0,1,80,50) G0 Z50 M30

Opmeting van de rechthoektap vanaf het middelpunt Opmeting van de rechthoektap vanuit een hoek

D 72

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Voorbeeld rechthoektap frezen Cycle 77

Y

Terugtrekvlak absoluut ....................................... 10 Referentievlak absoluut ....................................... 0 Veiligheidsafstand ................................................ 3 Diepte absoluut ................................................. -20 Diepte relatief t.o.v het referentievlak .................... Tapradius ........................................................... 50 Referentiepunt 1e as van het vlak ...................... 60 Referentiepunt 2e as van het vlak ..................... 70 Voedingsdiepte max. voor één voedingsbeweging 10 Planeermaat zonder voorteken ......................... 0,5 Planeermaat bodem zonder voorteken ................ 0 Voeding voor vlakbewerking ............................ 900 Voeding voor dieptebewerking ......................... 800 Freesrichting ........................................................ 1 0: Parallel frezen 1: In de tegenovergestelde richting frezen 2: Richting G2 3: Richting G3 Bewerking .........................................................1 1: Voorbewerken tot planeermaat 2: Afwerken: planeermaat tot eindmaat Diameter ruw deel (onbewerkte tap) .................. 55

Y A

70

ø50

ø55

A-B

60

B

X

Z 20

G54 TRANS Z20 T2 D1 M6 (Langgatfrees 10mm) S1800 M3 G0 X50 Y50 Z2 Cycle 77 (10,0,3,-20,0,50,60,70,10,0.5,0,900,800, 1,1,55) G0 Z50 M30

D 73

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

D 74

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN <

75$16 < $75$16

Frames

527 $527

Met Frames kunt u het actuele coördinatenstelsel veranderen. •

; <

• •

; 6&$/( $6&$/(

;

<

0,5525 $0,5525

•

Coördinatenstelsel verschuiven: TRANS, ATRANS Coördinatenstelsel draaien: ROT, AROT Coördinatenstelsel op schaal brengen of vervormen: SCALE, ASCALE Coördinatenstelsel spiegelen: MIRROR, AMIRROR

De Frame-aanwijzingen worden telkens in een afzonderlijk NC-Record geprogrammeerd en in de geprogrammeerde volgorde uitgevoerd.

;

D 75

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN <

Nulpuntverschuiving TRANS, ATRANS

;

<

TRANS

Nulpuntverschuiving absoluut, gerelateerd aan het actuele nulpunt G54G599. (TRANS wist alle voordien geplaatste programmeerbare Frames (TRANS, ATRANS, ROT, AROT, ...)).

ATRANS

Nulpuntverschuiving cumulatief, gerelateerd aan het actuele ingestelde (G54-G599) of geprogrammeerde (TRANS/ATRANS) nulpunt. Een verschuiving die is gebaseerd op reeds bestaande Frames (TRANS, ATRANS, ROT, AROT, ...) programmeert u met ATRANS.

75$

16

<

6 $1 75

; ;

TRANS heeft altijd betrekking op het actuele nulpunt G54 - G599.

<

<

6 $1 75

; $7 5$ 16

<

; ;

ATRANS heeft betrekking op het laatste geldige nulpunt G54 - G599, TRANS.

D 76

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Coördinatenstelsel roteren ROT, AROT Met ROT/AROT wordt het coördinatenstelsel op de meetkundige assen X, Y, Z of in het actuele werkvlak G17, G18, G19 geroteerd.

Contouren met hoofdassen die gedraaid t.o.v. de meetkundige assen liggen, kunnen zo eenvoudiger worden geprogrammeerd.

Formaat:

ROT/AROT

X..

Y..

ROT/AROT

RPL=..

Z..

ROT

Rotatie absoluut, gerelateerd aan het actuele nulpunt G54-G599. (ROT wist alle voordien geplaatste programmeerbare Frames (TRANS, ATRANS, ROT, AROT, ...)).

AROT

Rotatie cumulatief, gerelateerd aan het actuele ingestelde (G54-G599) of geprogrammeerde (TRANS/ATRANS) nulpunt. Een rotatie die is gebaseerd op reeds bestaande Frames (TRANS, ATRANS, ROT, AROT, ...) programmeert u met AROT.

X, Y, Z Rotatie in de ruimte (in graden); meetkundige as, waarop wordt geroteerd. RPL=

Rotatie in het actieve vlak (G17) (in graden).

Voorbeeld: Om de nevenstaande contour eenvoudiger te kunnen programmeren, dient het coördinatenstelsel 30° te worden geroteerd, de bestaande nulpuntverschuiving TRANS blijft bestaan.

<

$527

N.. N.. N.. N60 of N60

;

D 77

G17 TRANS ... AROT Z30 AROT RPL=30

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Schaal SCALE, ASCALE

Met SCALE/ASCALE wordt voor iedere As X, Y, Z een eigen schaalfactor ingesteld. Wanneer voor X, Y, Z verschillende factoren worden ingevoerd, wordt de contour vervormd. Formaat: SCALE/ASCALE

X..

Y..

Z..

Als er na SCALE/ASCALE een verschuiving met ATRANS wordt geprogrammeerd, wordt deze verschuiving eveneens op schaal gebracht. SCALE

Schaal absoluut, gerelateerd aan het actuele nulpunt G54-G599. SCALE wist alle voordien geplaatste programmeerbare Frames (TRANS, ATRANS, ROT, AROT, ...). Met SCALE zonder asaanduiding wordt de schaal (en alle andere Frames) gedeactiveerd.

ASCALE

Schaal cumulatief, gerelateerd aan het actuele ingestelde of geprogrammeerde coördinatenstelsel. Een schaalverandering die is gebaseerd op reeds bestaande frames (TRANS, ATRANS, ROT, AROT, ...) programmeert u met ASCALE.

X, Y, Z

Schaalfactor voor de desbetreffende as.

Voorbeeld De nevenstaande contour is in het sub-programma L10 geprogrammeerd. Hij komt twee keer voor, in verschillende maten en vervormd.

<

N.. N35 N40 N45 N55 N60 N75

; D 78

G54 Nulpunt TRANS X15 Y15 Abs. verschuiving L10 Grote contour TRANS X40 Y20 Abs. verschuiving ASCALE X0.5 Y0.7 Schaalfactor L10 Kleine contour SCALE Frames wissen

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Coördinatenstelsel spiegelen MIRROR, AMIRROR Met MIRROR/AMIRROR wordt het coördinatenstelsel op de meetkundige assen X, Y, Z gespiegeld.

0,5525;

Formaat: MIRROR/AMIRROR X..

0,5525<

Y..

Z..

Als u een contour spiegelt, worden de draairichting van de cirkel G2/G3 en de gereedschapsradiuscorrectie G41/G42 automatisch gewijzigd. MIRROR

Spiegelen absoluut, gerelateerd aan het actuele nulpunt G54-G599. (MIRROR wist alle voordien geplaatste programmeerbare Frames (TRANS, ATRANS, ROT, AROT, ...)). Met MIRROR zonder asaanduiding wordt het spiegelen (en alle andere Frames) gedeactiveerd.

AMIRROR Spiegelen cumulatief, gerelateerd aan het actuele ingestelde of geprogrammeerde coördinatenstelsel. Een spiegeling die is gebaseerd op reeds bestaande frames (TRANS, ATRANS, ROT, AROT, ...) programmeert u met AMIRROR. X, Y, Z

Voorbeeld

<

De meetkundige as, waarop wordt gespiegeld. Het getal duidt de afstand van de spiegelas tot het nulpunt aan, bijv. X0.

Contour 1 is in het sub-programma L10 geprogrammeerd. De drie verdere contouren ontstaan door spiegelen van contour 1. Het werkstuknulpunt G54 ligt in het midden van het werkstuk.

N.. N40 N45 N50 N55 N60 N65 N70 N75

;

D 79

G54 L10 MIRROR X0 L10 AMIRROR Y0 L10 MIRROR Y0 L10 MIRROR

Werkstuknulpunt Contour rechts boven Spiegelen op Y Contour links boven Cumul. spiegelen op X Contour links onder Spiegelen op X Contour rechts onder Spiegelen uit

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

D 80

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Sub-programma´s

3$5703) .RQWXU3 0

Functies die vaak voorkomen, kunnen als programma worden ingevoerd.

sub-

Het sub-programma wordt met zijn naam opgeroepen.

[

Sub-programma´s overnemen. .

.2178563) 0

kunnen

R-parameters

Oproep sub-programma in het delenprogramma bijv.: MILL1 P1 LF MILL1 Nummer sub-programma P1 Aantal keren dat het sub-programma loopt (max. 99)

Programma-run met een sub-programma

Einde sub-programma met M17 bijv.: N150 M17 LF

3$5703) 0,//3 0

Invoegen van sub-programma´s

[

0,//63) 0,//3 0

Er kunnen elf sub-programma´s hierarchisch worden ingevoegd. De automatische uitvoering van records is mogelijk tot het elfde sub-programma niveau.

[

Cycli gelden eveneens als sub-programma´s, d.w.z. een boorcyclus kan bijv. ten hoogste vanuit het tiende sub-niveau worden opgeroepen.

0,//03) 0

Hierarchie van sub-programma´s

D 81

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Sub-programma met SAVEmechanisme Met behulp van deze functie worden de actuele instellingen (werkgegevens) bij de oproep van het sub-programma opgeslagen. Bij de terugkeer naar het oude programmma wordt de oude toestand automatisch hersteld. Hiervoor moet behalve PROC ook de instructie SAVE worden geprogrammeerd.

Sub-programma´s met overname van parameters Begin programma, PROC De oproep van sub-programma´s moet altijd in een afzonderlijk NC-record geprogrammeerd worden.

Een sub-programma dat bij de uitvoering van het programma parameters uit het opgeroepen programma moet overnemen, wordt voorzien van het sleutelwoord PROC. Einde programma M17, RET Door middel van de instructie M17 worden het einde van het sub-programma en de terugkeer naar het hoofdprogramma gemarkeerd. De instructie RET betekent einde van het subprogramma zonder onderbreking van de baanaansturingsmodus.

Sub-programma met herhalings programma, P

Hoofdprogramma

Indien een sub-programma een paar keer achter elkaar moet worden uitgevoerd, kan het gewenste aantal herhalingen worden geprogrammerd op het adres P in het record met de oproep van het subprogramma. Parameters veranderen alleen bij de oproep van het programma. Tijdens de herhalingen blijven parameters ongewijzigd.

Sub-programma

D 82

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Modaal Sub-programma MCALL Met behulp van deze functie wordt het subprogramma na ieder record met een baanbeweging automatisch opgeroepen en uitgevoerd. Hierdoor kan het oproepen van sub-programma´s die op verschillende werkstukposities moeten worden uitgevoerd, worden geautomatiseerd. Bijvoorbeeld voor de productie van boorbeelden.

Per programma-run kan slechts één MCALLoproep tegelijk worden uitgevoerd . Parameters worden bij een MCALL-oproep één keer overgegeven.

Voorbeeld

Hoofdprogramma

N10 G0 X0 Yo N20 MCALL L70 N30 X10 Y10

N10 G0 X0 Y0 N20 MCALL L70 N30 X10 Y10 N40 X50 Y50

Sub-programma L70

N40 X50 Y50

Modale oproep sub-programma uitschakelen Met MCALL zonder oproep van een sub-programma of door programmering van een nieuwe modale oproep van een sub-programma voor een nieuw sub-programma.

D 83

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

D 84

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Programmasprongen Onvoorwaardelijke programmasprongen Formaat Label: GOTOB LABEL of GOTOF LABEL Label: GOTOB GOTOF

De onvoorwaardelijke / voorwaardelijke sprong moet altijd in een afzonderlijk NC- record geprogrammeerd worden.

LABEL LABEL:

Sprongopdracht met sprongdoel achterwaarts (richting programmabegin) Sprongopdracht met sprongdoel voorwaarts (richting programmeinde) Doel (markering binnen het programma) Sprongdoel

De bewerkingsvolgorde van standaardprogramma´s (hoofd-, sub-programma´s, cycli,..) kan door programmasprongen worden veranderd. Met behulp van GOTOF cq. GOTOB kunnen in het kader van een programma sprongdoelen worden aangelopen. Het programma zet de bewerking voort met de opdracht die direct volgt op het sprongdoel.

Voorwaardelijke programmasprongen Formaat: Label: IF term GOTOB LABEL of IF term GOTOF LABEL LABEL: IF voowaarden GOTOB GOTOF LABEL LABEL:

Sprongopdracht met sprongdoel achterwaarts (richting programmabegin) Sprongopdracht met sprongdoel voorwaarts (richting programma-einde) Doel (markering binnen het programma) Sprongdoel

Door gebruik van de IF opdracht kunnen sprongvoowaarden worden gedefinieerd. De sprong naar het sprongdoel geschiedt alleen, indien aan de voorwaarde is voldaan.

D 85

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Meldingen programmeren MSG Meldingen kunnen geprogrammeerd worden, om de bediener gedurende de uitvoering van het programma aanwijzingen aangaande de actuuele bewerkingssituatie te geven. Een melding wordt in een NC-programma opgenomen, indien u, na het kenwoord "MSG", tussen ronde haakjes "()" en aanhalingstekens een meldingstekst schrijft. Een melding kan met "MSG()" worden gewist. Voorbeeld: N10 MSG ("Voorfrezen van de contour") N20 X... Y... N ... N90 MSG ()

Een meldingstekst kan maximaal uit 124 tekens bestaan en wordt in 2 regels weergegegeven (2x 62 tekens). Een meldingstekst kan ook de inhoud van variabelen bevatten.

Behalve meldingen kunnen ook alarmen in een NCprogramma worden opgenomen. Deze worden op het beeldscherm in een eigen rubriek weergegeven.Het alarm is - afhankelijk van de alarmcategorie- verbonden met een reactie van de besturing. Een melding wordt in een NC-programma opgenomen, als u na het kenwoord "SETAL" tussen ronde haakjes een alarmnummer schrijft. Alarmen moeten altijd in een afzonderlijk record geprogrammeerd worden. Voorbeeld: N100 SETAL (65000)

D 86

;alarm 65000 activeren

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Spindel AAN M3 / M4, toerental S, spindel HALT M5, spindel in positie brengen SPOS Bekijken van de draairichting Bekijk de spindel vanuit de +Z-richting naar de -Z-richting om de draairichting te bepalen. M3 . met de wijzers van de klok, rechtsom draaiend M4 . tegen de wijzers van de klok, linksom draaiend M5 . spindel stop

=

Programmeren van het toerental Het toerental wordt op het adres S geprogrammeerd.

=

Voorbeeld: N20 M3 S2000 Spindel AAN met de wijzers van de klok (rechtsom) met 2000 omw/min

0 0

Spindel in positie brengen Met SPOS wordt de freesspindel in de geprogrammeerde hoekpositie gestopt. Formaat: SPOS=...

D 87

[°]

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

D 88

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

A-as (deelapparaat) Voor het frezen bij de cilindermantel-transformatie moeten de A-as en de gereedschapsslede in een bepaalde verhouding naar elkaar toe worden bewogen. De A-as (deelapparaat) is een ronde as, die net als een gewone as gebruikt en geprogrammeerd kan worden. Het programmeren van de A- as geschiedt altijd in graden. bijv. G0 A90

D 89

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN TRACYL

Wordt voor het contourfrezen op het manteloppervlak gebruikt. Met behulp van Tracyl kunnen de volgende sleuven worden vervaardigd: • Lengtesleuven op cilindervormige lichamen • Dwarssleuven op cilindervormige lichamen • Anders verlopende sleuven op cilindervormige lichamen Het verloop van de sleuven wordt gerelateerd aan het afgewikkelde, vlakke cilindermanteloppervlak geprogrammeerd.

Aanwijzing: Door het activeren of deactiveren van een transformatie worden de nulpuntverschuiving en de vorige transformaties ongeldig en moeten derhalve opnieuw geprogrammeerd worden.

Activeren: algemeen ............................................. TRACYL( ) Deactiveren: algemeen ............................................. TRAFOOF

D 90

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

‘[π

5

G54 TRANS X64.5 T1 D1 M6 S2000 F200 M3 M8 G0 X10 Y0 Z20 TRACYL(45) G55 TRANS X61.5 M11 G0 Y0 G1 X0 G42 G3 X-1.591 Y7.871 CR=20 G1 X-9.952 Y27.508 G2 X-9.952 Y43.142 CR=20 G1 X-1.591 Y62.833 G3 X-1.591 Y78.467 CR=20 G1 X-9.952 Y98.158 G2 X-9.952 Y113.483 CR=20 G1 X-1.591 Y133.483 G3 X0 Y141.3 CR=20 G1 X10 G40 TRAFOOF M10 G54 TRANS X64.5 G0 X60 Y60 Z60 M30

D 91

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Optimaal instellen voeding CFTCP, CFC, CFIN Grondinstelling (CFC): In geval van geactiveerde freesradiuscorrectie G41/ 42 heeft de voeding betrekking op de geprogrammeerde contour.

Bij de grondinstelling CFC kunnen er in krommingen ongewenste veranderingen van de voedingssnelheid optreden aan de buitenkant van het gereedschap. &)&

)

)

FR QV )

)!!

W

FR QV W

&)&

Gereedschap buiten de kromming

Gereedschap binnen de kromming

De voeding kan met de volgende instructies worden ingesteld: CFTCP

CFIN

(Constant Feed in Tool Centre Point) Constante voeding op freesmiddelpuntbaan. Het verloop van de contour heeft geen invloed op de voedingssnelheid. Toepassing: Frees snijdt op volle diameter. (bijv. voorfrezen)

(Constant Feed at INternal radius) De voedingssnelheid wordt verlaagd, zodra het gereedschap zich binnen de kromming bevindt. Bij buitenkrommingen wordt de voedingssnelheid niet verhoogd (belangrijk voor volle bewerking, nafrezen aan de voorkant enz).

CFC (Constant Feed at Contour) Grondinstelling. Constante voeding op kromming. De voedingssnelheid van de freesmiddelpuntbaan wordt verhoogd, als het gereedschap zich buiten de kromming bevindt en verlaagd, als het gereedschap zich binnen de kromming bevindt. Toepassing: Frees snijdt alleen op contour. (bijv. nafrezen)

D 92

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Instructiesbeschrijving M-Functies M05 Freesspindel UIT

M00 Geprogrammeerde stop onvoorwaardelijk

De hoofdaandrijving wordt elektrisch afgeremd. Aan het einde van het programmende wordt de freesspindel automatisch uitgeschakeld.

Met deze instructie wordt de bewerking van een delenprogramma gestopt. Freesspindel, voedingen en koelmiddel worden uitgeschakeld. De spanendeur kan zonder alarm worden geopend.

M06 Gereedschapwissel

programma worden voortgezet. Daarna wordt de hoofdaandrijving met alle actieve waardes opnieuw ingeschakeld.

Het tevoren met T gekozen gereedschap wordt naar binnen gezwenkt. Daarna wordt de hoofdaandrijving met alle actieve waardes opnieuw ingeschakeld. M6 en T..D.. mogen niet in hetzelfde record staan.

M01 Geprogrammeerde stop voorwaardelijk

M08 Koelmiddel AAN

M01 functioneert zoals M00, echter alleen dan, indien de functie "GEPROGRAMMEERDE STOP JA" met de softkey in het menu "PROGRAMMABEINVLOEDING" is ingeschakeld.

Het koelmiddel wordt ingeschakeld.

kan de uitvoering van het

Het koelmiddel wordt uitgeschakeld.

Met "NC START"

Met "NC START"

kan de uitvoering van het

M09 Koelmiddel UIT

programma worden voortgezet. Daarna wordt de hoofdaandrijving met alle actieve waardes opnieuw ingeschakeld.

M10 Deelapparaat klemming aan Het deelapparaat wordt vastgeklemd.

M02 Einde hoofdprogramma

M11 Deelapparaat klemming losmaken

M02 functioneert als M30.

De klemming van het deelapparaat wordt losgemaakt.

M03 Freesspindel AAN rechtsom draaiend

M17 Einde sub-programma

De spindel wordt ingeschakeld, indien er een toerental of een snijsnelheid is geprogrammeerd, de spanendeur is gesloten en er een werkstuk correct is gespannen. M03 moet voor alle rechts snijdende gereedschappen worden gebruikt.

M17 wordt in het laatste record van een subprogramma geschreven. Het kan in dit record alléén of samen met andere functies worden opgenomen. De oproep van een sub-programma en M17 mogen niet in hetzelfde record staan (hierarchie).

M04 Freesspindel AAN linksom draaiend

M23 Opvangschaal terug

Hier gelden dezelfde voorwaardes als onder M03 beschreven. M04 moet voor alle links snijdende gereedschappen worden gebruikt.

M24 Opvangschaal vooruit M25 Spanmiddel/ machinebankschroef OPENEN Het spanmiddel cq. de machinebankschroef wordt geopend.

D 93

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

M26 Spanmiddel/ machinenbankschroef SLUITEN Het spanmiddel cq. de machinebankschroef wordt gesloten.

Voorzichtig: Indien een programma M-instructies bevat die niet door de machine kunnen worden uitgevoerd, wordt de M-instructie genegeerd en loopt het programma door. Hierdoor kunnen onder bepaalde omstandigheden botsingen optreden (bijv. in geval van het ontbreken van werkstukmanipulatie).

M27 Deelapparaat zwenken Het deelapparaat wordt één stap verder gezwenkt (staphoek mechanisch ingesteld). M30 Einde hoofdprogramma Met M30 worden alle aandrijvingen uitgeschakeld en de besturing wordt naar het begin van het programma teruggezet. Bovendien wordt de teller met "1" verhoogd. M70 Positiegeregelde spindel in positie brengen M71 Uitblazen AAN Alleen voor het toebehoor uitblaasmechanisme. Het uitblaasmechanisme wordt ingeschakeld. M72 Uitblazen UIT Alleen voor het toebehoor uitblaasmechanisme. Het uitblaasmechanisme wordt uitgeschakeld.

D 94

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Vrij programmeren van contouren De selectie geschiedt in het bediengebied programma . M.b.v. de softkeys "Werkstuk" en "Delenprogramma" kiest u een bestaand programma of opent u een nieuw delenprogramma. Met de softkeys "Hulp" en "Nieuwe contour" resp. "Terugvertalen" opent u de contoureditor.

Het vrij programmeren van contouren is een hulptool voor de Editor. Een geïntegreerde contourcomputer berekent eventueel onbekende parameters, zodra deze volgen uit de andere parameters. Bovendien kunt u beschikken over overgangselementen van contouren zoals afschuiningen en radii.

Geprogrammeerde contourelementen (kunnen met dubbel klikken weer worden geopend)

Grafische weergave van de geprogrammeerde contourelementen

Programmeervenster

Contourelementen

Verdere contourfuncties (pool, contour sluiten)

D 95

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Programmeren van contouren:

¡

5

¡

Startpunt bepalen:

Programmeervoorbeeld

De invoer van contouren begint vastleggen van het startpunt.

met het

•

De coördinaten voor X en Z moeten absoluut worden geprogrammeerd.

• •

Keuze van het vlak: G17 / G18 / G19 Invoer afmetingen vlakas (kopas) - DIAMON (diameter) - DIAMOF (radius) - DIAM90 (diameter/radius)

•

Startpunt (naderen): G0 / G1

Met de softkey "Overname element" worden de geprogrammeerde waardes in de Editor overgenomen.

Met de softkey "Alle parameters" worden verdere parameters voor de contourdefinitie geopend.

Me de spatietoets of de softkey "Alternatief" kunt u kiezen tussen de selectiemogelijkheden. Keuze softkey "Rechte lijn verticaal" Eindpunt X ............................................. 20.000 Overgang naar het volgende element FS2.000 Bij de overgang naar het volgende element kunt u een afschuining of een radius uitkiezen.

Met de Softkey "Overname element" wordt de contourbeschrijving in de Editor overgenomen.

Contourbeschrijving "Rechte lijn verticaal" D 96

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Keuze Softkey "Rechte lijn horizontaal" Eindpunt X ............................................. -10.000 Overgang naar het volgende element .... 0.000

Met de Softkey "Overname element" wordt de contourbeschrijving in de Editor overgenomen.

Contourbeschrijving "Rechte lijn horizontaal"

Keuze softkey "Cirkel" Radius .......................................................... 10 Eindpunt Z ............................................ -20.000 Eindpunt X .................................................... 30 Overgang naar het volgende element ... 0.000 Bij een complete invoer van radius en eindpunt worden de waardes voor I en K automatisch uitgerekend. Contourbeschrijving "Cirkel" Met de softkey "Dialoog selectie" kan de juiste keuze uit de voorstellen worden gemaakt. Met "Dialoog overname" wordt de keuze overgenomen. Met de softkey "Overname element" wordt de contourbeschrijving in de Editor overgenomen Met de softkey "Overname" verlaat u het vrije programmeren van contouren en keert u terug naar de Editor. Bij het terugvertalen worden alleen de contourelementen gegenereerd die met het vrije programmeren van contouren zijn opgemaakt. Achteraf in de programmatekst opgenomen teksten gaan hierbij verloren.

D 97

Een reeds bestaande contour kan met de softkey "Terugvertalen" worden bewerkt. Hiervoor dient u de cursor van de Editor binnen de contour te zetten.

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Softkey "Rechte lijn willekeurig" Met deze functie kunnen willekeurige rechte lijnen worden geprogrammeerd. Een willekeurige rechte lijn is een schuine lijn in de X of Z-richting, waarvan het eindpunt m.b.v. een coördinatenpunt of een hoek wordt geprogrammeerd . Indien invoervelden van parameters niet worden geprogrammeerd, gaat de besturing ervan uit dat deze waardes onbekend zijn en probeert vervolgens deze waardes op basis van de andere parameters uit te rekenen. Softkey "Verdere" Onder de softkey "Verdere" bevinden zich de softkey "Pool" en "Contour sluiten". De softkey "Pool" ist niet actief. De softkey "Contour sluiten" is bedoeld voor het sluiten van een Contour met één rechte lijn.

Verschillen contourprocessor EMCO – Siemens CP Versie 1.0.5 gekozen. Gegenereerde code • gelijk blijvende waardes van coördinaten worden in de code niet principieel weggelaten (alleen bij horizontale of verticale rechte lijnen) • geselecteerde meervoudige oplossingen kunnen uit een Siemens-Code niet worden terugvertaald (de eerste oplossing worden weergegeven) • een code met geselecteerde meervoudige oplossingen kan op een originele besturing niet worden terugvertaald • de tekst uit de vrije invoer wordt in een EMCOspecifiek veld opgeslagen, maar genereert geen NC-Code • Afschuiningen tussen rechte lijn en cirkel cq. cirkel en cirkel genereren verschillende codes.

Grafiek • alternatieve oplossing wordt niet weergegeven • andere schaalwaardes • afschuiningen worden alleen tussen rechte lijnen getekend • vrije steken worden niet getekend (zijn niet geïmplementeerd) Invoer • ‘tangentieel’ wordt als α2 = 0.000 weergegeven • softkey "Raaklijn a. voorg“ wordt voor elementen met tangentiele overgang (raaklijnaansluiting) geactiveerd weergegeven • ‘Contour sluiten’ genereert slechts één (willekeurige) en niet twee rechte lijnen (verticaal en horizontaal) • er kan niet worden gewerkt met polaire coördinaten Contourelementen • Vrije steken zijn niet geïmplementeerd.

Foutmeldingen • „Afschuining/radius te groot“ De waarde voor de de overgang naar de afschuining of de radius is te groot. Oplossing: kleinere overgangswaarde kiezen.

Contourprocessor: • bij samenvallende oplossingen verschijnt er soms toch een selectiedialoog • af en toe kan er geen alternatieve oplossing worden gekozen (voor start- of eindpunt van een contourelement). In dit geval dient u te wisselen naar een ander contourelement (vorige of volgende element). Dan kan de alternatieve oplossing daar worden D 98

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

• „Geometriewaarden tegenstrijdig!“ Tegenstrijdigheid bij de invoer van de laatste waarde voor het contourelement. Voorbeelden: – Eindpunt van een cirkel ligt buiten de cirkel – Snijpunt in oneindig – Raaklijn van punten binnen een cirkel Oplossing: corrigeer de laatste ingevoerde waarde • „Functie niet toegestaan!“ De laatste waarde of keuze is op dit ogenblik niet toegestaan. Voorbeelden: – Overgangen naar het volgende element met radii bij elementen met raaklijnaansluiting aan het vorige element. – Insteken als overgang (zijn algemeen niet geïmplementeerd) – Overgangen bij niet gedefinieerde contourelementen. Oplossing: kies een geldige overgang naar het volgende element. • „Eerst dialoog selecteren!“ U wilt een waarde invoeren, terwijl op de keuze van een dialoog wordt gewacht. Oplossing: eerst een selectie maken, daarna kunt u een waarde invoeren. Hulp • Hulptekeningen bevinden zich in een modaal venster, daarom kan de contourprocessor niet worden bediend terwijl er een hulpafbeelding wordt getoond • Alle hulpafbeeldingen van de originele besturing zijn geïmplementeerd.

D 99

PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

D 100

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN GEREEDSCHAPSCORRECTIE / GEREEDSCHAP

OPMETEN

E: Gereedschapscorrectie / Gereedschap opmeten Gereedschapscorrectie Gereedschap oproepen

Gereedschapwissel

T..: D..:

M6:

Gereedschapnummer in het magazijn Gereedschapscorrectie nummer

Gereedschap wisselen

D.m.v. de instructie M6 worden automatisch alle bewegingen uitgevoerd die voor het wisselen van een gereedschap nodig zijn. Om botsingen te voorkomen, moet het gereedschap tevoren van het werkstuk worden afgetild (vrij maken).

Aan elk gereedschapnummer T kunnen max. 9 correctienummers D worden toegevoegd. De besturing SINUMERIK 810D/840D kenmerkt deze correctiegegevens D als snijkant. Hiermee worden echter niet de verschillende snedes (tanden) van het gereedschap bedoeld, maar de correctiegegevens, die bij het gereedschap horen.

Voorbeeld N50

G0 X200 Y120 Z80 Gereedschapwisselpositie aanlopen N55 T4 D1 Gereedschap en gereedschapscorrectie oproepen N60 M6 Gereedschap wisselen N65 ...

Een gereedschap kan verschillende correctienummers hebben (bijv. kan een vlakke frees ook als hoekafkantingsfrees worden gebruikt, in dit geval worden twee verschillende punten op het gereedschap opgemeten). Afhankelijk van het gebruik wordt in het programma bijv .B. T1 D1 of T1 D2 opgeroepen. Met de instructie T..D.. worden de gereedschapscorrectiewaardes D opgeroepen, het gereedschap wordt nog niet gewisseld. De gegevens voor de gereedschapscorrectie (freeslengte, freesradius, ...) worden gelezen uit het gereedschapscorrectiegeheugen. Mogelijke gereedschapnummers: T 1..32000, D 1..9

Lengtecorrectie gereedschap De lengtecorrectie van het gereedschap functioneert loodrecht op het werkvlak (G17-G19). Het belangrijkste toepassingsgebied is verticaal frezen: G17 - gereedschap lengtecorrectie in Z D.m.v. de gereedschap lengtecorrectie wordt het gereedschapnulpunt vanuit het gereedschapopnamepunt N verschoven naar de punt van het gereedschap. Hierdoor hebben alle positiegegevens betrekking op de punt van het gereedschap.

1

Het gereedschapopnamepunt N ligt bij de meeste freesmachines midden op de voorkant van de spindelneus.

/

E1

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN GEREEDSCHAPSCORRECTIE / GEREEDSCHAP

OPMETEN

[

:LQ1&6,180(5,.'0,//F (0&2

3DUDPHWHUV .DQVDO

-RJ

?352*?03)',5 7(,/03)

.DQVDO5(6(7 3URJUDPPDDIJHEURNHQ

'QXPPHU 6FKDFKWIUHHV]KRHNDIURQG

*HRPHWULH

)

5SDUD PHWHUV

71U

)

'1U

)

'1U

)

:LVVHQ

)

*DQDDU

)

2YHU]LFKW

)

1LHXZ

)

&RUUHFWLH EHVSDOHQ

)

7QXPPHU 7W\SH

*HUHHGVFK FRUUHFWLH

)

529

*HUHHGVFKDSVFRUUHFWLHV

/HQJWHFRUUHFWLH /HQJWH /HQJWH /HQJWH 5DGLXVFRUUHFWLH 5DGLXV

71U

6OLMWDJH

$DQWVQLMNDQW

%DVLV PP PP

PP

)

6HWWLQJ GDWD

)

1XOSXQW YHUVFK

)

*HEUXLN GDWD

T-Nummer Met dit nummer wordt het gereedschap opgeroepen (plaatsnummer in de gereedschaphouder)

)

)

)

Geometrie Afmetingen van het gereedschap Slijtage Afwijkingen van de geometrische waarde.

D-Nummer Nummer van de gereedschapscorrectie. Een gereedschap kan verschillende correctienummers hebben (bijv.: een vlakke frees kan ook als hoekafkantingsfrees worden gebruikt, in dit geval worden twee verschillende punten op het gereedschap opgemeten).

Basis Afmeting van een gereedschapsdrager (bijv drijfkop), waarin de gereedschappen worden gespannen De som van geometrie, slijtage en basis is de totale effectieve gereedschapscorrectie.

Snijkantgetal Aantal D-nummers voor het betreffende gereedschap (niet het aantal tanden). Gereedschapstype Met dit nummer wordt het soort gereedschap bepaald.

E2

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN GEREEDSCHAPSCORRECTIE / GEREEDSCHAP

OPMETEN

Softkeys: T-Nr +, T-Nr Schakelt naar het volgende hogere cq.lagere gereedschapnummer.

Overzicht Weergave van de gereedschapslijst. Zet de cursor op het gewenste gereedschap en roep het met de softkey "OK" op.

D-Nr +, D-Nr Schakelt in het actuele gereedschap naar de volgende hogere cq. lagere correctie. Wissen Wissen van een gereedschap uit de lijst of wissen van een correctie van het actuele gereedschap. Druk op de softkey "Wissen". In de verticale softkeylijst verschijnen de softkeys "Gereedschap wissen", "Snijkant wissen" en "Afbreken".

Nieuw Vastleggen van een nieuw gereedschap of van een nieuwe correctie (snijkant). Nieuwe snijkant Er wordt een correctierecord toegevoegd aan het gereedschap. Geef het T nummer van de snijkant in die u wilt toevoegen (het actuele gereedschap wordt aanbevolen), en vermeld welk gereedschapstype de nieuwe snijkant is.

Gereedschap wissen Het actuele gereedschap wordt met alle snijkanten (correcties D) gewist. Snijkant wissen De snijkant met het hoogste D-nummer wordt gewist. De D-nummers moeten doorlopend zijn genummerd, een gereedschap met vier snijkanten moet de nummers D1, D2, D3, D4 hebben, waarbij alleen D4 kan worden gewist. D1 kan niet gewist worden, in dit geval moet het gereedschap worden gewist (een gereedschap moet tenminste één snijkant hebben).

Neem de gegevens over met

Met de softkey "OK" slaat u de nieuwe snijkant op, met "afbreken" verlaat u het programma zonder dat de gegevens worden vastgelegd. Nieuw gereedschap Een nieuw gereedschap wordt toegevoegd aan de lijst. Voer het T-nummer en het gereedschapstype van het nieuwe gereedschap in.

Afbreken Exit zonder Wissen.

Neem de gegevens over met

Ga naar Direct kiezen van een gereedschap. Druk op de softkey "Ga naar". In de verticale softkeylijst worden de keuzesoftkeys met daarnaast de invoerrubriek getoond.

.

Met de softkey "OK" slaat u het nieuwe gereedschap op, met "afbreken" verlaat u het programma zonder dat de gegevens worden vastgelegd.

Vooraf gekozen gereedschap In het CNC-programma gekozen T-nummer (gedurende of na de uitvoering van een programma).

Correctie uitrekenen Automatisch opmeten van het gereedschap, zie hoofdstuk "Gereedschap opmeten".

Actief gereedschap Het gereedschap dat in de gereedschapsrevolver naar binnen is gezwenkt. Invoerrubriek Hier kunt u direct het gewenste T- en D-nummer invoeren en met

.

overnemen.

OK Wisselt naar het gewenste gereedschap. Afbreken Exit zonder gereedschapskeuze

E3

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN GEREEDSCHAPSCORRECTIE / GEREEDSCHAP

OPMETEN

Richting van de lengtecorrectie De richting van de lengtecorrectie is afhankelijk van het gekozen vlak G17 - G19. G17 (belangrijkste toepassing: verticaal frezen): Lengte 1 in Z Radius in XY-vlak In dit hoofdstuk wordt de gebruikelijkste toepassing G17 beschreven, tenzij anders vermeld. G18 (belangrijkste toepassing : horizontaal frezen of werken met haakse kopfrezen): Lengte 1 in X Radius in ZX-vlak G19 (werken met haakse kopfrezen): Lengte 1 in Y Radius in YZ-vlak Vereiste correctiewaardes voor boor, frees Voor freesgereedschappen dient u in te voeren: • Lengte 1 • Radius Bij boren moet de radius = 0 zijn, aangezien boren niet voor omtrekwerkzaamheden worden gebruikt. In de rubrieken Lengte 2 en Lengte 3 moet 0 worden ingevoerd.

1

Alle andere ingevoerde gegevens worden door de besturing genegeerd.

/

5

5

E4

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN GEREEDSCHAPSCORRECTIE / GEREEDSCHAP

OPMETEN

Vereiste correctiewaars voor haakse kopgereedschappen =

Voor de haakse kopfrees wordt het vlak G18 of G19 gekozen.

*

<

G18 De as van de frees loopt evenwijdig met de Ymachine-as (rechthoekig op de voorkant van de machine). Lengte 1 in Y Lengte 2 in Z (Lengte 3 in X) Radius in X/Z

;

; =

<

*

=

G19 De as van de frees loopt evenwijdig met de Xmachine-as (evenwijdig met de voorkant van de machine). Lengte 1 in X Lengte 2 in Z (Lengte 3 in Y) Radius in Y/Z

< ;

; =

<

Voor haakse kopfrezen wordt aanbevolen, de afmetingen van de haakse kop (blijven altijd gelijk) als basiswaarde in te voeren en de afmetingen van de frees als geometrische waarde. 1 /%DVLV

Zodoende kan de gereedschapslengte L1 (geometrie) op een instelapparaat worden opgemeten en als gereedschapopname referentiepunt N' worden gebruikt. De basiswaardes duiden in dit geval de afstand van N naar N' aan.

5

1

/*HRPHWULH

/%DVLV

Haakse kop, zijwaarts verplaatst Als de gereedschapsas en de hoofdspindelas elkaar niet snijden, is het gereedschap zijwaarts verplaatst. In dit geval moet tevens deze zijwaartse verplaatsing als basiswaarde Lengte 3 in X (voor G18) cq. in Y (voor G19) worden ingevoerd. Bij haakse koppen die niet zijwaarts zijn verplaatst moet voor Lengte 3 de waarde 0 worden ingevoerd.

E5

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN GEREEDSCHAPSCORRECTIE / GEREEDSCHAP

OPMETEN

Gereedschappen opmeten

7

HG UD DZ HWL QH UH IH 5

7

7

1

Meetcontact of meetklok opstellen.

2

Modus JOG activeren.

3

De spindelneus naar meetcontact/meetklok bewegen (1), meetklok op 0 zetten.

4

Gereedschapscorrectiegeheugen oproepen Bediengebied Parameters Gereedschapscorrectie.

5

Op de softkey "Correctie bepalen" drukken.

6

In de rubriek "Referentiemaat" as op Z zetten.

7

Gereedschappositie met OK overnemen. De referentiewaarde (hoogte van de spindelneus) wordt onder "Lengte 1" weergegeven. Actuele positie onder "Referentiewaarde" invoeren.

8

Lengte 1 in de rubriek "Referentiemaat" onder "Referentiewaarde" invoeren.

9

Wisselen naar het gereedschap dat moet worden opgemeten.

7

9HUVFKLO VSLQGHOQHXV UHIHUHQWLHZDDUGH

-

10 De punt van het gereedschap naar het meetcontact/meetklok bewegen (2). Cursor op Lengte 1 zetten (T- nummer controleren). 11 Drukken op "Correctie bepalen", as Z kiezen en op OK drukken. Gereedschapslengte wordt onder L1 opgeslagen. 12 Volgende T-Nummer kiezen en vanaf stap 9 herhalen, tot alle gereedschappen zijn opgemeten. Gereedschapsradius invoeren A Gereedschapsradius direct opmeten (schuifmal) en manueel opschrijven in het gereedschapscorrectiegeheugen. B Bovenstaande procedure overeenkomstig voor de gereedschapsradius gebruiken: Voorzichtig naderen (aftasten) in X- of Y-richting. M.b.t. 6: as op X of Y zetten (afhankelijk van de richting, waarin u nadert)

E6

PROGRAMMAVERWERKING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

F: Programmaverwerking Voorwaarden Nulpunten G54-G57 De gebruikte nulpunten moeten zijn opgemeten en de gegevens moeten zijn ingevoerd. Gereedschappen De gebruikte gereedschappen moeten zijn opgemeten en de gegevens moeten zijn ingevoerd. De gereedschappen moeten zich op hun plaats (T) in de gereedschapswisselaar bevinden. Referentiepunt Het referentiepunt moet op alle assen zijn geactiveerd. Machine De machine moet klaar voor gebruik zijn. Het werkstuk moet vast en zeker zijn gespannen. Losse delen (spansleutel enz) moeten uit de werkruimte zijn verwijderd, dit om bostingen te voorkomen. De machinedeuren moeten bij de start van het programma gesloten zijn. Alarmen Er mogen geen alarmen actief zijn.

F1

PROGRAMMAVERWERKING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Programma oproepen Programma overzicht

Programma ter verwerking oproepen

Bediengebied machine, modus automatisch. Druk op de softkey PROGRAMMA OVERZICHT.

Programma oproepen • Bediengebied machine, automatisch modus • Druk op de softkey PROGRAMMA OVERZICHT • Markeer het gewenste delenprogramma met de

Met de horizontale softkeys worden de beschikbare programma´s van elk type weergegeven (werkstukken, delenprogramma´s, subprogramma´s, standaard cycli, gebruiker-cycli, tussengeheugen).

toetsen

.

Werkstuk oproepen • Selecteer het gewenste werkstuk in het

Voordat een programma kan worden uitgevoerd, moet het worden vrijgegeven. • Bediengebied machine, automatische modus • Druk op de softkey PROGRAMMA OVERZICHT • Markeer het gewenste werkstuk of

• Druk op de softkey PROGRAMMA OPROEPEN. • De programmanaam verschijnt rechts in de bovenste regel.

Vrijgave programma

delenprogramma met de toetsen

werkstukoverzicht met de toetsen

.

• Druk op de softkey SELECTEREN • Mocht zich in dit directory een hoofdprogramma met dezelfde naam bevinden, wordt dit automatisch t.b.v. de verwerking geselecteerd (bij de het oproepen van het werkstuk TEIL1.WPD wordt bijv. automatisch het hoofdprogramma TEIL1.MPF opgeroepen). • De programmanaam verschijnt met de werkstukgegevens rechts in de bovenste regel • Bestaat er reeds een initialisatiebestand met dezelfde naam, wordt dit bij de oproepen van het delenprogramma onmiddellijk uitgevoerd (bijv. TEIL1.INI).

.

• Met de softkey VRIJGAVE WIJZIGEN kunt u het werkstuk / programma vrijgeven resp. blokkeren. • In de lijst wordt de vrijgave d.m.v. een kruis (X) aangeduid. (X) Vrijgave gegeven ( ) Geen vrijgave • Mocht een programma een onderdeel zijn van een werkstuk (drectory), moeten zowel het programma als het werkstuk worden vrijgegeven.

F2

PROGRAMMAVERWERKING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Programmastart, programmastop Roep een programma ter verwerking op. Activeer het het bediengebied machine, automatische modus Druk op de toets

.

Programma stoppen met

, voortzetten met

Programma afbreken met

.

.

Meldingen gedurende de uitvoering v. h. programma 3 Halt: NOOD STOP actief Er is op de NOOD-STOP-toets gedrukt.

8 Wachten: vrijgave invoeren ontbreekt De invoervrijgave is een signaal van de machine aan de besturing. Het actuele record is nog niet volledig uitgevoerd (bijv. gereedschapswissel, deelapparaat, stanglader enz.). Het volgende record van het programma wordt pas na afloop van het vorige record uitgevoerd.

4 Halt: Alarm met stop actief Het programma is onderbroken door een alarm. 5 Halt: M0/M1 actief Geprogrammeerde onderbreking van de programmaverwerking. Voortzetten met de toets

9 Wachten: vrijgave voeding ontbreekt De voedingsvrijgave is een signaal van de machine aan de besturing. Het actuele record is nog niet volledig uitgevoerd (bijv. spindel heeft het ingestelde toerental nog niet bereikt.) Het volgende record v.h. programma wordt pas na afloop van het vorige record uitgevoerd.

.

6 Halt: record in één-record-modus beëindigd. Het record in de één-record-modus is beëindigd. Voortzetten met de toets

.

7 Halt: NC-Stop actief Het programma is met de toets Voortzetten met de toets

10 Wachten: verblijftijd actief De programmaverwerking wordt gestopt voor de duur van de geprogrammeerde verblijftijd.

gestopt

.

17 Wachten: voeding-override op 0% De voeding-override staat op 0%. 18 Halt: NC-record niet correct Programmeerfout. 21 Wachten: recordvoorloop actief Bij de recordvoorloop worden alle programmarecords tot het voorloopdoel intern gesimuleerd, en de verwerking begint pas als het voorloopdoel is bereikt.

F3

PROGRAMMAVERWERKING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Programma beinvloeding Druk op de softkey PROGRAMMA BEINVL. Roep de gewenste functie met de cursortoetsn en

op.

Met de toets !

kunt u de functie activeren /

deactiveren. DRY Proefdraaien voeding Om proef te draaien zonder werkstuk (zonder verspanen). Alle records waarvoor een voeding is geprogrammeerd (G1, G2, G3, G33, ...) bewegen met een vooraf ingestelde testsnelheid in plaats van met de geprogram-meerde voedingssnelheid. De spindel draait niet. ROV Correctie ijlgang SBL1 Eén record modus met stop na een machinefunctie. De programmaverwerking wordt na elke beweging gestopt. Voortzetten met de toets SBL2 Eén-record-modus met stop na elk record De programmaverwerking wordt na ieder record gestopt, ook als er in het record geen beweging is geprogrammeerd (rekenrecord). M01 Geprogrammeerde stop Bij M01 in het programma wordt het delenprogramma normaal niet gestopt. Als deze functie actief is, stopt de programmaverwerking bij M01. Voortzetten met de toets

F4

.

PROGRAMMAVERWERKING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Recordzoekcyclus Met de recordzoekcyclus kunt u het programma laten doorlopen naar de gewenste plek in het delenprogramma. Er staan twee zoekvarianten ter beschikking. 1. Met berekening op de contour Tijdens de zoekcyclus worden dezelfde berekeningen uitgevoerd als bij de normale uitvoering van het programma (het programma wordt intern gesimuleerd). De machine wordt aan het begin van het doelrecord in de toestand gezet, die ook bij een normale uitvoering van het programma actief zou zijn. Dan wordt het doelrecord net zo verwerkt als in geval van een normale uitvoering van programma. 2. Met berekening op de eindpunt van het record Tijdens de zoekcyclus worden dezelfde berekeningen uitgevoerd als bij de normale uitvoering van het programma (het programma wordt intern gesimuleerd). De machine wordt aan het einde van het doelrecord in de toestand gezet, die ook bij een normale uitvoering van het programma actief zou zijn. De machine beweegt direct naar het einde van het doelrecord, het doelrecord zelf wordt niet verwerkt. Procedure: • In het bediengebied machine is de modus AUTO geactiveerd. • Het programma waarin de zoekcyclus zal plaastvinden, is opgeroepen. • De besturing staat in de reset-toestand • Druk op de softkey RECORDZOEKCYCLUS. • Zet de cursor op het doelrecord. • Met de softkey BEREKENING CONTOUR of BEREKENING RECORD-EINDPUNT wordt de zoekcyclus gestart. • De besturing berekent alle records tot het zoekdoel maar voert nog geen bewegingen uit. • Met

wordt de zoekcyclus afgebroken

• Met

wordt de programmaverwerking gestart.

Op

het

beeldscherm

veiligheidsvraag. Bevestig met

verschijnt

een

.

• De positie van het zoekdoel wordt d.m.v. een aangepaste beweging aangelopen, en het programma wordt vanaf het zoekdoel automatisch uitgevoerd. F5

PROGRAMMAVERWERKING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

F6

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

G: Flexibele NC- Programmering Variabelen en rekenparameters

Systeemvariabelen Door de besturing vastgestelde variabelen, die in het programma gebruikt kunnen worden. Systeemvariabelen bieden toegang tot nulpuntverschuivingen, gereedschapscorrecties, actuele waardes, meetwaardes van de assen, toestanden van de besturing enz. Systeemvariabelen leveren waardes van een bepaald type op, maar ze kunnen gedeeltelijk niet worden beschreven. Ter herkenning begint een systeemvariabele altijd met een "$" -teken.

Door gebruik van variabelen in plaats van vaste waardes kan men een programma flexibeler maken. Zo kunt u op signalen reageren, zoals bijv. meetwaardes. Door gebruik van variabelen als ingestelde waarde kan hetzelfde programma ook voor verschillende geometrische elementen worden gebruikt. Door middel van de combinatie van variabelen en programmasprongen kan een bijzonder flexibel programma-archief worden aangelegd en daardoor programmeertijd worden gewonnen. Soorten variabelen

Overzicht van systeemvariabelen

Typen variabelen

0 6 7 3 $ 9

INT Hele getallen met voortekens Waardebereik: ±(231 - 1)

1 & $

• • •

Door de gebruiker gedefinieerde variabelen Rekenparameters Systeemvariabelen

REAL Drijvende komma getallen Waardebereik:±(10-300 ... 10+300)

HOHWWHU

HOHWWHU

%HWHNHQLV 0DFKLQHJHJHYHQV 6HWWLQJGDWD *HUHHGVFKDSEHKHHUJHJHYHQV *HSURJUDPPHHUGHZDDUGHV $FWXHOHZDDUGHV 6HUYLFHJHJHYHQV %HWHNHQLV 1&.JOREDDO .DQDDOVSHFLILHN $VVSHFLILHN

Voorbeeld: $AA_IM..... Actuele waarde in het machinecoördinatenstelsel

BOOL Waarheidswaardes: TRUE (1) en FALSE (0) Waardebereik:1, 0 CHAR 1 Teken ASCII, volgens code Waardebereik: 0 ... 255 STRING Tekenketting, tekengetal in [...], maximaal 200 tekens Waardebereik: reeks waardes met 0 ... 255 AXIS Asadressen Waardebereik: alle in het kanaal aanwezige asnamen en spindels FRAME Geometrische gegevens voor verschuiven, roteren, schaal veranderen, spiegelen, enz.

G1

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Variabelendefinitie Door de gebruike gedefinieerde variabele

Voorbeelden

Behalve reeds gedefinieerde variabelen zijn er ook variabelen, die door de programmeerder zelf kunnen worden gedefinieerd en met waardes kunnen worden bezet. Locale variabelen gelden alleen in het programma waarin ze zijn gedefinieerd, terwijl globale variabelen in alle programma´s gelden.

W\SHYDULDEHOH,17 (UZRUGWHHQYDULDEHOHYDQKHWW\SH '(),17DDQWDO ,QWHJHUPHWGHQDDP$$17$/ YDVWJHOHJGYRRUDIWRHJHZH]HQ (UZRUGWHHQYDULDEHOHYDQKHWW\SH '(),17DDQWDO ,QWHJHUPHWGHQDDP$$17$/ YDVWJHOHJG%HJLQZDDUGH W\SHYDULDEHOH5($/ (UZRUGWHHQYDULDEHOHYDQKHWW\SH 5HDOPHWGHQDDP',(37( '()5($/GLHSWH YDVWJHOHJG 9RRUDIWRHJHZH]HQ (UZRUGWHHQYDULDEHOHYDQKHWW\SH 5HDOPHWGHQDDP',(37( '()5($/GLHSWH YDVWJHOHJG %HJLQZDDUGH W\SHYDULDEHOH%22/ (UZRUGWHHQYDULDEHOHYDQKHWW\SH '()%22/:(11B=89,(/ %RROPHWGHQDDP ,1',(1B7(9((/YDVWJHOHJG9RRUDI WRHJHZH]HQ )$/6( '()%22/ (UZRUGWHHQYDULDEHOHYDQKHWW\SH ,1',(1B7(9((/ %RROPHWGHQDDP,1',(1B7(9((/ '5)%22/ YDVWJHOHJG ,1',(1B7(9((/ 758( '()%22/ ,1',(1B7(9((/ )$/6( W\SHYDULDEHOH&+$5 $DQGHYDULDEHOHYDQKHWW\SH&KDU '()&+$5*867$9B ZRUGWHHQFRGHZDDUGHYRRUKHW ELMEHKRUHQGH$6&,,WHNHQ WRHJHZH]HQ $DQGHYDULDEHOHYDQKHWW\SH&KDU '()&+$5*867$9B $ ZRUGWHHQ$6&,,WHNHQGLUHFW WRHJHZH]HQ W\SHYDULDEHOH675,1* 'HYDULDEHOHQYDQKHWW\SH6WULQJ '()675,1*>@9225%((/'NXQQHQHHQWHNHQUHHNVRSQHPHQ 0D[LPDDODDQWDOWHNHQV W\SHYDULDEHOH$;,6 'HYDULDEHOHYDQKHWW\SH$[LV '()$;,6$61$$0 ; KHHIWGHQDDP$61$$0 HQEHYDWGHDVQDDPYDQHHQNDQDDO KLHU;

Variabele naam Een naam van een variabele bestaat uit maximaal 32 tekend. De beide eerste tekens moeten een letter of een onderstreep zijn. Het "$" teken kan niet voor een door de gebruiker gedefinieerde variabele gebruikt worden, omdat dit teken uitsluitend voor systeemvariabelen gebruikt wordt. Formaat: DEF INT name of DEF INT name=waarde DEF REAL name of DEF REAL name1, name2=3, name4 of DEF REAL name [Veldindex1, Veldindex2] DEF BOOL name DEF CHAR name of DEF CHAR name [Veldindex]=("A","B",...) DEF STRING [Stringlengte] name DEF AXIS name of DEF AXIS name [Veldindex] DEF FRAME name

Indien een variabele bij de definitie geen waarde krijgt toegewezen, wordt hij door het systeem met Nul bezet. Variabelen moeten altijd aan het begin van het programma in een eigen NCrecord gedefinieerd worden. Er kan per record slechts één type variabele gedefinieerd worden.

Een variabele van het type AXIS neemt as- en spindelnamen van een kanaal op. Asnamen met een vergroot adres moeten altijd tussen ronde haakjes worden geschreven.

G2

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Velddefinitie Formaat DEF DEF DEF DEF DEF DEF DEF

CHAR NAME[n,m] INT NAME[n,m] REAL NAME[n,m] AXIS NAME[n,m] FRAME NAME[n,m] STRING[Stringlengte] NAME[m] BOOL [n,m]

INT NAME[n,m]

Variabele type (CHAR, INT, REAL, AXIS, FRAME, BOOL)

DEF STRING[Stringlengte] NAME[m] Het bestandtype STRING kan alleen met ééndimensionale velden gedefinieerd worden. NAME

Variabele naam

Er kunnen velden met maximaal 2 dimensies gedefinieerd worden. Velden met variabelen van het type STRING mogen alleen één-dimensionaal zijn. De stringlengte wordt na het gegevenstype String ingevoerd. Veldindex

>PQ@

Via de veldindex krijgt u toegang tot de elementen van een veld. M.b.v.deze veldindex kunnen waardes aan de veldelementen worden toegewezen, of kunnen de waardes van de veldelementen worden gelezen. Het eerste veldelement begint met de index [0,0]. Bei een veldgrootte van [3,4] is de maximale veldindex bijvoorbeeld [2,3].

P

P

P

In het voorbeeld hiernaast zijn de waardes bij de initialisatie zo gekozen, dat ze tegelijk de index van het veldelement zijn.

Q Q Q Q

Q P

Initialisatie van velden Aan de veldelementen kunnen gedurende de uitvoering van het programma of ook reeds bij de velddefinitie initialisatiewaardes worden toegewezen. Bei tweedimensionale velden wordt de rechter veldindex eerst geincrementeerd.

G3

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Initialisatie van waardelijsten, SET

Initialisatie met dezelfde waardes, REP

Mogelijkheden bij de velddefinitie

Mogelijkheden bij de velddefinitie

DEF DEF of DEF DEF

DEF Type VELD[n,m]=REP(Waarde)

• • • •

Type VARIABELE=SET(Waarde) Type VELD[n,m]=SET(Waarde,Waarde,...)

Aan alle veldelementen wordt dezelfde waarde (constante) toegewezen.

Type VARIABELE=Waarde Type VELD[n,m]=(Waarde,Waarde,...)

Es worden zoveel veldelementen toegewezen als er initialisatiewaardes zijn geprogrammeerd. Veldelementen zonder waardes worden automatisch met nul bezet. Bij variabelen van het type AXIS zijn lege plaatsten in de waardelijst niet toegestaan. Indien meer waardes worden geprogrammeerd dan er veldelementen over zijn, geeft het systeem een alarm.

Variabele van het type FRAME kunnen niet worden geinitialiseerd. Voorbeeld DEF REAL VELD5[10,3]=REP(9.9) Mogelijkheden in de programmaverwerking

Mogelijkheden in het programmaverwerking VELD[n,m]=SET(Waarde,Waarde,...) VELD[n,m]=SET(Term, Term,...)

VELD[n,m]=REP(Waarde) VELD[n,m]=REP(Term)

• • •

• •

De initialisatie geschiedt zoals bij de definitie. Als waardes zijn hier ook termen mogelijk. De initialisatie begint bij de geprogrammeerde veldindices. Hierdoor kunnen waardes gericht aan deelvelden worden toegewezen.

•

Als waarde zijn hier ook termen mogelijk. Alle veldelementen worden met dezelfde waarde geinitialiseerd. De initialisatie begint bij de geprogrammeerde veldindices. Hierdoor kunnen ook aan deelvelden gericht waardes worden toegewezen

Voorbeeld Toewijzing van termen DEF INT VELD[5,5] VELD[0,0]=SET(1,2,3,4,5) VELD[2,3]=SET(Variabele,4*5.6)

Variabelen van het type FRAME zijn toegelaten en kunnen hierdoor heel eenvoudig geinitialiseerd worden.

Bij asvariabelen wordt de asindex niet doorlopen: Voorbeeld

Voorbeeld

Initialisatie van alle elementen met een waarde

Initialisatie in een regel $MA_AX_VELO_LIMET[1,AX1]=SET(1.1,2.2,3.3)

DEF FRAME FRM[10] FRM[5]=REP(CTRANS(X,5))

Komt overeen met: $MA_AX_VELO_LIMET[1,AX1]=1.1 $MA_AX_VELO_LIMET[2,AX1]=2.2 $MA_AX_VELO_LIMET[3,AX1]=3.3

G4

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Voorbeeld Initialisatie van complete variabelenvelden. De actuele toewijzing wordt in de volgende tabel weergegeven. N10 N20 N30 N40 N50

DEF REAL VELD1 [10, 3] = SET(0, 0, 0, 10, 11, 12, 20, 20, 20, 30, 30, 30, 40, 40, 40, ) VELD1 [0,0] = REP (100) VELD1 [5,0] = REP (-100 VELD1 [0,0] = SET (0, 1, 2, -10, -11, -12, -20, -20, -20, -30, , , , -40, -40, -50, -60, -70) VELD1 [8,1] 0 SET (8.1, 8.2, 9.0, 9.1, 9.2)

>@

1,QLWDOLVDWLHELMGHILQLWLH

11,QLWLDOLVDWLHPHW

11,QLWLDOLVDWLHPHW

LGHQWLHNHZDDUGHV

YHUVFKLOOHQGHZDDUGHV

'HYHOGHOHPHQWHQ WP

'HYHOGHOHPHQWHQ WP

ZRUGHQPHWGH

ZRUGHQPHWGH

GHIDXOWZDDUGH

GHIDXOWZDDUGH

JHLQLWLDOLVHHUG'H

JHLQLWLDOLVHHUG

YHOGHOHPHQWHQ WP ZRUGHQQLHWYHUDQGHUG

G5

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Indirecte programmering

Toewijzingen

Door indirecte programmering kunnen programma´s universeel worden gebruikt. Hierbij wordt het vergrote adres (index) door een variabele van een passend type vervangen.

Aan de variabelen/rekenparameters kunnen in het programma waardes van een passend type worden toegewezen. Voor de toewijzing is altijd een apart record vereist. Per record zijn meerdere toewijzingen mogelijk.De toewijzing aan as-adressen vereist een afzonderlijk record, waarin geen andere variabelen kunnen worden toegewezen.

Alle adressen kunnen als parameters worden gebruikt, met uitzondering van: • N- Recordnummer • G- G-Instructie • L- Sub-programma

Voorbeeld R1=10.518 R2=4 Vari1=45 Toewijzing van een X=47.11 Y=R2 numerieke waarde.

Voor alle instelbare adressen is geen indirecte programmering mogelijk ( X[1] in plaats van X1 is niet toegestaan).

Voorbeeld S1=300

R1=R3 VARI1=R4

Toewijzing van een variabele van een passend type.

R4=-R5 R7=-VARI8

Toewijzing met tegenovergesteld voorteken (alleen geoorloofd bij INT/ REAL).

Directe programmering

DEF INT SPINU=1 Indirecte programmering: Toerental 300 omw/min voor S[SPINU]=300 de spindels waarvan het nummer in de SPINU is vastgelegd.

Toewijzing aan string- variabele Binnen een CHAR- of STRING-ketting wordt er een verschil gemaakt tussen groot en klein geschreven letters. Voorbeeld MSG ("Planeren van de contour") De tekst "Planeren van de contour"" verschijnt op het scherm.

G6

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Rekenoperaties/-functies

Rekenfunctie, ATAN2( , )

De rekenfuncties worden in de eerste plaats voor Rparameters en variabelen van het type REAL gebruikt. Toegestaan zijn ook de types INT en CHAR.

De functie berekent uit twee loodrecht op elkaar staande vectoren de hoek van de samengevoegde vector. Het resultaat ligt in het bereik van vier kwadranten (–180° < 0 < +180°). Basis voor de hoekberekening is altijd de tweede waarde in positieve richting.

Voor rekenoperaties geldt de gebruikelijke wiskundige schrijfwijze. Prioriteiten in de verwerking worden tussen ronde haakjes gezet. Voor trigonometrische en hun inverse functies worden graden gebruikt (rechte hoek = 90°).

',9 02' 6LQ &26 7$1 $6,1 $&26 $7$1 6457 $%6 327 7581& 5281' /1 (;3

Hoek=20.8455°

2. Vector

5 $7$1

Hoek=159.444°

Voorbeeld R1=R1+1 nieuw R1 = oud R1 +1 R1=R2+R3 R4=R5-R6 R7=R8*R9 R10=R11/R12 R13=SIN(25.3) R14=R1*R2+R3 Puntrekening gaat voor streeprekening R14=(R1+R2)*R3 Haakjes worden eerst berekend. R15=SQRT(POT(R1)+POT(R2)) Binnenste haakjes worden eerst ontbonden R15 = Vierkantswortel uit (R1 2 +R2 2 ). RESFRAME= FRAME1:FRAME2 FRAME3=CTRANS(…):CROT(…) Met de kettingoperator worden frames verboden tot een nieuw frame of worden er waardes aan frameonderdelen toegewezen. G7

1. Vector

2SWHOOHQ $IWUHNNHQ 9HUPHQLJYXOGLJHQ 'HOHQ /HWRSW\SH,17 W\SH,17 W\SH5($/ 9RRUEHHOG 'HOHQYRRUYDULDEOHW\SH,17HQ5($/ /HWRSW\SH,17 ',9W\SH,17 W\SH,17 9RRUEHHOG',9 0RGXORGHOLQJ,17RI5($/ OHYHUWUHVWYDQ HHQ,17GHOLQJ ]%02' .HWWLQJVRSHUDWRUELM)5$0(YDULDEHOHQ 6LQXV &RVLQXV 7DQJHQV $UFXVVLQXV $UFXVFRVLQXV $UFXVWDQJHQV 9LHUNDQWVZRUWHO %HGUDJ HPDFKW 'HHOXLWJHKHHOJHWDO $IURQGHQWRWJHKHOHJHWDO 1DWXXUOLMNORJDULWPH ([SRQHQWLsOHIXQFWLH

1. Vector

5 $7$1

2. Vector

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Vergelijkings- en logische Operatoren

Bitgewijze logische operatoren

Vergelijkingsoperatoren De vergelijkingsoperaties kunnen voor variabelen van het type CHAR, INT, REAL en BOOL worden gebruikt. Bij het type CHAR wordt de codewaarde vergeleken. Bij de types STRING, AXIS en FRAME zijn mogelijk: == en <>. Het resultaat van vergelijkende operaties is altijd van het type BOOL. Vergelijkingsoperaties kunnen bijv. voor de formulering van een sprongvoorwaarde worden gebruikt. JHOLMN ! RQJHOLMN ! JURWHU NOHLQHU ! JURWHURIJHOLMN NOHLQHURIJHOLMN NRSSHOLQJYDQVWULQJV

Met de variabelen van het type CHAR en INT kunnen ook per bit logische operaties worden uitgevoerd. Indien nodig geschiedt de typeconvertering automatisch. %B$1' %B25 %B127 %B;25

De operator B_NOT heeft betrekking op slechts één operand; deze staat na de operator.

Voorbeeld IF $MC_RESET_MODE_MASK B_AND ‘B10000’ GOTOF ACT_PLANE

Voorbeeld IF R10>=100 GOTOF DOEL of R11=R10>=100 IF R11 GOTOF DOEL Het resultaat van de vergelijking R10>=100 wordt eerst in het tussengeheugen R11 opgeslagen. Logische operatoren Met logische operatoren kunnen waarheidswaardes worden verbonden. AND, OR, NOT en XOR kunnen alleen worden toepast op variabelen van het type BOOL. D.m.v. impliciete typeconvertering kunnen ze ook voor de gegevenstypes CHAR, INT en REAL worden gebruikt. Tussen BOOLSCHEN operanden en operatoren moeten tussenruimtes worden geschreven. Bij de logische (Boolschen) operaties geldt voor de gegevenstypes BOOL, CHAR, INT en REAL: 0 is FALSE ongelijk 0 is TRUE $1' 25 127 ;25

ELWJHZLM]H(1 ELWJHZLM]H2) ELWJHZLM]H1,(7 ELWJHZLM]HH[FOXVLHI2)

(1 2) 1,(7 ([FOXVLHI2)

In aritmetischen termen kan de bewerkingsvolgorde van alle operatoren door ronde haakjes worden vastgelegd. Zodoende kan van de normale prioriteitsregels worden afgeweken. IF (R10<50) AND ($AA_IM[X]>=17.5) GOTOFDOEL IF NOT R10 GOTOB START

G8

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Prioriteit van de operatoren

Convertering van types

Bij elke operator hoort een prioriteit. Bij de beoordeling van een term worden operatoren van hogere prioriteit altijd eerst toegepast. Bij gelijkwaardige operatoren geschiedt de beoordeling van links naar rechts. In aritmetischen termen kan de bewerkingsvolgorde van alle operatoren door ronde haakjes worden vastgelegd. Zodoende kan van de normale prioriteitsregels worden afgeweken

De constante getalwaarde, de variabele of de term, die aan een variabele wordt toegewezen moet met het type van deze variabele compatibel zijn. Wanneer dit het geval is, wordt het type bij de toewijzing automatisch veranderd. Mogelijke typeconvertering QDFK 5($/ YRQ 5($/ MD ,17 MD %22/ MD &+$5 MD 675,1* $;,6 )5$0(

Volgorde van de operatoren 127%B127 ',902' ± %B$1' %B;25 %B25 $1' ;25 25 !! !

1HJDWLHELWJHZLM]HQHJDWLH 9HUPHQLJYXOGLJLQJGHOLQJ 2SWHOOHQDIWUHNNHQ %LWJHZLMV(1 %LWJHZLMVH[FOXVLHI2) %LWJHZLMV2) (1 ([FOXVLHI2) 2) .RSSHOLQJYDQVWULQJVUHVXOWDDWW\SH675,1*

* 1) 2) 3) 4)

9HUJHOLMNHQGHRSHUDWRUHQ

,17

%22/ &+$5 675,1* $;,6

)5$0(

MD MD MD MD

MD MD MD MD MD

MD

MD MD MD MD MD

MD MD MD

MD

Bei typeverandering van REAL in INT wordt de waarde >= 0.5 bij drijvende kommagetallen naar boven afgerond, anders naar beneden afgerond (vgl. functie ROUND) Waarde <> 0 komt overeen met TRUE, waarde == 0 komt overeen met FALSE Als de waarde binnen het toelaatbare getalgebied ligt Bij slechts 1 teken Stringlengte 0 = >FALSE, anders TRUE

Indien een waarde bij het converteren groter is dan het het doelgebied, wordt er een fout gemeld.

De kettingsoperator „:“ voor frames mag niet met andere operatoren in één term voorkommen. Er is derhalve geen prioriteitsrangschikking voor deze operator vereist.

Indien er in een term gemengde types voorkomen, wordt het type automatisch aangepast.

G9

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Lengte van de Strings, STRLEN M.b.v. deze functie kan de lengte van een string worden bepaald. Syntaxis: ,17B(5*

675/(1675,1*

W\SHUHVXOWDDW,17

Semantiek: Es wordt een aantal tekens teruggegeven, die - geteld vanaf het begin van de string - geen 0-tekens zijn. Voorbeeld: Zo kan bijv. in verband met de verderop beschreven één -teken-toegang het einde van de string worden bepaald: IF(STRLEN(BUITTIN_NAME)>10)GOTOF FOUT

G 10

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN CASE-Opdracht Formaat:

CASE (Term) OF constante1 GOTOF LABEL1 DEFAULT GOTOF LABELn CASE (Term) OF constante1 GOTOB LABEL1 DEFAULT GOTOB LABELn CASEsleutelwoord voor sprongopdracht GOTOF GOTOB LABEL LABEL: TERM Constante DEFAULT

Sprongopdracht met sprongdoel voorwaarts Sprongopdracht met sprongdoel terug Doel (markering binnen het programma) Na de naam van het sprongdoel volgt een dubbele punt Aritmetische term Constante van het type INT Programmapad, indien geen enkele van de voordien genoemde constantes van toepassing is

Met de CASE-opdracht u, afhankelijk van een actuele waarde van het type INT, verschillende sprongen programmeren. Aan de hand van de waarde die de door de CASE-opdracht getoetste constante heeft, selecteert het programma een sprong op de plek die door het bijbehorende sprongdoel word bepaald. Voor het geval dat de constante niet overeenkomt met één van de gedefinieerde waardes, kan het sprongdoel d.m.v. de opdracht DEFAULT worden bepaald. Indien de DEFAULT-opdracht niet is geprogrammeerd, is het volgende sprongdoel in zulke gevallen het record dat volgt op de CASE-opdracht.

CASE(Term) OF 1 GOTOF LABEL1 2 GOTOF LABEL2 … DEFAULT GOTOF LABELn „1“ en „2“ zijn mogelijke constantes. Indien de waarde van de term = 1 (INT-constante), spring naar record met LABEL1 Indien de waarde van de term = 2 (INT-constante), spring naar record met LABEL2 … anders spring naar record met LABELn Voorbeeld DEF INT VAR1 VAR2 VAR3 CASE(VAR1+VAR2-VAR3) OF 7 GOTOF MARKE1 9 GOTOF MARKE2 DEFAULT GOTOF MARKE3 MARKE1: G0 X1 Y1 MARKE2: G0 X2 Y2 MARKE3: G0 X3 Y3

G 11

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Controlestructuren IF-ELSE-ENDIF ............ Keuze uit twee alternatieven LOOP-ENDLOOP ........ Eindeloze lus FOR-ENDFOR ............. Tellus WHILE-ENDWHILE ..... Lus met voorwaarde bij begin van de lus REPEAT-UNTIL ........... Lus met voorwaarde aan het einde van de lus

De besturing verwerkt de NC- records standaard in de geprogrammeerde volgorde. Met deze instructies kunnen alternatieven en extra programmalussen worden gedefinieerd. IF-ELSE-ENDIF Met het IF-ELSE-Endif- blok kunt u kiezen uit twee alternatieven: IF (term) N50... N60... ELSE N120... Indien de term de waarde TRUE heeft, is er aan de voorwaarde voldaan en wordt het volgende programmablok uitgevoerd. Indien niet aan de voorwaarde wordt voldaan, wordt de ELSE-aftakking uitgevoerd. Der ELSE- aftakking kan wegvallen. Eindloze programmalus, LOOP De eindeloze lus wordt voor continue programmaherhalingen gebruikt. Aan het einde van de lus springt het programma steeds weer terug naar het begin van de lus. LOOP N50... N60... ENDLOOP Tellus, FOR De FOR- lus wordt gebruikt, als een bewerking een bepaald aantal keren moet worden herhaald.De telvariabele moet van het type INT zijn. FOR Variabele = beginwaarde TO eindwaarde N50... N60... ENDFOR

G 12

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Programmalus met voorwaarde aan het begin van de lus, WHILE De WHILE-lus wordt uitgevoerd, zolang er aan de voorwaarde is voldaan. WHILE term N50... N60... ENDWHILE Programmalus met voorwaarde aan het einde van de lus, REPEAT De REPEAT- lus wordt eén keer uitgevoerd en zolang herhaald, tot er aan de voorwaarde is voldaan. REPEAT N50... N60... UNTIL(Term)

Hoofdprogramma /223 :+,/( ,)

)25 )25 :+,/(

:+,/(

(1':+,/( :+,/(

68%352*

(1':+,/( (1'/223

Controle structuren gelden plaatselijk in het programma. Binnen ieder sub-programmaniveau is een hierarchische diepte van 8 controlestructuren mogelijk.

352&68%352* 5(3($7

(1',)

(1':+,/(

Hierarchische diepte

Sub-programma

Verwerkingstijd In de standaard interpretatieve modus kan een snellere uitvoering van programma´s door gebruik van programmasprongen worden bereikt als m.b.v. controle-structuren. In vóórgecompileerde cycli bestaat er geen verschil tussen programmasprongen en controlestructuren.

(1':+,/( (1')25 (1')25 817,/

G 13

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN Randvoorwaarden

Records met controlestructuurelementen kunnen niet onzichtbaar worden gemnaakt. Labels zijn in zulke records niet toegestaan. Controlestructuren worden interpretatief uitgevoerd. Zodra een luseinde wordt herkend, wordt - met inachtneming van de gevonden controlestructuren - het lusbegin gezocht. Daarom wordt de blokstructuur in de interpretatieve modus van een programma niet compleet getoetst. Het is aan te raden, controlestructuren en programmasprongen niet te vermengen. Bij de voorverwerking van cycli kan de juiste hierarchie van controlestructuren worden getest. Controlestructuren zijn alleen binnen het opdrachtgedeelte van een programma mogelijk. Definities in de programmakop kunnen niet voorwaardelijk of herhaald worden uitgevoerd. Sleutelwooren voor controlestructuren mogen evenmin als sprongdoelen met macro´s worden belegd. De macrodefinitie wordt in dit geval niet afgevraagd. Voorbeeld (Eindeloosprogramma) %_N_LOOP_MPF LOOP IF NOT $P_SEARCH ;geen recordzoekcyclus G01 G90 X0 Z10 F1000 WHILE $AA_IM[X] <= 100 G1 G91 X10 F500 ;boorbeeld Z–5 F100 Z5 ENDWHILE Z10 ELSE ;recordzoekcyclus MSG („In de zoekcyclus wordt niet geboord“) ENDIF $A_OUT[1] = 1 ;volgende boorblad G4 F2 ENDLOOP M30 Voorbeeld (vervaardiging van een vast aantal delen) %_N_AANTAL STUKS_MPF DEF INT AANTAL STUKS FOR AANTAL STUKS =0 TO 100 G01 … ENDFOR M30

G 14

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Actuele weergave record onderdrukken, DISPLOF, DISPLON Formaat PROC ... DISPLOF Met DISPLOF wordt die actuele recordweergave voor een sub-programma onderdrukt. DISPLOF staat aan het einde van de PROC-opdracht. In plaats van het actuele record wordt de oproep van de cyclus cq. van het sub-programma weergegeven. De recordweergave is standaard ingeschakeld. Het uitschakelen van de recordweergave met DISPLOF geldt tot het terugspringen uit subprogramma of het programma-einde. Indien er uit het sub-programma met DISPLOF verdere subprogramma´s worden opgeroepen, wordt ook hier de actuele weergave van het record onderdrukt. Mocht het sub-programma met onderdrukte recordweergave door een asynchroon sub-programma worden onderbroken, dan worden de records van de het actuele sub-programma weergegeven. Eén-record onderdrukken SBLOF, SBLON Formaat PROC ... SBLOF PROC ... SBLON SBLOF .......... Eén-record uitschakelen SBLON .......... Eén-record inschakelen Eén-record onderdrukken programma specifiek De met SBLOF gemarkeerde programma´s worden als een record compleet uitgevoerd. Voorbeeld: PROC VOORBEELD SBLOF G1 X10 RET Eén record onderdrukken in het programma SBLOF kan alleen in het record staan. Vanaf dit record wordt één -record uitgeschakeld tot de volgende SBLON of tot het einde van het actieve subprogrammaniveau.

G 15

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Frames Frame is de meest gebruikelijke aanduiding voor een meetkundige term, die een rekenvoorschrift, zoals bijv. een translatie of een rotatie, beschrijft.

= =

<

Rotatie op de Z- as

Met frames beschrijft men de positie van een doelcoördinatenstelsel m.b.v. coördinaten of hoeken, en wel uitgaande van het actuele coördinatenstelsel van het werkstuk.

<

Mogelijke frames:

ivu

ng

=0

•

;

Nu

lp

un

tv

er

sc

hu

<0

;

•

;0

•

•

G 16

Basisframes (basisverschuivung) Beschrijven de coördinatentransformatie van het basiscoördinatenstelsel (BKS) naar het nulpuntstelsel (BOS) en functioneren als instelbare frames. Instelbare frames (G54...G599) Instelbare frames zijn nulpuntverschuivingen die d.m.v. de instructies G54 t/ms G599 uit ieder NCprogramma kunnen worden opgeroepen. De verschuifwaardes worden door de bediener ingesteld en in het nulpuntgeheugen van de besturing opgeslagen. Programmeerbare frames. Programmeerbare frames (TRANS, ROT,..) gelden in het actuele NC- programma en hebben betrekking op de instelbare frames. Hiermee wordt het coördinatenstelsel van het werkstuk vastgelegd. Cumulatieve frames Als referentie dient werkstuknulpunt dat actueel is ingesteld of dat m.b.v. Frames als laatste is geprogrammeerd.

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Verband framevariabele/frame

=0

Met behulp van de frames wordt de onderlinge positie van het coördinatenstelsel d.m.v. rekenvoorschriften beschreven.

=

<0

<

Framevariabele: $P_PFRAME duidt het actueel geprogrammeerde frame aan.

Voorgedefinieerde framevariabelen $P_IFRAME Actuele, instelbare framevariabele, die de relatie tussen het basis-nulpuntsstelsel en het werkstuknulpuntstelsel tot stand brengt.

; ;0

=0

=

$P_IFRAME bevat na de programmering van bijv. G54 de translatie of rotatie enz., die in G54 is gedefinieerd.

=

$P_BFRAME Actuele basisframevariabele, die de relatie tussen het basis-nulpuntsstelsel en het werkstuknulpuntstelsel, dat de bediener kan definiëren, tot stand brengt.

<0

<

<

$P_PFRAME Actuele, programmeerbare framevariabele, die de relatie tussen het werkstuk-nulpuntstelsel en het werkstuk-coördinatenstelsel tot stand brengt.

; ;

$P_PFRAME bevat het frame, dat resulteert uit de programmering van TRANS/ATRANS, ROT/ AROT,SCALE/ASCALE,MIRROR/AMIRROR op het programmeerbare Frame.

;0

=0

=

=

$P_ACTFRAME Actueel, totaal frame, dat resulteert uit de actuele basisframevariabele $P_BFRAME, de actuele instelbare framevariabele $P_IFRAME en de actuele programmeerbare framevariabele $P_PFRAME,

<0

<

<

$P_ACTFRAME beschrijft het actueel geldige werkstuknulpunt.

; ; ;0

G 17

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Vóórgedefinieerde instelbare frames $P_UBFR[n] Door te schrijven op een voorgedefinieerde framevariabele $P_UBFR[n], wordt het basisframe niet meten geactiveerd. Dit geschiedt pas door de uitvoering van een G500, G54,... G599 opdracht. Vóórgedefinieerde instelbare frames $P_UIVR[n] M.b.v. de voorgedefinieerde framevariabele $P_UIVR[n] kunnen de instelbare nulpuntverschuivingen G54 t/m G599 vanuit het delenprogramma worden gelezen of geschreven. Standaard zijn 5 instelbare frames ($P_UIVR[0]bis $P_UIVR[4]) cq. 5 G- instructies met dezelfde betekenis - G500 (uitschakelen) en G54 t/m G57 - vóóringesteld. M.b.v. vóórgedefinieerde instelbare frames kunnen in totaal 100 coördinatenstelsels worden geproduceerd, die bijv. als nulpunt voor verschillende apparaten kunnen worden geprogrammeerd.

$P_UIVR[0] $P_UIVR[1] $P_UIVR[2] $P_UIVR[3] $P_UIVR[4]

G 18

komt overeen met G500 komt overeen met G54 komt overeen met G55 komt overeen met G56 komt overeen met G57

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

Asfuncties AXNAME, ISAXIS, AX AXNAME("VLAKKE AS") AX[AXNAME("STRING")] SPI(Spindelnummer) ISAXIS(Geometrisch asnummer) AXNAME ... Converteert een ingangsstring in een asnaam. AX ............. Variabele asnaam ISAXIS ....... Controleert, of de opgegeven geometrie aanwezig is. AXNAME Wordt bijv. bij het programmeren van algemeen geldige cycli gebruik, als de namen van de assen niet bekend zijn. ISAXIS Wordt in algemene cycli gebruikt om te verzekeren, dat een bepaalde geometrische as beschikbaar is en dat een navolgende $P_AXNX- oproep niet met een fout wordt afgebroken.

G 19

FLEXIBELE NC- PROGRAMMERING

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D FREZEN

G 20

A LARMS

AND

M ESSAGES

H: Alarms and Messages Machine Alarms 6000 - 7999 These alarms will be triggered by the machines. There are different alarms for the different machines. The alarms 6000 - 6999 normally must be confirmed with RESET. The alarms 7000 - 7999 are messages which normally will disappear when the releasing situation is finished.

PC MILL 50 / 55 / 100 / 105 / 125 / 155 Concept MILL 55 / 105 / 155 6000: EMERGENCY OFF The EMERGENCY OFF key was pressed. Remove the endangering situation and restart machine and software. 6001: PLC-CYCLE TIME EXCEEDING Contact EMCO Service.

6010: DRIVE X-AXIS NOT READY The step motor board is defective or too hot, a fuse or cabling is defective. A running program will be stopped, the auxiliary drives will be switched off, the reference position will be lost. Check fuses or contact EMCO service.

6002: PLC - NO PROGRAM CHARGED Contact EMCO Service.

6011: DRIVE Y-AXIS NOT READY see alarm 6010.

6003: PLC - NO DATA UNIT Contact EMCO Service.

6012: DRIVE Z-AXIS NOT READY see alarm 6010.

6004: PLC - RAM MEMORY FAILURE Contact EMCO Service.

6013: MAIN DRIVE NOT READY Main drive power supply defective, main drive too hot, fuse defective. A running program will be stopped, the auxilliary drives will be switched off. Check fuses or contact EMCO Service.

6005: OVERHEAT BRAKEMODUL Main drive was braked too often, large changes of speed within a short time. E4.2 active 6006: OVERLOAD BRAKE RESISTOR see 6005

6014: NO MAIN SPINDLE SPEED This will be released, when the spindle speed is lower than 20 rpm because of overload. Alter cutting data (feed, infeed, spindle speed). The CNC program will be aborted, the auxilliary drives will be stopped.

6007: SAFETY CIRCUIT FAULT Axis and main drive contactor with machine switched off not disabled. Contactor got stuck or contact error. E4.7 was not active during switchon.

6019: VICE TIME EXCEED The electric vice has not reached a stop position within 30 seconds. The control or the clamping device board are defective, the vice is stuck. Adjust the proximity switches of the stop position.

6009: SAFETY CIRCUIT FAULT Defective step motor system. A running CNC program will be interrupted, the auxiliary drives will be stopped, the reference position will be lost. Contact EMCO Service.

6020: VICE FAILURE When the electric vice is closed, the signal "clamping device clamped" of the clamping device board has failed. The control, the clamping device board or the wiring are defective. A 2007-05

H1

A LARMS 6022: CLAMPING DEVICE BOARD DEFECTIVE The signal "clamping device clamped" is constantly released, although no command has been given. Replace the board.

AND

M ESSAGES

6047: TOOL DISK UNLOCKED Tool drum turned out of locked position, inductive proximity switch defective or disadjusted, fuse defective, hardware defective. A running CNC program will be interrupted. Contact EMCO service. When the tool drum is turned out of locked position (no defect), act as following: Turn the drum into locking position manually Change into MANUAL (JOG) mode. Turn the key switch. Traverse the Z slide upwards, until the alarm disappears.

6024: MACHINE DOOR OPEN The door was opened while a machine movement. The program will be aborted. 6027: DOOR LIMIT SWITCH DEFECTIVE The limit switch of the automatic door is displaced, defective, wrong cabled. Contact EMCO service.

6048: DIVIDING TIME EXCEEDED Dividing head stucks, insufficient pressured air supply, hardware defective. Check for collision, check pressured air supply or contact EMCO service.

6028: DOOR TIMEOUT The automatic door stucks, the pressured air supply is insufficient, the limit switch is displaced. Check door, pressured air supply, limit switch or contact EMCO service.

6049: INTERLOCKING TIME EXCEEDED see alarm 6048

6030: NO PART CLAMPED No workpiece inserted, vice cheek displaced, control cam displaced, hardware defective. Adjust or contact EMCO service.

6050: M25 AT RUNNING MAIN SPINDLE Cause: Programming mistake in NC program. A running program will be aborted. The auxilliary drives will be switched off. Remedy: Correct NC program

6040: TOOL TURRET INDEX FAILURE After WZW procedure drum pressed down by Zaxis. Spindle position wrong or mechanical defect. E4.3=0 in lower state

6064: DOOR AUTOMATIC NOT READY Cause: pressure failure automatic door automatic door stucks mechanically limit switch for open end position defective security print circuits defect cabling defective fuses defective A running program will be aborted. The auxilliary drives will be switched off. Remedy: service automatic door

6041: TOOL CHANGE TIMEOUT Tool drum stucks (collision?), main drive not ready, fuse defective, hardware defective. A running CNC program will be stopped. Check for collisions, check fuses or contact EMCO service. 6043-6046: TOOL DISK POSITION FAULT Position error of main drive, error of position supervising (inductive proximity switch defective or disadjusted, drum allowance), fuse defective, hardware defective. The Z axis could have been slipped out of the toothing while the machine was switched off. A running CNC program will be stopped. Contact EMCO service.

6069: CLAMPING FOR TANI NOT OPEN When opening the clamping pressure switch does not fall within 400ms. Pressure switch defective or mechanical problem. E22.3 6070: PRESSURE SWITCH FOR TANI MISSING When closing the clamping pressure switch does not respond. No compressed air or mechanical problem. E22.3 6071: DIVIDING DEVICE NOT READY Servo Ready Signal from frequency converter missing. Excess temperature drive TANI or frequency converter not ready for operation.

H2

A LARMS 6072: VICE NOT READY Attempt to start the spindle with an open vice or without clamped workpiece. Vice stucks mechanically, insufficient compressed air supply, compressed air switch defective, fuse defective, hardware defective. Check the fuses or contact EMCO service.

AND

M ESSAGES

7017: REFERENCE MACHINE Approach the reference point. When the reference point is not active, manual movements are possible only with key switch at position "setting operation". 7018: TURN KEY SWITCH With NC-Start the key switch was in position "setting operation". NC-Start is locked. Turn the key switch in the position "automatic" to run a program.

6073: DIVIDING DEVICE NOT READY Cause: locking switch defective cabling defective fuses defective A running program will be aborted. The auxilliary drives will be switched off. Remedy: service automatic dividing device lock the dividing device 6074: DIVIDING TIME EXCEEDED Cause: dividing device stucks mechanically locking switch defective cabling defective fuses defective insufficient compressed-air supply. A running program will be aborted. The auxilliary drives will be switched off. Remedy: Check for collision, check the compressedair supply or contact the EMCO service.

7020: SPECIAL OPERATION MODE ACTIVE Special operation mode: The machine door is opened, the auxiliary drives are switched on, the key switch is in position "setting operation" and the consent key is pressed. Manual traversing the axes is possible with open door. Swivelling the tool turret is not possible with open door. Running a CNC program is possible only with standing spindle (DRYRUN) and SINGLE block operation. For safety: If the consent key is pressed for more than 40 sec. the function of this key is interrupted, the consent key must be released and pressed again.

6075: M27 AT RUNNING MAIN SPINDLE Cause: Programming mistake in NC program. A running program will be aborted. The auxilliary drives will be switched off. Remedy: Correct NC program

7021: INITIALIZE TOOL TURRET The tool turret operating was interrupted. No traversing operation is possible. Press tool turret key in JOG operation. Message occurs after alarm 6040.

7000: INVALID TOOL NUMBER PROGRAMMED The tool position was programmed larger than 10. The CNC program will be stopped. Interrupt program with RESET and correct the program.

7022: INITIALIZE TOOL TURRET ! see 7021 7023: WAITING TIME MAIN DRIVE! The LENZE frequency converter has to be separated from the mains supply for at least 20 seconds before you are allowed to switch it on again. This message will appear when the door is quickly openend/ closed (under 20 seconds).

7001: NO M6 PROGRAMMED For an automatic tool change you also have to program a M6 after the T word.

7038: LUBRICATION SYSTEM FAULT The pressure switch is defective or gagged. NC-Start is locked. This can be reset only by switching off and on the machine. Contact EMCO service.

7007: FEED STOP! The axes have been stopped by the robotics interface (robotics entry FEEDHOLD).

7039: LUBRICATION SYSTEM FAULT Not enough lubricant, the pressure switch is defective. NC-Start is locked. Check the lubricant and lubricate manually or contact EMCO service.

7016: SWITCH ON AUXILIARY DRIVES The auxiliary drives are off. Press the AUX ON key for at least 0.5 sec. (to avoid accidentally switching on) to switch on the auxiliary drives.

H3

A LARMS 7040: MACHINE DOOR OPEN The main drive can not be switched on and NCStart can not be activated (except special operation mode) Close the machine to run a program.

AND

M ESSAGES

7058: RETRACTING THE AXES The position of the tool turret arm cannot be clearly defined during the tool change. Open the machine door, push the tool turret magazine backwards to the stop. Move the milling head in the JOG mode upwards to the Z reference switch and then traverse the reference point.

7042: INITIALIZE MACHINE DOOR Every movement and NC-Start are locked. Open and close the machine door to initialize the safety circuits.

7270: OFFSET COMPENSATION ACTIVE ! Only with PC-MILL 105 Offset compensation activated by the following operation sequence. - Reference point not active - Machine in reference mode - Key switch in manual operation - Press STRG (or CTRL) and simultaneously 4 This must be carried out if prior to the tool change procedure spindle positioning is not completed (tolerance window too large)

7043: PIECE COUNT REACHED A predetermined number of program runs was reached. NC-Start is locked. Reset the counter to continue. 7050: NO PART CLAMPED After switching on or after an the vice is neither at the open position nor at the closed position. NC-Start is locked. Traverse the vice manually on a valid end position.

7271: COMPENSATION FINISHED,DATA SAVED ! see 7270

7051: DIVIDING HEAD NOT LOCKED! Either the dividing head is in an undefined position after the machine has been switched on, or the locking signal after a dividing process is missing. Initiate the dividing process, check, respectively adjust the proximity switch for locking. 7054: VICE OPEN Cause: the workpiece is not clamped When switching on the main spindle with M3/M4 alarm 6072 (vice not ready) will be released. Remedy: Clamp 7055: OPEN TOOL CLAMPING SYSTEM A tool is clamped in the main spindle and the control does not recognize the corresponding T number. Eject the tool from the main spindle when the door is open by means of the PC keys "Strg" and " 1 ". 7056: SETTING DATA INCORRECT An invalid tool number is stored in the setting data. Delete the setting data in the machine directory xxxxx.pls. 7057: TOOLHOLDER OCCUPIED The clamped tool cannot be positioned in the tool turret since the position is occupied. Eject the tool from the main spindle when the door is open by means of the PC keys "Strg" and " 1 ".

H4

A LARMS

H5

AND

M ESSAGES

A LARMS

AND

M ESSAGES

PC TURN 50 / 55 / 105 / 120 / 125 / 155 Concept TURN 55 / 105 / 155

6013: MAIN DRIVE NOT READY Main drive power supply defective or main drive too hot, fuse defective, over- or undervoltage from mains. A running program will be stopped, the auxilliary drives will be switched off. Check fuses or contact EMCO Service.

6000: EMERGENCY OFF The EMERGENCY OFF key was pressed. The reference position will be lost, the auxiliary drives will be switched off. Remove the endangering situation and restart machine and software. 6001: PLC-CYCLE TIME EXCEEDING The auxiliary drives will be switched off. Contact EMCO Service.

6014: NO MAIN SPINDLE SPEED This alarm will be released, when the spindle speed is lower than 20 rpm because of overload. Alter cutting data (feed, infeed, spindle speed). The CNC program will be aborted, the auxiliary drives will be switched off.

6002: PLC - NO PROGRAM CHARGED The auxiliary drives will be switched off. Contact EMCO Service.

6015: NO DRIVEN TOOL SPINDLE SPEED see 6014.

6003: PLC - NO DATA UNIT The auxiliary drives will be switched off. Contact EMCO Service.

6016: AUTOMATIC TOOL TURRET SIGNAL COUPLED MISSING

6004: PLC - RAM MEMORY FAILURE The auxiliary drives will be switched off. Contact EMCO Service.

6017: AUTOMATIC TOOL TURRET SIGNAL UNCOUPLED MISSING In the tool turret that can be coupled, the position of the coupling and uncoupling magnet is monitored by means of two proximity switches. It has to be made sure that the coupling is in the rear stop position so that the tool turret can get to the next tool position. Equally, during operation with driven tools the coupling has to be safe in the front stop position. Check and adjust the cables, the magnet and the stop position proximity switches.

6008: MISSING CAN SUBSCRIBER The SPS-CAN board is not identified by the control. Check the interface cable and the power supply of the CAN board. 6009: SAFETY CIRCUIT FAULT Defective step motor system. A running CNC program will be interrupted, the auxiliary drives will be stopped, the reference position will be lost. Contact EMCO Service.

6021: COLLET TIME OUT During closing of the clamping device the pressure switch has not reacted within one second.

6010: DRIVE X-AXIS NOT READY The step motor board is defective or too hot, a fuse is defective, over- or undervoltage from mains. A running program will be stopped, the auxiliary drives will be switched off, the reference position will be lost. Check fuses or contact EMCO service.

6022: CLAMPING DEVICE BOARD DEFECTIVE The signal "clamping device clamped" is constantly released, even though no command has been given. Replace the board. 6023: COLLET PRESSURE MONITORING The pressure switch turns off when the clamping device is closed (compressed air failure for more than 500ms).

6012: DRIVE Z-AXIS NOT READY see 6010.

H6

A LARMS 6024: MACHINE DOOR OPEN The door was opened while a machine movement. The program will be aborted.

AND

M ESSAGES

6041: TOOL CHANGE TIMEOUT Tool drum stucks (collision?), fuse defective, hardware defective. A running CNC program will be stopped. Check for collisions, check fuses or contact EMCO service.

6025: GEARBOX COVER NOT CLOSED The gearbox cover was opened while a machine movement. A running CNC program will be aborted. Close the cover to continue.

6042: TOOL TURRET OVERHEAT Tool turret motor too hot. With the tool turret a max. of 14 swivel procedures a minute may be carried out.

6027: DOOR LIMIT SWITCH DEFECTIVE The limit switch of the automatic door is displaced, defective, wrong cabled. Contact EMCO service.

6043: TOOL CHANGE TIMEOUT Tool drum stucks (collision?), fuse defective, hardware defective. A running CNC program will be stopped. Check for collisions, check fuses or contact EMCO service.

6028: DOOR TIMEOUT The automatic door stucks, the pressured air supply is insufficient, the limit switch is displaced. Check door, pressured air supply, limit switch or contact EMCO service.

6045: TOOL TURRET SYNC MISSING Hardware defective. Contact EMCO service.

6029: TAILSTOCK QUILL TIME EXCEED The tailstock quill does not reach a final position within 10 seconds. Adjust the control and the stop position proximity switches, or the tailstock quill is stuck.

6046: TOOL TURRET ENCODER FAULT Fuse defective, hardware defective. Check fuses or contact EMCO service.

6030: NO PART CLAMPED No workpiece inserted, vice cheek displaced, control cam displaced, hardware defective. Adjust or contact EMCO service. 6031: QUILL FAILURE

6048: CHUCK NOT READY Attempt to start the spindle with open chuck or without clamped workpiece. Chuck stucks mechanically, insufficient pressured air supply, fuse defective, hardware defective. Check fuses or contact EMCO service.

6032: TOOL CHANGE TIMEOUT see alarm 6041.

6049: COLLET NOT READY see 6048

6033: TOOL TURRET SYNC ERROR Hardware defective. Contact EMCO service.

6050: M25 DURING SPINDLE ROTATION With M25 the main spindle must stand still (consider run-out time, evtl. program a dwell)

6037: CHUCK TIMEOUT The pressure switch does not react within one second when the clamping device is closed.

6055: NO PART CLAMPED This alarm occurs when with rotating spindle the clamping device or the tailstock reach the end position. The workpiece has been pushed out of the chuck or has been pushed into the chuck by the tailstock. Check clamping device settings, clamping forces, alter cutting data.

6039: CHUCK PRESSURE FAILURE The pressure switch turns off when the clamping device is closed (compressed air failure for more than 500ms).

6056: QUILL NOT READY Attempt to start the spindle or to move an axis or to swivel the tool turret with undefined tailstock position. Tailstock is locked mechanically (collision), insufficient pressured air supply, fuse defective, magnetic switch defective. Check for collisions, check fuses or contact EMCO service.

6040: TOOL TURRET INDEX FAILURE The tool turret is in no locked position, tool turret sensor board defective, cabling defective, fuse defective. A running CNC program will be stopped. Swivel the tool turret with the tool turret key, check fuses or contact EMCO service.

H7

A LARMS 6057: M20/M21 DURING SPINDLE ROTATION With M20/M21 the main spindle must stand still (consider run-out time, evtl. program a dwell)

AND

M ESSAGES

7017: REFERENCE MACHINE Approach the reference point. When the reference point is not active, manual movements are possible only with key switch at position "setting operation".

6058: M25/M26 DURING QUILL FORWARD To actuate the clamping device in an NC program with M25 or M26 the tailstock must be in back end position.

7018: TURN KEY SWITCH With NC-Start the key switch was in position "setting operation". NC-Start is locked. Turn the key switch in the position "automatic" to run a program.

6059: C-AXIS SWING IN TIMEOUT C-axis does not swivel in within 4 seconds. Reason: not sufficient air pressure, and/or mechanics stuck. 6060: C-AXIS INDEX FAILURE When swivelling in the C-axis the limit switch does not respond. Check pneumatics, mechanics and limit switch.

7019: PNEUMATIC LUBRICATION MONITORING! Refill pneumatic oil 7020: SPECIAL OPERATION MODE ACTIVE Special operation mode: The machine door is opened, the auxiliary drives are switched on, the key switch is in position "setting operation" and the consent key is pressed. Manual traversing the axes is possible with open door. Swivelling the tool turret is possible with open door. Running a CNC program is possible only with standing spindle (DRYRUN) and SINGLE block operation. For safety: If the consent key is pressed for more than 40 sec. the function of this key is interrupted, the consent key must be released and pressed again.

6064: AUTOMATIC DOOR NOT READY Door stucks mechanically (collision), insufficient pressured air supply, limit switch defective, fuse defective. Check for collisions, check fuses or contact EMCO service. 6065: LOADER MAGAZINE FAILURE Loader not ready. Check if the loader is switched on, correctly connected and ready for operation and/or disable loader (WinConfig). 6066: CLAMPING DEVICE FAILURE No compressed air at the clamping device Check pneumatics and position of the clamping device proximity detectors.

7021: TOOL TURRET NOT LOCKED The tool turret operating was interrupted. NC start and spindle start are locked. Press the tool turret key in the RESET status of the control.

6067: NO COMPRESSED AIR Turn the compressed air on, check the setting of the pressure switch.

7022: COLLECTION DEVICE MONITORING Time exceed of the swivelling movement. Check the pneumatics, respectively whether the mechanical system is jammed (possibly a workpiece is jammed).

7000: INVALID TOOL NUMBER PROGRAMMED The tool position was programmed larger than 8. The CNC program will be stopped. Interrupt program with RESET and correct the program.

7023: ADJUST PRESSURE SWITCH ! During opening and closing of the clamping device the pressure switch has to turn off and on once. Adjust the pressure switch. This alarm does not exist any more for versions starting with PLC 3.10.

7007: FEED HOLD In the robotic mode a HIGH signal is at input E3.7. Feed Stop is active until a low signal is at E3.7.

7024: ADJUST CLAMPING DEVICE PROXIMITY SWITCH ! When the clamping device is open and the position stop control is active, the respective proximity switch has to feed back that the clamping device is "Open". Check and adjust the clamping device proximity switch, check the cables.

7016: SWITCH ON AUXILIARY DRIVES The auxiliary drives are off. Press the AUX ON key for at least 0.5 sec. (to avoid accidentally switching on) to switch on the auxiliary drives (also a lubricating pulse will be released).

H8

A LARMS

AND

M ESSAGES

7025 WAITING TIME MAIN DRIVE ! The LENZE frequency converter has to be separated from the mains supply for at least 20 seconds before you are allowed to switch it on again. This message will appear when the door is quickly openend/ closed (under 20 seconds).

7052: QUILL IN UNDEFINED POSITION The tailstock is in no defined position. All axis movements, the spindle and the tool turret are locked. Drive the tailstock in back end position or clamp a workpiece with the tailstock.

7038: LUBRICATION SYSTEM FAULT The pressure switch is defective or gagged. NC-Start is locked. This alarm can be reset only by switching off and on the machine. Contact EMCO service.

7053: QUILL - NO PART CLAMPED The tailstock reached the front end position. Traverse the tailstock back to the back end position to continue. 7054: NO PART CLAMPED No part clamped, switch-on of the spindle is locked.

7039: LUBRICATION SYSTEM FAULT Not enough lubricant, the pressure switch is defective. NC-Start is locked. Check the lubricant and lubricate manually or contact EMCO service.

7055: CLAMPING DEVICE OPEN This message indicates that the clamping device is not in clamping state. It disappears as soon as a part is clamped.

7040: MACHINE DOOR OPEN The main drive can not be switched on and NCStart can not be activated (except special operation mode) Close the machine to run a program. 7041: GEARBOX COVER OPEN The main spindle cannot be switched on and NC start cannot be activated. Close the gearbox cover in order to start a CNC program. 7042: INITIALIZE MACHINE DOOR Every movement and NC-Start are locked. Open and close the machine door to initialize the safety circuits. 7043: PIECE COUNT REACHED A predetermined number of program runs was reached. NC-Start is locked. Reset the counter to continue. 7048: CHUCK OPEN This message shows that the chuck is open. It will disappear if a workpiece will be clamped. 7049: CHUCK - NO PART CLAMPED No part is clamped, the spindle can not be switched on. 7050: COLLET OPEN This message shows that the collet is open. It will disappear if a workpiece will be clamped. 7051: COLLET - NO PART CLAMPED No part is clamped, the spindle can not be switched on.

H9

A LARMS

H 10

AND

M ESSAGES

A LARMS

AND

M ESSAGES

AC95 / ACC ALARMS Axis Controller Alarms 8000 Fatal Error AC 8100 Fatal init error AC Cause: Internal error Remedy: Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. 8101 Fatal init error AC see 8101. 8102 Fatal init error AC see 8101. 8103 Fatal init error AC see 8101. 8104 Fatal system error AC see 8101. 8105 Fatal init error AC see 8101. 8106 No PC-COM card found Cause: PC-COM board can not be accessed (ev. not mounted). Remedy: Mount board, adjust other address with jumper 8107 PC-COM card not working see 8106. 8108 Fatal error on PC-COM card see 8106. 8109 Fatal error on PC-COM card see 8106. 8110 PC-COM init message missing Cause: Internal error Remedy: Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. 8111 Wrong configuration of PC-COM see 8110. 8113 Invalid data (pccom.hex) see 8110. 8114 Programming error on PC-COM see 8110. 8115 PC-COM packet acknowledge missing see 8110. 8116 PC-COM startup error see 8110. 8117 Fatal init data error (pccom.hex) see 8110. 8118 Fatal init error AC see 8110, ev. insufficient RAM memory

8119 PC interrupt no. not valid Cause: The PC interrupt number can not be used. Remedy: Find out free interrupt number in the Windows95 system control (allowed: 5,7,10, 11, 12, 3, 4 und 5) and enter this number in WinConfig. 8120 PC interrupt no. unmaskable see 8119 8121 Invalid command to PC-COM Cause: Internal error or defective cable Remedy: Check cables (screw it); Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. 8122 Internal AC mailbox overrun Cause: Internal error Remedy: Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. 8123 Open error on record file Cause: Internal error Remedy: Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. 8124 Write error on record file Cause: Internal error Remedy: Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. 8125 Invalid memory for record buffer Cause: Insufficient RAM, record time exceeding. Remedy: Restart software, ev. remove drivers etc. to gain more RAM, reduce record time. 8126 AC Interpolation overrun Cause: Ev. insufficient computer performance. Remedy: Set a longer interrupt time in WinConfig. This may result in poorer path accuracy. 8127 Insufficient memory Cause: Insufficient RAM Remedy: Close other programs, restart software, ev. remove drivers etc. to gain more RAM. 8128 Invalid message to AC Cause: Internal error Remedy: Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. 8129 Invalid MSD data - axisconfig. see 8128. 8130 Internal init error AC see 8128. 8130 Internal init error AC see 8128. 8132 Axis accessed by multiple channels see 8128.

H 11

A LARMS 8133 Insufficient NC block memory AC see 8128. 8134 Too much center points programmed see 8128. 8135 No centerpoint programmed see 8128. 8136 Circle radius too small see 8128. 8137 Invalid for Helix specified Cause: Wrong axis for helix. The combination of linear and circular axes does not match. Remedy: Program correction. 8140 Maschine (ACIF) not responding Cause: Machine off or not connected. Remedy: Switch on machine or connect. 8141 Internal PC-COM error Cause: Internal error Remedy: Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. 8142 ACIF Program error Cause: Internal error Remedy: Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. 8143 ACIF packet acknowledge missing see 8142. 8144 ACIF startup error see 8142. 8145 Fatal init data error (acif.hex) see 8142. 8146 Multiple request for axis see 8142. 8147 Invalid PC-COM state (DPRAM) see 8142. 8148 Invalid PC-COM command (CNo) see 8142. 8149 Invalid PC-COM command (Len) see 8142. 8150 Fatal ACIF error see 8142. 8151 AC Init Error (missing RPG file) see 8142. 8152 AC Init Error (RPG file format) see 8142. 8153 FPGA program timeout on ACIF see 8142. 8154 Invalid Command to PC-COM see 8142. 8155 Invalid FPGA packet acknowledge see 8142 or hardware error on ACIF board (contact EMCO Service). 8156 Sync within 1.5 revol. not found see 8142 or Bero hardware error (contact EMCO Service).

AND

M ESSAGES

8157 Data record done see 8142. 8158 Bero width too large (referencing) see 8142 or Bero hardware error (contact EMCO Service). 8159 Function not implemented Bedeutung: In normal operation this function can not be executed 8160 Axis synchronization lost axis 3..7 Cause: Axis spins or slide is locked, axis synchronisation was lost Remedy: Approach reference point 8161 X-Axis synchronization lost Step loss of the step motor. Causes: Axis mechanically blocked Axis belt defective Distance of proximity detector too large (>0,3mm) or proximity detector defective Step motor defective 8162 Y-Axis synchronization lost see 8161 8163 Z-Axis synchronization lost see 8161 8164 Software limit switch max axis 3..7 Cause: Axis is at traverse area end Remedy: Retract axis 8168 Software limit overtravel axis 3..7 Cause: Axis is at traverse area end Remedy: Retract axis 8172 Communication error to machine Cause: Internal error Remedy: Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. Check connection PC - machine, eventually eliminate distortion sources. 8173 INC while NC program is running Remedy: Stop the program with NC stop or with Reset. Traverse the axis. 8174 INC not allowed Cause: At the moment the axis is in motion. Remedy: Wait until the axis stops and then traverse the axis. 8175 MSD file could not be opened Cause: Internal error Remedy: Restart software oder bei Bedarf neu installieren, report to EMCO, if repeatable. 8176 PLS file could not be opened see 8175. 8177 PLS file could not be accessed see 8175. 8178 PLS file could not be written see 8175.

H 12

A LARMS 8179 ACS file could not be opened see 8175. 8180 ACS file could not be accessed see 8175. 8181 ACS file could not be written see 8175. 8183 Gear too high Cause: The selected gear step is not allowed at the machine. 8184 Invalid interpolaton command 8185 Forbidden MSD data change see 8175. 8186 MSD file could not be opened see 8175. 8187 PLC program error see 8175. 8188 Gear command invalid see 8175. 8189 Invalid channel assignement see 8175. 8190 Invalid channel within message see 8175. 8191 Invalid jog feed unit Cause: The machine does not support the rotation feed in the JOG operating mode. Remedy: Order a software update from EMCO. 8192 Invalid axis in command see 8175. 8193 Fatal PLC error see 8175. 8194 Thread without length Cause: The programmed target coordinates are identical to the starting coordinates. Remedy: Correct the target coordinates. 8195 No thread slope in leading axis Remedy: Program thread pitch 8196 Too manny axis for thread Remedy: Program max. 2 axes for thread. 8197 Thread not long enough Cause: Thread length too short. With transition from one thread to the other the length of the second thread must be sufficient to produce a correct thread. Remedy: Longer second thread or replace it by a linear interpolation (G1). 8198 Internal error (to manny threads) see 8175. 8199 Internal error (thread state) Cause: Internal error Remedy: Restart software or reinstall when necessary, report to EMCO, if repeatable. 8200 Thread without spindle on Remedy: Switch on spindle

AND

M ESSAGES

8201 Internal thread error (IPO) see 8199. 8201 Internal thread error (IPO) see 8199. 8203 Fatal AC error (0-ptr IPO) see 8199. 8204 Fatal init error: PLC/IPO running see 8199. 8205 PLC Runtime exceeded Cause: Insufficient computer performance 8206 Invalid PLC M-group initialisation see 8199. 8207 Invalid PLC machine data see 8199. 8208 Invalid application message see 8199. 8212 Rotation axis not allowed see 8199. 8213 Circle and rotation axis can't be interpolated 8214 Thread and rotation axis cant't be interpolated 8215 Invalid state see 8199. 8216 No rotation axis for rotation axis switch see 8199. 8217 Axis type not valid! Cause: Switching during the rotary axis operating mode when the spindle is running. Remedy: Stop the spindle and switch over to the rotary axis operating mode. 8218 Referencing round axis without selected round axis! see 8199. 8219 Thread not allowed without spindle encoder! Cause: Thread cutting, respectively tapping is only possible with spindles with encoders. 8220 Buffer length exceeded in PC send message! see 8199. 8221 Spindle release although axis is no spindle! see 8199. 8222 New master spindle is not valid Cause: The indicated master spindle is not valid when switching over to the master spindle. Remedy: Correct the spindle number. 8224 Invalid stop mode see 8199.

H 13

A LARMS 8225 Invalid parameter for BC_MOVE_TO_IO! Cause: The machine is not configurated for touch probes. A traversing movement with rotary axis is not allowed during touch probe operating mode. Remedy: Remove the rotary axis movement from the traversing movement. 8226 Rotary axis switch not valid (MSD data)! Cause: The indicated spindle does not have a rotary axis. 8228 Rotary axis switch not allowed while axis move! Cause: The rotary axis has moved during switching over to the spindle operating mode. Remedy: Stop the rotary axis before switching. 8229 Spindle on not allowed while rotary axis is active! 8230 Program start not allowed due to active spindle rotation axis! 8231 Axis configuration (MSD) for TRANSMIT not valid! Cause: Transmit is not possible at this machine. 8232 Axis configuration (MSD) for TRACYL not valid! Cause: Tracyl is not possible at this machine. 8233 Axis not available while TRANSMIT/ TRACYL is active! Cause: Programming of the rotary axis is not allowed during Transmit/ Tracyl. 8234 Axis control grant removed by PLC while axis interpolates! Cause: Internal error Remedy: Delete error with reset and inform EMCO. 8235 Interpolation invalid while axis control grant is off by PLC! see 8234. 8236 TRANSMIT/TRACYL activated while axis or spindle moves! see 8234. 8237 Motion through pole in TRANSMIT! Cause: It is not allowed to move through the coordinates X0 Y0 inTransmit. Remedy: Alter the traversing movement. 8238 Speed limit in TRANSMIT exceeded! Cause: The traversing movement gets too close to the coordinates X0 Y0. In order to observe the programmed feed rate, the maximum speed of the rotary axis would have to be exceeded. Remedy: Reduce the feed rate. Set the value of the C-axis feed limitation in WinConfig, machine data settings / general machine data/ to 0.2. Thus, the feed rate will be automatically reduced near the coordinates X0 Y0.

AND

M ESSAGES

8239 DAU exceeded 10V limit! Cause: Internal error Remedy: Start the software again or install it anew. Report the error to EMCO. 8240 Function not valid during active transformation (TRANSMIT/TRACYL)! Cause: The Jog and INC operating mode are not possible during Transmit in X/C and during Tracyl in the rotary axis. 8241 TRANSMIT not enabled (MSD)! Cause: Transmit is not possible at this machine. 8242 TRACYL not enabled (MSD)! Cause: Tracyl is not possible at this machine. 8243 Round axis invalid during active transformation! Cause: It is not allowed to program the rotary axis during Transmit/Tracyl. 8245 TRACYL radius = 0! Cause: When selecting Tracyl, a radius of 0 was used. Remedy: Correct the radius. 8246 Offset alignment not valid for this state! see 8239. 8247 Offset alignment: MSD file write protected! 8248 Cyclic supervision failed! Cause: The communication with the machine keyboard is interrupted. Remedy: Start the software again or install it anew. Report the error to EMCO. 8249 Axis motion check alarm! see 8239 8250 Spindle must be rotation axis ! see 8239 8251 Lead for G331/G332 missing ! Cause: The threading pitch is missing or the starting coordinates are identical to the target coordinates. Remedy: Program the threading pitch. Correct the target coordinates. 8252 Multiple or no linear axis programmed for G331/G332 ! Remedy: Program exactly one linear axis. 8253 Speed value for G331/G332 and G96 missing ! Cause: No cutting speed has been programmed. Remedy: Program the cutting speed. 8254 Value for thread starting point offset not valid! Cause: The thread starting point offset is not within the range of 0 to 360°. Remedy: Correct the thread starting point offset.

H 14

A LARMS 8255 Reference point not in valid software limits! Cause: The reference point has been defined outside the software limit switches. Remedy: Correct the reference points in WinConfig. 8256 Spindle speed too low while executing G331/G332! Cause: During tapping the spindle speed has decreased. Perhaps the incorrect threading pitch was used or the core drilling is not correct. Remedy: Correct the threading pitch. Adapt the diameter to the core drilling. 8257 Real Time Module not active or PCI card not found! Cause: ACC could not be started correctly or the PCI card in the ACC was not recognized. Remedy: Report the error to EMCO. 8258 Error allocating Linux data! see 8239. 8259 Current thread in sequence not valid! Cause: One block of a thread in sequence has been programmed without thread G33. Remedy: Correct the program. 8261 Missing thread in sequence ! Cause: A successive thread has not been programmed for a thread in sequence, the number has to be in accordance with the SETTHREADCOUNT () that has been defined before. Remedy: Correct the number of threads in the thread in sequence and add a thread. 8262 Reference marks are not close enough ! Cause: The settings of the linear scale have been changed or the linear scale is defective. Remedy: Correct the settings. Contact EMCO. 8263 Reference marks are too close together! see 8262. 22000 Gear change not allowed Cause: Gear step change when the spindle is active. Remedy: Stop the spindle and carry out a gear step change. 22270 Feed too high (thread) Cause: Thread pitch too large / missing, Feed for thread reaches 80% of rapid feed Remedy: Program correction, lower pitch or lower spindle speed for thread

H 15

AND

M ESSAGES

A LARMS

H 16

AND

M ESSAGES

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

I: Control Alarms Control Alarms 10000 - 59999

These alarms will be triggered by the control. These are the same alarms as they would appear on the original SIEMENS control. 10208 Explanation: Reaction: Remedy: 10209 Explanation:

Reaction: Remedy: 10620 Explanation:

Reaction: Remedy:

10630 Explanation:

Reaction: Remedy: 10720

Reaction: Remedy:

Channel %1 Continue program with NC Start %1 = Channel number After block search with calculation, the control is in the desired state. The program can now be started with NC Start or the state can be changed for the time being with overstore/jog. Alarm display. NC Stop when alarm. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 internal NC Stop after block search %1 = Channel number Internal alarm which serves for releasing NC Stop via the alarm reaction. The alarm is output if $MN_SEARCH_RUN_MODE ==1 and the last action block is entered after block search in the main run. The alarm 10208 is activated depending on the VDI signal PLC -> NCK channel DBB1.6. NC Stop when alarm. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %3 axis %2 at software limit switch %4 %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number %3 = Block number, label %4 = String During the traversing motion, it is recognized that the software limit switch would be overtraveled in the displayed direction. It was not yet possible to detect in the block preparation that the traversing range would be exceeded: either there has been a motion overlay by the handwheel or a coordinate transformation is active. Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. Depending on the reason for this alarm being triggered, the following remedial measures should be undertaken: 1. Handwheel override: Cancel the motion overlay and avoid this or keep it smaller when the program is repeated. 2. Transformation: Check the preset/programmed zero offsets (current frame). If the values are correct, the tool holder (fixture) must be moved in order to avoid triggering the same alarm when the program is repeated, which would again cause the program to be aborted. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 at working area limit %4 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis, spindle number %4 = String (+ or -) The specified axis violates the working area limitation. This is recognized only in the main run because either the minimum axis values could not be measured before transformation or because there is a motion overlay. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm at the block end. NC Start disable. Program other motion or do not perform overlaid motion. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %3 axis %2 software limit switch %4 %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number %3 = Block number, label %4 = String (+ or -) For the axis, the programmed path violates the currently valid software limit switch. (The 2nd software limit switch becomes active with the interface signal ”2nd software limit switch plus/minus” in DB 31 - 48, DBX 12.2 and 12.3). The alarm is activated when preparing the part program block. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. Check the position of the axis as specified in the part program. Machine data: 36100 POS_LIMIT_MINUS/36120 POS_LIMIT_MINUS2 and 36110 POS_LIMIT_PLUS/36130 POS_LIMIT_PLUS2 must be checked for the software limit switches. Check the axis-specific interface signals: „Check 2nd software limit switch plus/minus” (DB 31 - 48, DBX 12.2 and 12.3) to see whether the 2nd software limit switch is selected. Check currently active zero offsets via the current frame. Clear alarm with NC Start and continue program.

A 2007-06

I1

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 10730 Explanation:

Reaction: Remedy

10740 Explanation:

Reaction: Remedy: 10741 Explanation:

Reaction: Remedy: 10742 Explanation: Possible causes:

Reaction: Remedy: 10743 Explanation: Reaction: Remedy: 10744 Explanation: Possible causes: Reaction: Remedy: 10745 Explanation:

Reaction: Remedy:

Channel %1 block %3 axis %2 working area limitation %4 %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number %3 = Block number, label %4 = String (+ or -) This alarm is generated if it is determined during block preparation that the programmed path of the axis will result in exceeding the working area limitation. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. a) Check NC program for correct positional data b) Check zero offsets (current frame) c) Correct working area limitation via G25, or d) Correct working area limitation via setting data, or e) Deactivate working area limitation via setting data: 43410 WORKAREA_MINUS_ENABLE=FALSE Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 too many empty blocks in WAB programming %1 = Channel number %2 = Block number, label It is not allowed to program more blocks than specified by machine data MC_WAB_MAXNUM_DUMMY_BLOCKS between the WAB block and the block determining the approach and retraction tangent Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Start when alarm at the block end. Modify part program Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 direction reversal with WAB infeed motion %1 = Channel number %2 = Block number, label A safety distance has been programmed which is located vertically to the machining plane and not located between the start and end point of the WAB contour. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Start when alarm at the block end. Modify part program Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 WAB distance invalid or not programmed %1 = Channel number %2 = Block number, label • In a WAB block, the parameter DISR has not been stated or its value is less than or equal to 0. • During approach or retraction with circle and active tool radius, the radius of the internally generated WAB contour is negative. The internally generated WAB contour is a circle with such a radius so that when it is offset with the current offset radius (sum of tool radius and offset value OFFN) the tool center point path with the programmed radius DISR result from this. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Start when alarm at the block end. Modify part program Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 WAB programmed several times %1 = Channel number %2 = Block number, label An attempt has been made to activate a WAB motion before a WAB motion activated previously was terminated. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Start when alarm at the block end. Modify part program Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 no valid WAB direction defined %1 = Channel number %2 = Block number, label The tangent direction for smooth approach or retraction is not defined. • In the program, no block with travel information follows the approach block • Before a retraction block, no block with travel information has been programmed in a program. • The tangent to be used for WAB motion is vertical to the current machining plane. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Start when alarm at the block end. Modify part program Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 WAB end positioning not clear %1 = Channel number %2 = Block number, label In the WAB block and in the following block, the position has been programmed vertically to the machining direction. In the WAB block, no position has been indicated in the machining plane. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Start when alarm at the block end. Modify part program

I2

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Either remove the position data for the infeed axis from the WAB block or from the following block, or program also a position in the machining plane in the WAB block. Clear alarm with NC Start and continue program. 10746 Explanation:

Reaction: Remedy: 10747 Explanation:

Reaction: Remedy:

10750 Explanation:

Reaction: Remedy: 10751 Explanation:

Reaction: Remedy:

10753 Explanation:

Reaction: Remedy: 10754 Explanation:

Channel %1 block %2 block search stop for WAB %1 = Channel number %2 = Block number, label A block search stop has been inserted between a WAB approach block and the following block defining the tangent direction or between a WAB approach block and the following block defining the end position. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Start when alarm at the block end. Modify part program. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 retraction direction not defined for WAB %1 = Channel number %2 = Block number, label In a WAB retraction block with quarter circle or semi-circle (G248 or G348), the end point in the machining plane was not programmed, and either G143 or G140 without tool radius compensation is active. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Start when alarm at the block end. Modify part program. The following changes are possible: • Indicate end point in the machining plane in the WAB block. • Activate tool radius compensation (effective for G140 only, not for G143) • State retraction side explicitly with G141 or G142. • Perform retraction with a straight line instead of a circle. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 tool radius compensation activated without tool no. %1 = Channel number %2 = Block number, label A tool T... must be selected so that the control can make allowance for the associated compensation values. A correction data block (D1) containing the correction values (parameter P1 -P25) is automatically assigned to each tool (T number). Up to 9 correction data blocks can be assigned to a tool by specifying the required data block with the D number (D1 - D9). The cutter radius compensation (CRC) is allowed for if function G41 or G42 is programmed. The correction values are contained in parameter P6 (geometry value) and P15 (wear value) of the active correction data block D x . Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Before calling the CRC with G41/G42, program a tool number under the address T... . Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 danger of collision due to tool radius compensation %1 = Channel number %2 = Block number, label The „Bottleneck detection“ (calculation of intersection for the following compensated traversing blocks) has not been able to calculate a point of intersection for the reviewed number of traversing blocks. It is therefore possible that one of the equidistant paths violates the workpiece contour. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Start when alarm at the block end. Check the part program and modify the programming if possible such that inside corners with smaller paths than the correction value are avoided. (Outside corners are not critical because the equidistants are lengthened or intermediate blocks are inserted so that there is always a point of intersection). Increase the number of reviewed traversing blocks via machine data 20240 CUTCOM_MAXNUM_CHECK_BLOCKS (default: 3), resulting in an increase in the extent of calculation and therefore also the block cycle time. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2: activate tool radius compensation in linear block %1 = Channel number %2 = Block number, label Selection of cutter radius compensation with G41/G42 may only be performed in blocks where the G function G00 (rapid traverse) or G01 (feed) is active. In the block with G41/G42, at least one axis in the plane G17 to G19 must be written. It is always advisable to write both axes because as a rule, both axes are traversed when selecting the compensation. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Correct the NC program and put the compensation selection in a block with linear interpolation. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2: deactivate tool radius compensation in linear block only %1 = Channel number %2 = Block number, label Deselection of cutter radius compensation with G40 can only be performed in blocks where the G function G00 (rapid traverse) or G01 (feed) is active. In the block with G40, at least one axis in the plane G17 to G19 must be written.

I3

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy: 10755 Explanation:

Reaction: Remedy:

10756 Explanation:

Reaction: Remedy:

10757 Explanation:

Reaction: Remedy:

10758 Explanation:

Reaction: Remedy: 10760 Explanation:

It is always advisable to write both axes because as a rule, both axes are traversed when deselecting the compensation. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Correct the NC program and put the compensation selection in a block with linear interpolation. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2: do not activate tool radius compensation via KONT at the current starting point %1 = Channel number %2 = Block number, label When activating the cutter radius compensation with KONT the starting point of the approach block is within the compensation circle and therefore already violates the contour. If the cutter radius compensation is selected with G41/G42, the approach behaviour (NORM or KONT) determines the compensation movement if the momentary actual position is behind the contour. With KONT, a circle is drawn with the cutter radius around the programmed initial point (= end point of the approach block). The tangent that passes through the current actual position and does not violate the contour is the approach movement. If the start point is within the compensation circle around the target point, no tangent passes through this point. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Place selection of the CLC such that the starting point of the approach movements comes to rest outside of the correction circle around the target point (programmed traversing movements > compensation radius). The following possibilities are available: • Selection in the previous block • Insert intermediate block • Select approach behaviour NORM Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2: do not deactivate tool radius compensation via KONT at the programmed end point %1 = Channel number %2 = Block number, label On deselection of the cutter radius compensation, the programmed end point is within the compensation circle. If this point were in fact to be approached without compensation, there would be a contour violation. If the cutter radius compensation is deselected via G40, the approach behaviour (NORM or KONT) determines the compensation movement if the programmed end point is behind the contour. With KONT, a circle is drawn with the cutter radius about the last point at which the compensation is still active. The tangent passing through the programmed end position and not violating the contour is the retraction movement. If the start point is within the compensation circle around the target point, no tangent passes through this point. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Place deselection of the CLC such that the programmed end point comes to rest outside of the compensation circle about the last active compensation point. The following possibilities are available: • Deselection in the next block • Insert intermediate block • Select retract behaviour NORM Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2: do not change the compensation plane while tool radius compensation is active %1 = Channel number %2 = Block number, label In order to change the compensation plane (G17, G18 or G19) it is first necessary to deselect the cutter radius compensation with G40. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Insert an intermediate block with compensation deselection in the part program. After plane change, the cutter radius compensation must be selected in an approach block with linear interpolation. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 curvature radius with variable compensation value too small %1 = Channel number %2 = Block number, label The current cutter radius compensation (the cutter used) is too large for the programmed path radius. In a block with variable tool radius compensation, a compensation must be possible either anywhere or nowhere on the contour with the smallest and the largest compensation value from the programmed range. There must be no point on the contour in which the curvature radius is within the variable compensation range. If the compensation value varies its sign within a block, both sides of the contour are checked, otherwise only the compensation side. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Use smaller cutters or allow for a part of the cutter radius at the time of contour programming. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 helical axis is not parallel to tool orientation %1 = Channel number %2 = Block number, label

I4

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy: 10762 Explanation: Reaction: Remedy:

10763 Explanation:

Reaction: Remedy:

10764 Explanation:

Reaction: Remedy: 10770 Explanation:

Reaction: Remedy: 10774 Explanation:

Reaction: Remedy: 10776 Explanation:

With active tool radius compensation a helix is only permissible if the helix axis is parallel to the tool, i.e. the circle plane and the compensation plane must be identical. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Orient helix axis perpendicular to the machining plane. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 too many empty blocks between two traversing blocks with active tool radius compensation %1 = Channel number %2 = Block number, label The maximum permissible number of empty blocks are limited by a machine data. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. 1. Modify part program: 2. Modify machine data 3. Check whether SBL2 is activated. With SBL2, a block is generated from each part program line which can lead to exceeding the maximum permissible number of empty blocks between two traversing blocks. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 path component of the block in the compensation plane becomes zero. %1 = Channel number %2 = Block number, label Due to the collision monitoring with active tool radius compensation, the path component of the block in the compensation plane becomes zero. If the original block contains no motion information perpendicular to the compensation plane, it means that this block is excluded. Alarm display. • The behaviour is correct at narrow locations that cannot be machined with the active tool. • Modify the part program if necessary • Use tool with smaller radius if necessary • Program CDOF. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 discontinuous path with active tool radius compensation %1 = Channel number %2 = Block number, label This alarm occurs when, with active tool radius compensation, the starting point used for calculating the compensation is not identical to the end point of the preceding block. This situation can occur, for example, when a geometry axis is traversed between two positions as positioning axis or when, with an active kinematic transformation (e.g. 5-axis transformation) the tool length compensation is altered. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Modify part program. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 change of corner type due to change of orientation with active tool radius compensation %1 = Channel number %2 = Block number, label The type of a corner (inside or outside corner) depends not only on the programmed path but also on the tool orientation. For this purpose, the programmed path is projected in the plane perpendicularly to the actual tool orientation and the corner type is determined there. If a change in orientation is programmed (in one or several blocks) between two traversing blocks, resulting in the type of corner at the end of the first traversing block being different from that at the start point of the second block, the above error message is issued. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Modify part program. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 illegal tool dimensions with face cutting in block %2 %1 = Channel number %2 = Block number, label This alarm occurs when illegal tool dimensions are programmed for face milling, e.g. negative tool radius, rounding radius zero or negative for tool types that require a rounding radius, taper angle zero or negative for tapered tools. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Modify part program Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 axis %3 must be geo axis if cutter compensation is active %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = axis name This alarm occurs when an axis that is required for tool radius compensation is not a geometry axis. With CUT2DF, the axis can be a positioning axis perpendicular to the machining plane; with all other types of compensation

I5

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy: 10777 Explanation:

Reaction: Remedy:

10 778 Explanation:

Reaction: Remedy:

10 800 Explanation:

Reaction: Remedy:

10805 Explanation:

Reaction: Remedy: 10810 Explanation:

Reaction: Remedy:

(CUT2DF, CUT3DC, CUT3DF, CUT3DFF), all geometry axes must be operated as such. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Modify part program. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 tool radius compensation: too many blocks with suppression of compensation %1 = Channel number %2 = Block number, label The maximum permissible number of blocks with active compensation suppression with tool radius compensation is limited by the machine data CUTCOM_MAXNUM_SUPPRESS_BLOCKS. Alarm display Interface signals are set Correction block mit Reorganisieren NC Start disable NC Stop when alarm at block end • Modify part program • Modify machine data • Check whether SBL2 is activated. With SBL2, a block is generated from each part program line which can lead to exceeding the maximum permissible number of empty blocks between two traversing blocks. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 preparation stop with active tool radius compensation %1 = Channel number %2 = Block number, label If a preprocessing stop is detected with active tool radius compensation (either programmed by the user or generated internally) and the setting data $SC_STOP_CC_STOPRE is set, then this warning is issued because in this situation machine movements which were not intended by the user can occur (termination of radius compensation and new approach). To continue machining, activate the CANCEL key and perform a restart. Alarm display. NC Stop when alarm at block end. • Continue machining with CANCEL and Start • Modify part program • Set setting data $SC_STOP_CC_STOPRE to FALSE. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %3 axis %2 is not a geometry axis %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number %3 = Block number, label With an active transformation or a frame with a rotation component the geometry axes are needed for block preparation. If a geometry axis has previously been traversed as positioning axis, it retains its status of „positioning axis“ until it is again programmed as a geometry axis. Because of the POSA motion beyond block boundaries, it is not possible to identify in the preprocessing run whether the axis has already reached its target position when the block is executed. This is, however, an unconditional requirement for calculating the ROT component of the frame or of the transformation. If geometry axes are used as positioning axes, then: 1. No rotation may be specified in the current overall frame. 2. No transformation may be selected. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. After selecting transformation or frame, reprogram the geometry axis now operating as positioning axis (e.g. with WAITP) in order to revert the status to „geometry axis“.. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 repositioning after switch of geoaxes or transformation %1 = Channel number %2 = Block number, label In the asynchronous subroutine the assignment of geometry axes to channel axes was changed or the active transformation modified. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 master spindle not defined %1 = Channel number %2 = Block number, label The function „Revolutional feedrate“ (with G95 or G96), or „Rigid tapping“ (with G331/G332) has been programmed, although no master spindle is defined from which the speed could be derived. For the definition the MD 20090 SPIND_DEF_MASTER_SPIND is available for the default or the keyword SETMS in the part program, thus allowing each spindle of the channel to be redefined as master spindle. Alarm display. Interface signals are set Correction block is reorganized. NC Start disable. Preset master spindle with MD 20090 SPIND_DEF_MASTER_SPIND[n]=m (n ... channel index, m ... spindle no.) or define it in the NC part program with an identifier, before a G function is programmed that requires a spindle. The machine axis to be operated as spindle must be provided with a spindle number in MD 35000 SPIND_ASSIGN_TO_MACHAX[n]=m (n ... machine axis index, m ... spindle no.). Furthermore, it must be assigned to a channel (channel axis index 1 or 2) with the MD 20070 AXCONF_MACHAX_USED[n]=m (n ... channel axis index, m ... machine axis index)..

I6

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Clear alarm with NC Start and continue program. 10820 Explanation:

Reaction: Remedy: 10860 Explanation:

Reaction: Remedy:

10861 Explanation:

Reaction: Remedy: 10862 Explanation:

Reaction: Remedy: 10870 Explanation:

Channel %1 rotary axis/spindle %2 not defined %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number Revolutional feed has been programmed for contouring and synchronous axes or for an axis/spindle. However, the rotary axis/spindle from which the feed is to be deduced is not available. Alarm display. Interface signals are set Correction block is reorganized. NC Start disable. Correct part program or set the setting data 43300 ASSIGN_FEED_PER_REV_SOURCE correctly. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 feedrate not programmed %1 = Channel number %2 = Block number, label In the displayed block, an interpolation type other than G00 (rapid traverse) is active. The F value has not been programmed. Alarm display. Interface signals are set Correction block is reorganized. NC Start disable. Program feedrate in accordance with the interpolation type. G93: The feedrate is specified as a time-reciprocal value under address F in [1/min]. G94 and G97: The feedrate is programmed under address F in [mm/min] or [m/min]. G95: The feedrate is programmed as revolutional feedrate under address F in [mm/revolution]. G96: The feedrate is programmed as cutting rate under address S in [m/min]. It is derived from the current spindle speed. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 velocity of positioning axis %3 is zero %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = axis No axis velocity has been programmed and the positioning velocity set in the machine data is zero. Alarm display. Interface signals are set Correction block is reorganized. NC Start disable. Enter a different velocity in machine data 32060 MA_POS_AX_VELO. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 master spindle is axis of path %1 = Channel number %2 = Block number, label A contour has been programmed that also includes the master spindle as contouring axis. However, the velocity of the contour is derived from the rotational speed of the master spindle (e.g. G95). Alarm display. Interface signals are set Correction block is reorganized. NC Start disable. Modify the program so that no reference is possible to the program itself. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 facing axis not defined %1 = Channel number %2 = Block number, label When constant cutting speed is activated via the G96 function, the spindle speed is controlled through the position of the facing axis such that the cutting speed programmed under S [mm/min] is applied at the tool tip. In the channelspecific MD 20100 DIAMETER_AX_DEF[n,m]=x (n ... channel index, m ... spindle index, x ... axis name), the name of the facing axis [String] can be specified for each of the 5 spindles used for speed calculation.

6> PLQ@ =

6*>P PLQ@ ⋅ ' >PP@ ⋅ π IDFH B D[LV

Reaction: Remedy:

Alarm display. Interface signals are set Correction block is reorganized. NC Start disable. Enter the name of the facing axis in the channel-specific machine data 20100 DIAMETER_AX_DEF for the spindles used. Clear alarm with NC Start and continue program.

10880

Channel %1 block %2 too many empty blocks between two traversing blocks when inserting chamfer or radius %1 = Channel number %2 = Block number, label Between 2 blocks containing contour elements and which are to be joined with a chamfer or a radius (CHF, RND), more blocks without contour information have been programmed than provided for in the machine data 20200 CHFRND_MAXNUM_DUMMY_BLOCKS. Alarm display. Interface signals are set Correction block is reorganized. NC Start disable. Modify the part program in order that the permissible number of dummy blocks is not exceeded or adapt the channel-specific machine data 20200 CHFRND_MAXNUM_DUMMY_BLOCKS (dummy blocks with chamfers/ radii) to the maximum number of dummy blocks. Clear alarm with NC Start and continue program.

Explanation:

Reaction: Remedy:

10882 Explanation:

Channel %1 block %2: do not activate chamfer or radius without traversing %1 = Channel number %2 = Block number, label No chamfer or radius has been inserted between 2 linear or circle contours (edge breaking) because:

I7

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

10900 Explanation: Reaction: Remedy:

10910 Explanation:

Reaction: Remedy:

10911 Explanation: Reaction: Remedy: 10914 Explanation: Reaction: Remedy: 10930 Explanation:

Reaction: Remedy: 10931 Explanation:

Reaction: Remedy: 10932 Explanation:

Reaction: Remedy:

• There is no straight line or circle contour in the plane • There is a movement outside of the plane • A plane change has taken place • The permissible number of dummy blocks without traversing information has been exceeded Alarm display. Interface signals are set Correction block is reorganized. NC Start disable. Correct the part program according to the above error description or change the number of dummy blocks in the channel-specific MD CHFRND_MAXNUM_DUMMY_BLOCKS to comply with the maximum number allowed for in the program. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 no S value programmed for constant cutting speed %1 = Channel number %2 = Block number, label If G96 is active, the constant cutting speed under address S is missing Alarm display. Interface signals are set Correction block is reorganized. NC Start disable. Program constant cutting speed under S in [m/min] or deselect the function G96. For example, with G97 the previous feed is retained but the spindle continues to rotate at the momentary speed. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 excessive velocity of one path axis %1 = Channel number %2 = Block number, label With active transformation, an excessive increase in velocity occurs in one or several axes, e.g. because the path passes close by the pole. Alarm display. Divide the NC block into several blocks (e.g. 3) so that the path section with the excess is as small as possible and therefore of short duration. The other blocks are then traversed at the programmed velocity. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 transformation prohibits to traverse the pole. %1 = Channel number %2 = Block number, label The given curve passes through the pole of the transformation. Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. Modify part program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Movement not possible while transformation active - in channel %1 for block %2 %1 = Channel number %2 = Block number, label The machine kinematics does not allow the specified motion. If the working area limitation is violated (see machine position), the part program’s working area must be changed such that the possible operating range be adhered to (e.g. modified part settings). Clear alarm with the RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 interpolation type not allowed in stock removal contour %1 = Channel number %2 = Block number, label The contour of the stock removal cycle contains positioning commands other than G00, G01, G02 or G03. The contour program may contain only such contour elements as built up on these preparatory functions (i.e. no threading blocks, no spline blocks etc.). Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. In the contour subroutine, program only path elements that consist of straight lines and circular arcs. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 error in programmed stock removal contour %1 = Channel number %2 = Block number, label In the subroutine for the contour there are the following errors during stock removal: • Full circle • Overlapping contour elements • Wrong start position Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. The errors listed above must be corrected in the subroutine for the stock removal contour. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 preparation of contour has been restarted %1 = Channel number %2 = Block number, label After contour segmentation has been started with the keyword CONTPRON, the contour to be prepared is described in the following block (as subroutine and/or main program). Following contour description, the contour segmentation must be ended with the keyword EXECUTE before a new call may occur. Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. Program the keyword EXECUTE for ending the previous conditioning in the part program before again calling up contour segmentation (keyword CONTPRON). Clear alarm with RESET key. Restart part program.

I8

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 10933 Explanation:

Reaction: Remedy:

10934 Explanation:

Reaction: Remedy:

12000 Explanation:

Reaction: Remedy:

12010 Explanation:

Reaction: Remedy:

12020 Explanation:

Reaction: Remedy:

12030 Explanation:

Channel %1 block %2 contour program contains too few contour blocks %1 = Channel number %2 = Block number, label The subroutine in which the stock removal contour is programmed contains fewer than 3 blocks with movements in both axes in the machining plane. The stock removal cycle has been aborted. Alarm display. Interface signals are set. NC reagiert innerhalb einer Bearbeitungsstation. NC Start disable. Increase the size of the subroutine with the stock removal contour to include at least 3 NC blocks with movements in both axes of the current machining plane. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 array for contour segmentation is set too small %1 = Channel number %2 = Block number, label During contour segmentation (activated with the keyword CONTPRON), the field for the contour table has been detected as too small. For every permissible contour element (circle or straight line) there must be a row in the contour table. NC reacts within a machining station. Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. Base the definition of the field variables of the contour table on the contour elements to be expected. The contour segmentation function divides up some NC blocks into as many as 3 machining cuts. Example: N100 DEF TABNAME_1 [30, 11] Field variables for the contour table provide for 30 machining cuts. The number of columns (11) is a fixed quantity. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 address %3 programmed repeatedly %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string der Adresse Most addresses (address types) may only be programmed once in an NC block, so that the block information remains unambiguous (e.g. X... T... F... etc. - exception: G and M functions). Alarm display. Interface signals are set Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. • Remove from the NC program addresses that occur more than once (except for those where multiple value assignments are allowed). • Check whether the address (e.g. the axis name) is specified via a user-defined variable (this may not be easy to see if allocation of the axis name to the variable is performed in the program through computational operations only). Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 address %3 address type programmed too often %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string of the address For each address type, it is defined internally how often it may occur in a DIN block (for instance, all axes together form one address type for which a block limit also applies). Alarm display. Interface signals are set Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. The program information must be split up over several blocks. But make sure that the functions are of the non-modal type Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 combination of address modification not allowed %1 = Channel number %2 = Block number, label Valid address types are ’IC’, ’AC’, ’DC’, ’CIC’, ’CAC’, ’ACN’, ’ACP’, ’CACN’, ’CACP’. Not each of these address modifications can be used for each address type. The Programming Guide specifies which of these can be used for the various address types. If this address modification is applied to address types that are not allowed, then the alarm is generated, e.g.: N10 G02 X50 Y60 I=DC(20) J30 F100 interpolation parameters with DC. Alarm display. Interface signals are set Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Apply non-modal address modifications only for permissible addresses, in accordance with the Programming Guide. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 invalid arguments or data types in %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string In polynomial interpolation, polynomials must not be greater than the 3rd degree. (Refer to Programming Guide.) f(p) = a 0 + a 1 p + a 2 p 2 + a 3 p 3 The coefficients a 0 (the starting points) are identical to the end points of thepreceding block and need not be programmed. In the polynomial block, a maximum of 3 coefficients per axis is therefore allowed (a 1 , a 2 , a 3

I9

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

12040 Explanation:

: Reaction: Remedy:

12060 Explanation:

Reaction: Remedy:

12070 Explanation:

Reaction: Remedy:

12080 Explanation:

Reaction: Remedy:

12090 Explanation:

). Alarm display. Interface signals are set Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 expression %3 is not of data type ’AXIS’ %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string in the block Some keywords demand in their following parameter specification the data to be in variables of the type „AXIS“. For example, in the keyword PO the axis identifier must be specified in the parenthesized expression, and it must be defined as a variable of the AXIS type. With the following keywords only parameters of the AXIS type are possible: AX[..], FA[..], FD[..], FL[..], IP[..], OVRA[..], PO[..], POS[..], POSA[..] Example: N5 DEF INT INFEED=Z1 ; incorrect, this does not specify an axis; identifier but the number “26 161“ N5 DEF AXIS INFEED=Z1 ; correct N10 POLY PO[X]=(0.1,0.2,0.3) PO[Y]=(22,33,44) &PO[INFEED]=(1,2,3) Alarm display. Interface signals are set Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Correct the part program in accordance with the instructions given in the Programming Guide. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 same G group programmed repeatedly %1 = Channel number %2 = Block number, label The G functions that can be used in the part program are divided into groups that are syntax defining or non-syntax defining. Only one G function may be programmed from each G group. The functions within a group are mutually preclusive. The alarm refers only to the non-syntax defining G functions. If several G functions from these groups are called in one NC block, the last of these in a group is active in each case (the previous ones are ignored). G FUNCTIONS: Syntax defining G functions: 1st to 4th G group Non-syntax defining G functions: 5th to n G group Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Remedy is not necessary, but it should be checked whether the G function last programmed really is the one required. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 too many syntax-defining G functions %1 = Channel number %2 = Block number, label Syntax defining G functions determine the structure of the part program block and the addresses contained in it. Only one syntax defining G function may be programmed in each NC block. The G functions in the 1st to 4th G group are syntax defining. Alarm display. Interface signals are set Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Analyze NC block and distribute the G functions over several NC blocks. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 syntax error in text %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source text area At the text position shown, the grammar in the block is incorrect. The precise reason for this error cannot be specified in more detail because there are too many possibilities. Example 1: N10 IF GOTOF ... ; the condition for the jump is missing! Example 2: N10 DEF INT VARI=5 N11 X VARI; the operation is missing for the X and VARI variables Alarm display. Interface signals are set Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Analyze the block and correct it in accordance with the syntax rules given in the Programming Guide. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 unexpected argument %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label

I 10

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

12100 Explanation:

Reaction: Remedy:

12110 Explanation:

Reaction: Remedy:

12120 Explanation:

Reaction: Remedy: 12140 Explanation:

Reaction: Remedy:

12150 Explanation:

%3 = Disallowed parameters in the text The programmed function has been predefined; no parameters are allowed in its call. The first unexpected parameter is displayed. Example: On calling the predefined subroutine TRAFOF (switching off a transformation) parameters have been transferred (one or more). Alarm display. Interface signals are set Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Program function without parameter transfer. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 number of passes %3 not permissible %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Number of passes The subroutines called with MCALL are modal, i.e. after each block with positional information a routine run is automatically performed once. For this reason, programming of the number of passes under address P is not allowed. The modal call is effective until another MCALL is programmed, either with a new subroutine name or without (delete function). Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Program the subroutine call MCALL without number of passes. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 syntax cannot be interpreted %1 = Channel number %2 = Block number, label The addresses programmed in the block are not permissible together with the valid syntax defining G function. Example: G1 I10 X20 Y30 F1000. An interpolation parameter must not be programmed in the linear block. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Check the block structure and correct in accordance with the programming requirements. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2: Write special G function in separate block %1 = Channel number %2 = Block number, label The G function programmed in this block must be alone in the block. No general addresses or synchronous actions may occur in the same block. These G functions are: G25, G26 Working area and spindle speed limitation G110, G111, G112 Pole programming with polar coordinates G92 Spindle speed limitation with v constant STARTFIFO, STOPFIFO Control of preprocessing buffer. E.g. G4 F1000 M100: no M function allowed in the G4 block. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Program G function by itself in the block. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 expression %3 not contained in this release %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Software construct in the source text In the full configuration of the control functions are possible that are not yet implemented in the current version. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. The displayed function must be removed from the program. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 operation %3 not compatible with data type %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = String (violating operator) The data types are not compatible with the required operation (within an arithmetic expression or in a value assignment). Example 1: Arithmetic operation N10 DEF INT OTTO N11 DEF STRING[17] ANNA N12 DEF INT MAX :

I 11

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

12160 Explanation:

Reaction: Remedy:

12170 Explanation:

Reaction: Remedy:

12180 Explanation:

Reaction:

12190 Explanation:

Reaction: Remedy:

12200 Explanation:

N50 MAX = OTTO + ANNA Example 2: Value assignment N10 DEF AXIS BOHR N11 DEF INT OTTO : N50 OTTO = BOHR Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Alter the definition of the variables used such that the required operations can be executed. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 range of values exceeded %1 = Channel number %2 = Block number, label The programmed constant or the variable exceeds the value range that has previously been established by the definition of data type. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Correct value of the constant or adapt data type. If the value for an integer constant is too great, it can be specified as real constant by adding a decimal point. Example: R1 = 9 876 543 210 Correct: R1 = 9 876 543 210. Value range INTEGER: 2 31 - 1 Value range REAL:: 2-1022 bis 2+1023 Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 identifier %3 defined repeatedly %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Symbol in block The symbol shown in the error message has already been defined in the active part program. Note that user-defined identifiers may occur more than once if the multiple definition occurs in other (sub)programs i.e. local variables may be redefined with the same name if the program has been exited (subprograms) or has already been concluded. This applies both to user-defined symbols (labels, variables) and to machine data (axes, DIN addresses and G functions). Alarm display. Interface signals are set. Correction block. The symbol already known to data management is displayed. This symbol must be looked for in the definition part of the current program using the program editor. The 1st or 2nd symbol must be given a different name. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 illegal chaining of operators %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Chained operators Operator chaining means the writing in sequence of binary and unary operators without using any form of parentheses. Example: N10 ERG = VARA - ( - VARB ) ; correct notation N10 ERG = VARA - - VARB ; error ! Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Formulate the expression correctly and unambiguously making use of parentheses. This improves clarity and readability of the program. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 variable of type ARRAY has too many dimensions %1 = Channel number %2 = Block number, label Array with variables of type STRING may be no more than 1-dimensional, and with all other variables no more than 2-dimensional. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Correct the array definition, with multi-dimensional arrays define a second 2-dimensional array if necessary and operate it with the same field index. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 symbol %3 cannot be created %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Symbol in the source block

I 12

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

12210 Explanation:

Reaction: Remedy:

12220 Explanation:

Reaction: Remedy:

12230 Explanation:

Reaction: Remedy:

12240 Explanation:

Reaction: Remedy:

12250 Explanation:

The symbol to be created with the DEF instruction cannot be created because: • it has already been defined (e.g. as variable or function) • the internal memory location is no longer sufficient (e.g. with large arrays). Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Make the following checks: • Check with the text editor whether the name to be allocated in the active program cycle (main program and called subprograms) has already been used. • Estimate the memory requirements for the symbols already defined and reduce these if necessary by using fewer global and more local variables. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 string %3 too long %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = String in the source block • In the definition of a variable of type STRING, it has been attempted to initialize more than 100 characters. • In an allocation, it has been found that the string does not fit in the given variable. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. • Select shorter string or divide up the character string into 2 strings • Define larger string variable Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 binary constant %3 in string too long %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Binary constant When initializing or allocating the value of a variable of type STRING more than 8 bits have been found as binary constant. DEF STRING[8] OTTO = “ABC’H55'’B000011111’DEF“ Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. In the window for the alarm message, the first characters of the binary constant are always displayed although the surplus bit might not be located until further on. Therefore, the complete binary constant must always be checked for an incorrect value. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 hexadecimal constant %3 in string too long %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Hexadecimal constant A string can also contain bytes that do not correspond to a character that can be entered or one that is available on a keyboard with a minimized number of keys. These characters can be input as binary or hexadecimal constants. They may occupy up to 1 byte each only - therefore be <256, e.g. N10 DEF STRING[2] OTTO=” ‘HCA‘ ‘HFE‘ ” Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. In the window for the alarm message, the first characters of the binary constant are always displayed although the surplus bit might not be located until further on. Therefore, the complete hexadecimal constant must always be checked for an incorrect value. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 tool orientation %3 defined repeatedly %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Text Only one tool orientation can be programmed per DIN block. This can either be defined via the 3 Euler angles, or the end points of the axes, or through direction vectors. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Since the tool orientation can be set in 3 different ways, the most advantageous should be selected. For specifying in this way, the addresses and value assignments must be programmed and all other orientation parameters must be removed. Axis end points (additional axes): A, B, C axis identifiers, Euler angles: A2, B2, C2 Direction vectors: A3, B3, C3 Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 do not nest macro %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string

I 13

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

12260 Explanation:

Reaction: Remedy:

12270 Explanation:

Reaction: Remedy:

12290 Explanation:

Reaction: Remedy:

12300 Explanation:

The macro technique supplies a 1-line instruction or series of instructions with a new identifier by means of the keyword DEFINE. No further macro may be contained in the string of instructions (nesting). Example: N10 DEFINE MACRO1 AS G01 G91 X123 MACRO2 F100 Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Nested macros must be replaced by the full program information. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 too many initialization values given for %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string In the initialization of an array (array definition and value assignments to individual array elements) there are more initialization values than array elements. Example: N10 DEF INT OTTO[2,3]=(..., ..., {more than 6 values}) Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Check the NC program to establish whether: 1. During array definition the number of array elements (n,m) was indicated correctly (DEF INT FIELDNAME[n,m] e.g. an array with 2 lines and 3 columns: n=2, m=3). 2. During initialization the value assignments have been made correctly (values of the individual field elements separated by comma, decimal point for variables of the type REAL) Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 macro identifier %3 already defined %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string macro name The name of the macro to be selected by the instruction DEFINE is already defined in the control as: Macro name Keyword Variable Configured identifier. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Select DEFINE instruction with another macro name. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 arithmetic variable % 3 not defined %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string arithmetic variable Only the R parameters are predefined as arithmetic variables. All other arithmetic variables must be defined with the DEF instruction before being used. The number of arithmetic parameters is defined via machine data. The names must be unambiguous and may not be repeated in the control (exception: local variables). Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Define the required variable in the definition part of the program (possibly in the calling program if it is to be a global variable). Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 call-by-reference argument missing on subroutine call %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string In the subroutine definition, a formal REF parameter (call-by-reference parameter) has been specified with no actual parameter assigned to it. The assignment takes place in the subroutine call on the basis of the position of the variable name and not on the basis of the name. Example: Subroutine: (2 call-by-value parameters X and Y, 1 call-by-reference parameter Z) PROC XYZ (INT X, INT Y, VAR INT Z) : M17 ENDPROC Main program: N10 DEF INT X N11 DEF INT Y N11 DEF INT Z

I 14

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

12310 Explanation:

Reaction: Remedy:

12320 Explanation:

Reaction: Remedy:

12330 Explanation:

: N50 XYZ (X, Y) ; REF parameter Z missing! or N50 XYZ (X, Z) ; REF parameter Z missing! Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Assign a variable to all REF parameters (call-by-reference parameters) of the subroutine when calling. No variable must be assigned to „normal“ formal parameters (call-byvalue parameters), as these are defaulted with 0. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 axis argument missing on procedure call %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string When calling the subroutine, an AXIS parameter is missing which, according to the EXTERN declaration, should be present. With the EXTERN instruction, user-defined subroutines (procedures) are made „known“ that have a parameter transfer. Procedures without parameter transfer require no EXTERN declaration. Example: Subroutine XYZ (with the formal parameters): PROC XYZ (INT X, VAR INT Y, AXIS A, AXIS B) EXTERN instruction (with variable types): EXTERN XYZ (INT, VAR INT, AXIS, AXIS) Subroutine call (with actual parameters): N10 XYZ ( , Y1, R_TABLE) Variable X is defaulted with value 0 Variable Y is supplied with the value of the variable Y1 and returns the results to the calling program after the subroutine run Variable A is supplied with the axis in R_TABLE Variable B missing! Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Program the missing AXIS parameter in the call. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 argument %3 must be call-by-reference %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string A constant or the result of a mathematical expression has been assigned to a REF parameter instead of a variable at the time of the subroutine call, even though only variable identifiers are allowed. Examples: N10 XYZ (NAME_1, 10, OTTO) or N10 XYZ (NAME_1, 5 + ANNA, OTTO) Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Remove the constant or the mathematical expression from the NC block. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 type of argument %3 incorrect %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string When calling a procedure (a subroutine) it is found that the type of the actual parameter cannot be converted into the type of the formal parameter. There are two possible cases: • Call-by-reference parameter: Actual parameter and formal parameter must be of precisely the same type, e.g. STRING, STRING. • Call-by-value parameter: Actual parameter and formal parameter can in principle be different providing conversion is basically possible. In the present case, however, the types are generally not compatible, e.g. STRINGREAL. 5($/

,17

%22/

&+$5

675,1*

$;,6

)5$0(

5($/

IURPWR

\HV

\HV

\HV

\HV

,17

\HV

\HV

\HV

LIYDOXH

%22/

\HV

\HV

\HV

\HV

&+$5

\HV

\HV

\HV

\HV

\HV

675,1*

\HV

RQO\LIFKDUDFWHU

\HV

$;,6

\HV

)5$0(

\HV

* down

At type conversation from REAL to INT fractional values that are >=0.5 are rounded up, others are rounded

I 15

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D **

Reaction: Remedy:

12340 Explanation:

Reaction: Remedy:

12350 Explanation:

Reaction: Remedy:

12360 Explanation:

Reaction: Remedy:

12370 Explanation:

Reaction: Remedy:

Value <>0 corresponds to TRUE, value ==0 corresponds to FALSE. String length 0 => FALSE, otherwise TRUE Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Check transfer parameters of the subroutine call and define the application accordingly as call-by-value or call-by-reference parameter. Clear alarm with NC Start and continue processing.

***

Channel %1 block %2 number of arguments exceeded in %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string When calling a function or a procedure (predefined or user-defined) more parameters were transferred than defined. Predefined functions and procedures: The number of parameters has been set permanently in the NCK. User-defined functions and procedures: The number of parameters is established by type and name in the definition Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Check whether the correct procedure/function has been called. Program the number of parameters in accordance with the procedure/function. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 argument %3 not accepted because AXIS argument is missing %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string An attempt has been made to transfer actual parameters although axis parameters located before them have not been assigned. For procedure or function calls, assignment of parameters that are no longer required can be omitted, if subsequently no further parameters are to be transferred. Example: N10 FGROUP(X, Y, Z, A, B) ; max. 8 axes possible The following call-by-value parameters would then be defaulted with zero because the space-dependent assignment has been lost on account of the omitted axis parameters. Axes that can be omitted and following parameters do not occur in the predefined procedures and functions. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on theincorrect block. In predefined procedures and functions either remove the following parameters or transfer any preceding axis parameters. In user-defined procedures and functions, parameter transfer must be programmed in accordance with the instructions given in the machine manufacturer’s programming guide. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 dimension of argument %3 incorrect %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string The following possibilities of error must be checked: 1. The current parameter is an array, but the formal parameter is a variable 2. The current parameter is a variable, but the formal parameter is an array 3. The current and formal parameters are arrays, but not with the dimensions to be defined. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Correct the NC part program in accordance with the cause of error as listed above. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 range of values exceeded for %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string Outside of an initialization block, a variable has been provided with a value range. The definition of program-global variables is allowed only in special initialization blocks. They can be provided with a value range. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Remove specification of value range (begins with the keyword OF) or define the variable as global variable in the initialization block and provide it with a value range. Clear alarm with NC Start and continue processing.

I 16

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 12390 Explanation:

Channel %1 block %2 type of initial value for %3 cannot be converted %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string During initialization, a value has been assigned to a variable that does not correspond to the type of the variable, nor can it be converted to the data type of the variable. IURPWR

5($/

5($/

12400 Explanation:

Reaction: Remedy:

12410 Explanation:

Reaction: Remedy:

12420 Explanation: Reaction: Remedy:

%22/

&+$5

675,1*

\HV

\HV

\HV

\HV

,17

\HV

%22/

\HV

\HV

&+$5

\HV

\HV

\HV

\HV

675,1*

Reaction: Remedy:

,17 \HV

\HV

\HV

\HV

* Value <>0 corresponds to TRUE, value ==0 corresponds to FALSE. ** String length 0 => FALSE, otherwise TRUE *** If only one character It is not possible to convert from type AXIS and FRAME nor into type AXIS and FRAME. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. • Define variable type such that the initialization value can be assigned, or • Select initialization value in accordance with the variable definition. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 element of array %3 does not exist %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string The following causes are possible: - Impermissible index list; an axis index is missing - Array index does not match the definition of the variables - An attempt was made to access a variable at array initialization via SET or REP; this attempt did not correspond to the standard access. Single character access, partial frame access, omitted indices not possible. A nonexistent element was addressed on initializing this array. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. • Array initialization: Check the array index of the addressed element. The 1st array element is given the index [0,0], the 2nd array element [0,1] etc. The right array index (column index) is incremented first. In the 2nd row, the 4th element is also addressed with the index [1,3] (the indices start at zero). • Array definition: Check the size of the array. The1st number indicates the number of elements in the 1st dimension (number of rows), the 2nd number indicates the number of elements in the 2nd dimension (number of columns). An array with 2 rows and 3 columns must be defined by specifying [2,3].. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 incorrect index type for %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string In assigning a value to an element of an array variable, the array index was specified in a way that is not allowed. Only the following are allowed as array index (in square brackets): • Axis identifier, provided the array variable was defined as data type FRAME. • Integer values for all other data types. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Correct indices of the array element with respect to variable definition or define the array variable differently. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 identifier %3 too long %1 = Channel number %2 = Block number, label The symbol to be defined or the specified jump target has a name which is longer than the 32 characters allowed. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. The symbol to be created or the target of program jumps (label) must be selected within the system agreements, that means the name must begin with 2 letters (but the 1st sign must not be ”§”) and may be up to a maximum of 32 characters. Clear alarm with NC Start and continue processing.

I 17

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 12430 Explanation: Reaction: Remedy:

12440 Explanation:

Reaction: Remedy:

12450 Explanation:

Reaction: Remedy:

12460 Explanation:

Reaction: Remedy:

12470 Explanation:

Reaction: Remedy:

Channel %1 block %2 invalid index %1 = Channel number %2 = Block number, label In specifying an array index (in the array definition) an index was used that is outside the permissible range. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Specify array index within the permissible range. Value range per array dimension: 1 - 32 767. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 maximum number of formal arguments exceeded %1 = Channel number %2 = Block number, label In the definition of a procedure (a subroutine) or in an EXTERN instruction, more than 127 formal parameters have been specified. Example: PROC ABC (FORMPARA1, FORMPARA2, ... ... FORMPARA127, FORMPARA128, ...) EXTERN ABC (FORMPARA1, FORMPARA2, ... ... FORMPARA127, FORMPARA128, ...) Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. A check must be made to determine whether all parameters really have to be transferred. If so, the formal parameters can be reduced by using global variables or R parameters, or by grouping together parameters of the same type to form an array and transfer them in this form. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 label defined repeatedly %1 = Channel number %2 = Block number, label The label of this block already exists. If the NC program is compiled off-line, the entire program is compiled block for block. During this procedure all multiple labels are recognized; this is not always the case with on-line compilation. (Only the actual program run is compiled here, i.e. program branches that are not passed through in this run are disregarded and could therefore contain programming errors.) Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer is positioned on the block where the displayed label occurs for the second time. Use the editor to search the part program where this label occurs for the first time, and change one of the names. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 maximum number of symbols exceeded with %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string The max. number of variable definitions (GUD, LUD), macro definitions, cycle programs, cycle parameters, that the controller’s data management is able to handle, has been exceeded. If this alarm occurs in conjunction with alarm 15180 (initial.ini download failed), then this alarm shows the name of the block causing the error. (For a list of names and their meaning, please refer to alarm 6010) Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Reduce the symbols in the block (possibly by using the array technique or by using R parameters), or adapt the machine data (if you have access rights). $MC_MM_NUM_LUD_NAMES_TOTAL with error in LUD blocks (i.e. if more variable definitions were made in the active part programs than allowed by the MD). GUD data blocks can only cause errors as part of the ’initial.ini download’ process. Macros and cycle program definitions are reloaded at each POWER ON/ NCK-RESET. This means that these blocks can only cause errors in conjunction with this process. See also the explanations for alarm 6010 Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 unknown G function %3 used %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string In the displayed block, a non-defined G function has been programmed. Only ”real” G functions are checked, which begin with the address G, e.g. G555. ”Named” G functions such as CSPLINE, BRISK etc. are interpreted as subroutine names. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. It must be decided on the basis of the machine manufacturer’s programming guide as to whether or not the displayed G function is always omitted or not possible, or whether a standard G function has been reconfigured (or introduced by OEM). Remove G function from the part program or program function call in accordance with the machine manufacturer’s programming guide.

I 18

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Clear alarm with NC Start and continue processing. 12480 Explanation:

Reaction: Remedy:

12520 Explanation:

Reaction: Remedy:

12530 Explanation:

Reaction: Remedy:

12540 Explanation:

Reaction: Remedy:

12550 Explanation:

Channel %1 block %2 subroutine %3 already defined %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string The name used in the PROC or EXTERN instruction has already been defined in another call description (e.g. for cycles). Example: EXTERN CYCLE85 (VAR TYP1, VAR TYP2, ...) Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. A program name must be selected that has not yet been used as identifier (theoretically, the parameter declaration of the EXTERN instruction could also be adapted to the existing subroutine in order to avoid the alarm output. However, it would have been identically defined twice). Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 too many machine data %3 in block %2 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source symbol In the part program, in the machine data file (..._TOA) and in the initialization file (..._INI), no more than 2 machine data may be used per block. Example: N ... N 100 $TC_DP1 [5,1] = 130, $TC_DP3 [5,1] = 150.123, $TC_DP4 [5,1] = 223.4, $TC_DP5 [5,1] = 200.12, $TC_DP6 [5,1] = 55.02 N ... Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. • Divide up the part program block into several blocks • If necessary, use the local variable for storing intermediate results Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 invalid index for %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string In macro definitions, an attempt was made to define a G function with more than 3 decades or an M function with more than 2 decades as identifier of the macro. Example: _N_UMAC_DEF DEFINE G4444 AS G01 G91 G1234 DEFINE M333 AS M03 M50 M99 : M17 Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Modify the macro definition in accordance with the Programming Guide. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 is too long or too complex %1 = Channel number %2 = Block number, label The maximum internal block length after translator processing must not exceed 256 characters. After editing, for example, several macros in the block or a multiple nesting, this limit can be exceeded. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Divide up the program block into several subblocks. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 identifier %3 not defined or option does not exist %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source symbol The displayed identifier was not defined before being used. Macro: Keyword, to be defined with the DEFINE ... AS ... instruction is missing in one of the files: _N_SMAC_DEF, _N_MMAC_DEF, _N_UMAC_DEF, _N_SGUD_DEF, _N_MGUD_DEF, _N_UGUD_DEF Variable: DEF instruction missing Program: PROC declaration missing

I 19

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Reaction: Remedy:

Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. - Correct the names used (typing error) - Check the definition of variables, subroutines and macros - Check options. Clear alarm with NC Start and continue processing.

12560 Explanation:

Channel %1 block %2 programmed value %3 exceeds allowed limits %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string In a value assignment, the permissible value range of the data type has been exceeded. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Assign value within the value range of the various data types, or if necessary use another type in order to increase the size of the value range, e.g. INT -> REAL. Variable type Property Value range REAL Fractional number with dec. pt. ±(2-1022 -2+1023 ) INT Integers with signs ± (231 -1)O BOOL Truth value TRUE, FALSE 0,1 CHAR 1 ASCII character 0 - 255 STRING Character string (max. 100 values) 0 - 255 AXIS Axis addresses Axis names only FRAME Geometric information As for axis paths Clear alarm with NC Start and continue processing.

Reaction: Remedy:

12600 Explanation: Reaction: Remedy: 12610 Explanation:

Reaction: Remedy: 12620 Explanation:

Reaction: Remedy: 12630 Explanation: Reaction: Remedy:

12640 Explanation:

Reaction: Remedy:

Channel %1 block %2 invalid checksum of line %1 = Channel number %2 = Block number On processing an INI file or when executing a TEA file, an invalid line checksum has been detected. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct INI file or correct MD and create new INI file (via „upload“). Steuerung AUS - EIN schalten. Channel %1 block %2 accessing single char with call-by-reference argument not allowed %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string An attempt has been made to use a single character access for a call-by-reference parameter. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Temporarily store single characters in user-defined CHAR variable and transfer this. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 accessing this variable as single char not allowed %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Source string The variable is not a user-defined variable. The single character access is only allowed for user-defined variables (LUD/GUD). Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Temporarily store variable in user-defined STRING, process this and put back into storage. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 skip / label not allowed %1 = Channel number %2 = Block number Blocks with control structures (FOR, ENDIF, etc.) cannot be concealed and must not contain any labels. Alarm display. Interface signals are set. Correction block. Teileprogramm korrigieren: Correct part program: Create conceal identifier by IF testing and write label on in its own in the block in front of the control structure block. Clear alarm with NC Start and continue processing. Channel %1 block %2 invalid nesting of control structures %1 = Channel number %2 = Block number Error in program run: Opened control structures (IF-ELSE-ENDIF, LOOP-ENDLOOP etc.) are not terminated or there is no beginning of loop for the programmed end of loop. Example: LOOP ENDIF ENDLOOP Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct part program in such a way that all opened control structures are also terminated. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

I 20

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

12641 Explanation:

Reaction: Remedy: 12650 Explanation:

Reaction: Remedy:

12661 Explanation:

Reaction: Remedy: 14000 Explanation:

Reaction: Remedy:

14001 Explanation:

Reaction: Remedy:

14010 Explanation:

Reaction: Remedy:

Channel %1 block %2 nesting level of control structures exceeds limit %1 = Channel number %2 = Block number Max. nesting depth control structures (IF-ELSE-ENDIF, LOOP-ENDLOOP etc.) exceeded. At the present time, the max. nesting depth is 8 Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct part program. If necessary, move parts to a subroutine. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 name different in channel %4 %1 = Channel number %2 = Block number %3 = Source symbol %4 = Channel number with different axis definition In cycles that are preprocessed at Power On, only those geometry and channel axis identifiers may be used that exist in all channels with the same meaning. In different channels, different axis indices are assigned to the axis identifier. The axis identifiers are defined via machine data 20060 AXCONF_GEOAX_NAME_TAB and 20080 AXCONF_CHANAX_NAME_TAB. Example: C is the 4th channel axis in channel 1 and the 5th channel axis in channel 2. If the axis identifier C is used in a cycle that is preprocessed at Power On, then this alarm is issued. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. 1. Modify machine data: Select the same identifiers for geometry and channel axes in all channels. Example: The geometry axes are called X, Y, Z in all channels. They can then also be programmed directly in preprocessed channels. PROC DRILL G1 Z10 F1000 M17 or 2. Do not program the axis directly in the cycle but define it as parameter of the Axis type. Example: Cycle definition: PROC DRILL (AXIS DRILLAXIS) G1 AX[DRILLAXIS]=10 F1000 M17 Call from the main program: DRILL(Z) Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 technology cycle %3: no further program call possible %1 = Channel number %2 = Block number %3 = Name of the technology cycle call In a technology cycle it is not possible to call a subroutine or another technology cycle. Alarm display. Interface signals are set. Correction block Modify part program. Clear alarm with the RESET key. Channel %1 block %2 Unzulaessiges Dateiende %1 = Channel number %2 = Block number, label Als Dateiende von Hauptprogrammen wird ein M02 or ein M30 erwartet, von Unterprogrammen M17. Von der Satzaufbereitung (Datenhaltung) wird kein Folgesatz geliefert, obwohl im vorhergehenden block kein Dateiende programmiert war. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Kontrollieren, ob das Programmende vergessen wurde einzugeben, or ob im letzten Programmsatz ein Sprung auf einen Programmabschnitt, in dem die Endekennung steht, erfolgt. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 error at end of file, line feed missing %1 = Channel number %2 = Block number, label After system-internal data manipulation (e.g. when transferring blocks from an external source) a subfile can end without having LF as the last character. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Read out the part program, modify it with a text editor (e.g., insert blanks or comments before the displayed block), so that after reading it in again the part program has a different structure in the memory. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid default argument in subroutine call %1 = Channel number %2 = Block number, label In a subroutine call with parameter transfer, parameters have been omitted that cannot be replaced by default parameters (call-by-reference parameters or parameters of type AXIS. The other missing parameters are defaulted with the value 0 or with the unit frame in the case of frames). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. The missing parameters must be provided with values in the subroutine call. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

I 21

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 14011 Explanation:

Reaction: Remedy:

14012 Explanation:

Reaction: Remedy:

14013 Explanation: Reaction: Remedy: 14014 Explanation:

Reaction: Remedy:

14015 Explanation: Reaction: Remedy: 14020 Explanation:

Reaction: Remedy: 14021 Explanation:

Channel %1 block %2 program %3 not existing or not released for machining %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Program name An unknown identifier (string) was found in the part program. It is therefore assumed that this is a program name. The part program indicated in a subprogram call or SETINT statement does not exist or is not released for machining. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. The alarm may have different causes: - Typing error of the identifier stated in parameter 3 - Check subprogram call / SETINT statement or PROC statement. Reload part program and release for machining. - Parameter 3 can be a macro name. The macro definition file has an inappropriate content or it is not stored in the directory DEF_DIR or it has not been set active (via POWERON or via MMC operating step or by PI service ’F_COPY’). - Parameter 3 can be a GUD variable. There is no GUD definition file defining the variable or it is not stored in the directory DEF_DIR or it has not been set active (via the INITIAL_INI procedure or via MMC operating step or by PI service ’F_COPY’). Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 lowest subroutine level exceeded %1 = Channel number %2 = Block number, label The maximum nesting depth of 8 program levels has been exceeded. Subroutines can be called from the main program, and these in turn may have a nesting depth of 7.. In interrupt routines the maximum number of levels is 4! Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify the machining program so that the nesting depth is reduced, e.g. using the editor copy a subroutine of the next nesting level into the calling program and remove the call for this subroutine. This reduces the nesting depth by one program level. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 number of subroutine passes invalid %1 = Channel number %2 = Block number, label In a subroutine call the programmed number of passes P is zero or negative. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program number of passes between 1 and 9 999. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 selected program %3 or access permission not available %1 = Channel number The selected part program is not in the NCK memory or it is the access authorization for program selection at a higher level corresponding to the present status of the control. When this program was generated, it received the protection level that was active at the time for the NC control. Alarm display. Transfer the required program into the NCK memory or check the name of the directory (workpiece overview) and of the program (program overview) and correct these. Increase the present protection level to at least the level of the program being executed (by password input). Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1: no access permission for file %1 = Channel number A program is to be executed for which the current protection level is too low. When this program was generated, it received the protection level that was active at the time for the NC control. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Increase the present protection level to at least the level of the program being executed (by password input). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 wrong number of arguments on function or procedure call %1 = Channel number %2 = Block number, label When a predefined function or procedure (subroutine) was called, the number of actual parameters was either • programmed basically incorrectly, e.g. in frames an odd number of parameters (except when mirroring), or • too few parameters were transferred. (Too many parameters are already recognized in the compiler, which then triggers alarm 11 039: ”Channel %1 block %2 parameter number too large”). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the number of transfer parameters in the call in the NC block. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 wrong number of arguments on function or procedure call %1 = Channel number %2 = Block number, label In a function or procedure call, an impermissible number of actual parameters has been programmed.

I 22

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Reaction:

Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

14040 Explanation:

Channel %1 block %2 error in end point of circle %1 = Channel number %2 = Block number, label In circular interpolation, either the circle radii for the initial point and the end point are further apart, or the circle center points are further apart, than specified in the machine data. 1. In circle radius programming the starting and end points are identical, thus the circle position is not determined by starting and end points. 2. Radii: The NCK calculates from the present start point and the other programmed circle parameters the radii for the start and the end point. An alarm message is issued if the difference between the circle radii is either greater than the value in the MD 21000 CIRCLE_ERROR_CONST (for small radii, if the programmed radius is smaller than the quotient of the machine data CIRCLE_ERROR_CONST divided by 21010 CIRCLE_ERROR_FACTOR), or greater than the programmed radius multiplied by the MD CIRCLE_ERROR_FACTOR (for large radii, if the programmed radius is greater than the quotient of the machine data CIRCLE_ERROR_CONST divided by CIRCLE_ERROR_FACTOR). 3. Center points: A new circle center is calculated using the circle radius at the starting position. It lies on the midperpendicular positioned on the connecting straight line from the starting point to the end point of the circle. The angle in the radian measure between both straight lines from the starting point to the center calculated/programmed as such must be lower than the root of 0.001 (corresponding to approx. 1.8 degrees). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Check MD 21000 CIRCLE_ERROR_CONST and 21010 CIRCLE_ERROR_FACTOR. If the values are within reasonable limits, the circle end point or the circle mid-point of the part program block must be programmed with greater accuracy. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

Reaction: Remedy:

14045 Explanation:

Reaction: Remedy: 14050 Explanation:

Reaction: Remedy: 14051 Explanation:

Reaction: Remedy: 14060 Explanation:

Reaction: Remedy: 14070 Explanation:

Channel %1 block %2 error in tangent circle programming %1 = Channel number %2 = Block number, label The alarm may have the following causes: - The tangent direction is not defined for tangent circle / e.g. because no other travel block has been programmed before the current block. - No circle can be formed from start and end point as well as tangent direction because - seen from the start point - the end point is located in the opposite direction to that indicated by the tangent. - It is not possible to form a tangent circle since the tangent is located vertically to the active plane. - In the special case in which the tangent circle changes to a straight line, several complete circular revolutions were programmed with TURN. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. NC Stop when alarm at block end. Modify part program. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 nesting depth for arithmetic operations exceeded %1 = Channel number %2 = Block number, label For calculating arithmetic expressions in NC blocks, an operand stack with a fixed set size is used. In very complex expressions, this stack can overflow. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Divide up complex arithmetic expressions into several simpler arithmetic blocks. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 arithmetic error in part program %1 = Channel number %2 = Block number, label • In calculating an arithmetic expression, an overflow has occurred (e.g. division by zero). • In a data type, the representable value range has been exceeded Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. Analyze the program and correct the defective point in the program. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 invalid skip level with differential block skip %1 = Channel number %2 = Block number, label With „Differential block skip“, a skip level greater than 7 has been specified (in packet 1 specification of a value for the skip level is rejected by the converter as a syntax error, i.e. the only possibility is a ”Suppress block” ON/OFF on one level). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Enter a skip level (number behind the slash) less than 8. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 memory for variables not sufficient for subroutine call %1 = Channel number %2 = Block number, label A called subroutine cannot be processed (opened), either because the internal data memory to be created for

I 23

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

14080 Explanation:

Reaction: Remedy:

14090 Explanation:

Reaction: Remedy: 14091 Explanation: Reaction: Remedy: 14092 Explanation:

Reaction: Remedy: 14093 Explanation:

Reaction: Remedy:

14094 Explanation:

Reaction:

general purposes is not large enough, or because the available memory for the local program variables is too small. The alarm can only occur in MDA mode. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Abschnitt des Teileprogramms analysieren: 1. Has the most useful data type always been selected in the variable definitions? (For example REAL for data bits is poor; BOOL would be better) 2. Can local variables be replaced by global variables? Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 jump destination not found %1 = Channel number %2 = Block number, label In conditional and unconditional jumps, the jump destination within the program must be a block with a label (symbolic name instead of block number). If no jump destination has been found with the given label when searching in the programmed direction, an alarm is output. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Check NC part program for the following possible errors: 1. Check whether the target designation is identical with the label. 2. Is the jump direction correct? 3. Has the label been terminated with a colon? Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid D number %1 = Channel number %2 = Block number, label A value less than zero has been programmed under address D. A set of parameters with 25 correction values has been automatically assigned to each active tool. Each tool can have 9 sets of parameters (D1 - D9, initial setting is D1). When the D number changes, the new parameter set is active (D0 is used for deselecting the correction values). N10 G.. X... Y... T15 Parameter set D1 of T15 active N50 G.. X... D3 M.. Parameter set D3 of T15 active N60 G.. X.. T20 Parameter set D1 of T20 active Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program D numbers in the permissible value range (D0, D1 to D9). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid function, index %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label Programming RET in the 1st program level. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Select G functions in keeping with the possibilities provided by the NCK. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 has wrong axis type %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number One of the following three programming errors has occurred: 1. The keyword WAITP(x) ”Wait with block change until the specified positioning axis has reached its end point” has been used for an axis that is not a positioning axis. 2. G74 ”Reference point approach from the program” has been programmed for a spindle. (Only axis addresses are permitted.) 3. The keyword POS/POSA has been used for a spindle. (The keywords SPOS and SPOSA must be programmed for the spindle positions.) Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the part program depending on which of the above errors is involved. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 path interval zero or negative with polynominal interpolation %1 = Channel number %2 = Block number, label In the polynomial interpolation POLY, a negative value or zero has been programmed under the keyword for the polynomial length PL=..... Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. Correct the value given in PL = .... Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 polynominal degree greater than 3 programmed for polynominal interpolation %1 = Channel number %2 = Block number, label The polynomial degree in the polynomial interpolation is based on the number of programmed coefficients for an axis. The maximum possible polynomial degree is 3, i.e. the axes are according to the function: f(p) = a0 + a1 p + a2 p2 + a3 p3 The coefficient a 0 is the actual position at the start of interpolation and is not programmed! Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable.

I 24

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Remedy:

Reduce the number of coefficients. The polynomial block may have a form no greater than the following: N1 POLY PO[X]=(1.11, 2.22, 3.33) PO[Y]=(1.11, 2.22, 3.33) N1 PO[n]=... PL=44 n ... axis identifier, max. 8 path axes per block Clear alarm with RESET key. Restart part program.

14095 Explanation:

Channel %1 block %2 circle programmed with zero radius %1 = Channel number %2 = Block number, label The radius entered for radius programming is too small, i.e. the programmed radius is smaller than half of the distance between start and end point. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. Modify part program Clear alarm with NC Start and continue program.

Reaction: Remedy: 14096 Explanation:

Channel %1 block %2 type conversion not possible %1 = Channel number %2 = Block number, label During the program run, a variable value assignment or an arithmetic operation has caused data to be processed in such a way that they have to be converted to another type. This would lead to the value range being exceeded. Variable type Property Value range REAL Fractional numbers with dec. pt. ±(2-1022 -2+1023 ) INT Integers with signs ± (231 -1)O BOOL Truth value TRUE, FALSE 0,1 CHAR 1 ASCII character 0 - 255 STRING Character string (max. 100 values) 0 - 255 AXIS Axis addresses Axis names only FRAME Geometric information As for axis paths IURPWR

5($/

5($/

14097 Explanation:

Reaction: Remedy:

14098 Explanation: Reaction: Remedy:

14099 Explanation:

%22/

&+$5

675,1*

\HV

\HV

\HV

\HV

,17

\HV

%22/

\HV

\HV

&+$5

\HV

\HV

\HV

\HV

675,1*

Reaction: Remedy:

,17 \HV

\HV

\HV

\HV

* Value <>0 corresponds to TRUE, value ==0 corresponds to FALSE. ** String length 0 => FALSE, otherwise TRUE *** If only one character It is not possible to convert from type AXIS and FRAME nor into type AXIS and FRAME. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify the program section such that the value range is not exceeded, e.g. by a modified variable definition. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 string cannot be converted to AXIS type %1 = Channel number %2 = Block number, label The called function AXNAME - conversion of the transferred parameters of the STRING type to an axis name (return value) of the AXIS type - has not found this axis identifier in the machine data. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Check the transferred parameters (axis name) of the function AXNAME to determine whether a geometry, channel or machine axis of this name has been configured by means of the machine data: 10 000: AXCONF_MACHAX_NAME_TAB 20 070: AXCONF_GEOAX_NAME_TAB 20 080: AXCONF_CHANAX_NAME_TAB Select the transfer string in accordance with the axis name and change the axis name in the machine data if necessary. (If a change of name is to take place via the NC part program, this change must first be validated by means of a „Power On“.) Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 conversion error: not a number %1 = Channel number %2 = Block number, label The string is not a valid INT or REAL number. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program. If an input is concerned, it is possible to test whether the string represents a number by means of the predefined function ISNUMBER (with the same parameter). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 result in string concatenation too long %1 = Channel number %2 = Block number, label The result of string chaining returns a string which is greater than the maximum string length laid down by the system.

I 25

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Reaction: Remedy:

Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Teileprogramm anpassen. Adapt part program. With the function STRLEN, it is also possible to test the size of the sum string before performing the chaining operation. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

14100 Explanation:

Channel %1 block %2 orientation transformation not available %1 = Channel number %2 = Block number, label Four transformation groupings (transformation types) can be set for each channel via machine data. If a transformation grouping is addressed by means of the keyword TRAORI(n) (n ... number of transformation grouping) but for which the machine data have no default values, then an alarm message is issued. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Press the NC Stop key and select the function „Correction block“ with the softkey PROGRAM CORRECT. The correction pointer positions on the incorrect block. • Check the number of the transformation grouping when calling the part program with the keyword TRAORI(n) (n ... number of the transformation grouping). • Enter the machine data for this transformation grouping and then activate by “Power On“. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

Reaction: Remedy:

14115 Explanation:

Reaction: Remedy: 14130 Explanation:

Reaction: Remedy: 14150 Explanation:

Reaction: Remedy: 14200 Explanation:

Reaction: Remedy:

14210 Explanation:

Channel %1 block %2 illegal definition of part surface %1 = Channel number %2 = Block number, label The surface normal vectors programmed at the beginning of block and at the end of block point in opposite directions. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 too many initialization values given %1 = Channel number %2 = Block number, label On assigning an array by means of SET, more initialization values than existing array elements have been specified in the program run. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Reduce the number of initialization values. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 illegal tool carrier number programmed or declared (MD) %1 = Channel number %2 = Block number, label A toolholder number was programmed which is negative or greater than the machine data MC_MM_NUM_TOOL_CARRIER. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable Program valid toolholder number or adapt machine data MC_MM_NUM_TOOL_CARRIER. Mit Reset-Taste Alarm löschen. Channel %1 block %2 polar radius negative %1 = Channel number %2 = Block number, label In the endpoint specification of a traversing block with G00, G01, G02 or G03 in polar coordinates, the polar radius entered for the keyword RP=... is negative. Definition of terms: • Specification of end of block point with polar angle and polar radius, referring to the current pole (preparatory functions: G00/G01/G02/G03). • New definition of the pole with polar angle and pole radius, referring to the reference point selected with the G function. G110 ... last programmed point in the plane G111 ... zero point in the actual WCS G112 ... last pole Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct NC part program - permissible inputs for the pole radius are only positive absolute values that specify the distance between the current pole and the block end point (the direction is defined by the polar angle AP=...). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 polar radius too large %1 = Channel number %2 = Block number, label In specifying the endpoints in a traversing block with G00, G01, G02 or G03 in polar coordinates, the value range of the polar angle programmed under the keyword AP=... has been exceeded. It covers the range from -360 to +360 degrees with a resolution of 0.0 01 degrees. Definition of terms: • Specification of end of block point with polar angle and polar radius, referring to the current pole (preparatory functions: G00/G01/G02/G03).

I 26

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

14250 Explanation:

Reaction: Remedy:

14260 Explanation:

Reaction: Remedy:

14270 Explanation:

Reaction: Remedy:

14280 Explanation:

Reaction: Remedy: 14300 Explanation:

• New definition of the pole with polar angle and pole radius, referring to the reference point selected with the G function. G110 ... referred to the last programmed point in the plane G111 ... referred to the zero point of the current workpiece coordinate system (WCS) G112 ... referred to the last pole Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct NC part program. The permissible input range for the polar angle is between the values -360 degrees and +360 degrees with a resolution of 0.001 degrees. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 pole radius negative %1 = Channel number %2 = Block number, label in redefining the pole with G110, G111 or G112 in polar coordinates, the pole radius specified under keyword RP=... is negative. Only positive absolute values are permitted. Definition of terms: • Specification of end of block point with polar angle and polar radius, referring to the current pole (preparatory functions: G00/G01/G02/G03). • New definition of the pole with polar angle and pole radius, referring to the reference point selected with the G condition. G110 ... last programmed point in the plane G111 ... zero point of the current workpiece coordinate system (WCS) G112 ... last pole Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the NC part program. Permissible inputs for the pole radius are only positive, absolute values that specify the distance between the reference point and the new pole (the direction is defined with the pole angle AP=...). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 pole angle too large %1 = Channel number %2 = Block number, label In redefining the pole with G110, G111 or G112 in polar coordinates, the value range of the pole angle specified under keyword AP=... has been exceeded. It covers the range from -360 to +360 degrees with a resolution of 0.001 degrees. Definition of terms: • Specification of end of block point with pole angle and pole radius, referring to the current pole (preparatory functions: G00/G01/G02/G03). • New definition of the pole with pole angle and pole radius, referring tothe reference point selected with the G function. G110 ... last programmed point in the plane G111 ... zero point of the current workpiece coordinate system (WCS) G112 ... last pole Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct NC part program. The permissible input range for the polar angle is between the values -360 degrees and +360 degrees with a resolution of 0.001 degrees. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 pole programmed incorrectly %1 = Channel number %2 = Block number, label When defining the pole, an axis was programmed that does not belong to the selected processing level. Programming in polar coordinates always refers to the plane activated with G17 to G19. This also applies to the definition of a new pole with G110, G111 or G112. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the NC part program. Only the two geometry axes may be programmed that establish the current machining plane. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 polar coordinates programmed incorrectly %1 = Channel number %2 = Block number, label The end point of the displayed block has been programmed both in the polar coordinate system (with AP=..., RP=...) and in the Cartesian coordinate system (axis addresses X, Y,...).. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. NCCorrect the NC part program - the axis motion may be specified in one coordinate system only. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 overlaid handwheel motion activated incorrectly %1 = Channel number %2 = Block number, label Handwheel override has been called up incorrectly: 1. For positioning axes: - Handwheel override programmed for indexing axes, - No position programmed, - FA and FDA programmed for the same axis in the block. 2. For contouring axes:

I 27

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy: 14310 Explanation:

Reaction: Remedy:

14400 Explanation: Reaction:

14401 Explanation:

Reaction: Remedy:

14403 Explanation:

Reaction: Remedy: 14404 Explanation:

- No position programmed, - G60 not active, - 1st G group incorrect (only G01 to CIP) Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Handwheel %1 configuration not correct or inactive %1 = handwheel number • The inputs are using a drive with a drive number that does not exist or • an inactive drive for assignment of the handwheel (ENC_HANDWHEEL_MODULE_NR), or • an axis is using a measuring circuit which does not exist for the drive hardware. Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable Check input configuration (machine data) and/or drive hardware. Runup is interrupted. Switch control OFF - ON. Channel %1 block %2 tool radius compensation active at transformation switchover %1 = Channel number %2 = Block number, label A change of transformation is not allowed when tool radius compensation is active. Perform tool radius compensation in the NC part program with G40 (in a block with G00 or G01) before performing a transformation change. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 transformation not available %1 = Channel number %2 = Block number, label The required transformation is not available. Example: This was programmed: N220 TRAORI(3); 5-axis transform. no. 3 ON but only transformation 1 and 2 exist Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. • Modify part program, program defined transformations only. • Check MD 24100 TRAFO_TYPE_n (assigns the transformation to part program instructions). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 preparation might not be synchronized with interpolation %1 = Channel number %2 = Block number, label Positioning axis runs cannot be accurately calculated beforehand. Consequently, the position in the MCS is not known exactly. It might therefore be possible that a change in the multiple significance of the transformation has been performed in the main run although no provision was made for this in the preprocessing run. Alarm display. Modify part program. Synchronize preprocessing run and main run. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 invalid argument in selection of transformation %1 = Channel number %2 = Block number, label Error has occurred when selecting transformation. Possible causes of error: • An axis traversed by the transformation has not been enabled: · is being used by another channel (-> enable) • is in spindle mode (-> enable with SPOS) • is in POSA mode (-> enable with WAITP) • is competing Pos axis (enable with -> WAITP) • Parameterization via machine data has an error • Axis or geometry axis assignment to the transformation has an error, • Machine data has an error (-> modify machine data, cold restart) Note: Any axes that have not been enabled might be signaled via EXINAL_ILLEGAL_AXIS = 14092 or BSAL_SYSERRCHAN_RESET = 1011 instead of EXINAL_TRANSFORM_PARAMETER = 14404. Transformation-dependent error causes can be in: TRAORI: -TRANSMIT: • The current machine axis position is unsuitable for selection (e.g. selection in the pole) (-> change position slightly) • Parameterization via machine data has an error • Special requirement with respect to the machine axis has not been satisfied (e.g. rotary axis is not a modulo axis) (-> modify machine data, cold restart) TRACYL: • The programmed parameter is not allowed when transformation is selected. TRAANG:

I 28

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy: 14411 Explanation:

Reaction: Remedy: 14412: Explanation: Reaction: Remedy: 14413 Explanation:

Reaction: Remedy: 14414 Explanation:

Reaction: Remedy: 14420 Explanation:

Reaction: Remedy: 14500 Explanation:

Reaction: Remedy: 14510 Explanation:

• The programmed parameter is not allowed when transformation is selected. • Parameterization via machine data has an error • Parameter has an error (e.g. TRAANG: unfavorable angular value) (-> modify machine data, cold restart) Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program or machine data. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 tool radius compensation active at change of geoaxis %1 = Channel number %2 = Block number, label It is not permissible to change the assignment of geometry axes to channel axes when tool radius compensation is active. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 transformation active at change of geoaxis %1 = Channel number %2 = Block number, label It is not permissible to change the assignment of geometry axes to channel axes when transformation is active. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 fine tool correction: changeover geometry / channel %1 = Channel number %2 = Block number, label It is not permissible to change the assignment of geometry axes to channel axes during active tool fine compensation. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable Modify part program Clear alarm with RESET key. Channel %1 block %2 function GEOAX: incorrect call %1 = Channel number %2 = Block number, label The parameters for the GEOAX(...) call are incorrect. Possible causes are: - Uneven number of parameters. - More than 6 parameters were specified. - A geometry axis number was programmed which was smaller than 0 or greater than 3. - A geometry number was programmed more than once. - An axis identifier was programmed more than once. - An attempt was made to assign a channel axis to a geometry axis which has the same name as one of the channel axes. - An attempt was made to remove a geometry axis from the geometry axis grouping and the geometry axis has the same name as one of the channel axes. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable Modify part program or correction block Cancel alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 index axis %3 frame not allowed %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = axis The axis is to be traversed as an indexing axis, but a frame is active. This is not allowed by machine data FRAME_OR_CORRPOS_NOTALLOWED. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable Modify part program, change machine data CORR_FOR_AXIS_NOT_ALLOWED Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 illegal DEF or PROC statement within part program %1 = Channel number %2 = Block number, label NC part programs with high-level language elements are divided into a preceding definition part followed by a program part. The transition is not marked specifically; a definition statement is not allowed to follow the first program command. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Put definition and PROFC statements at the beginning of the program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 PROC statement missing on subroutine call %1 = Channel number %2 = Block number, label subroutine calls with parameter transfer („call-by-value“ or „call-by-reference“) the called subroutine must begin with a PROC statement.

I 29

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Reaction: Remedy:

Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Define the subroutine in accordance with the type used. 1.. Conventional subroutine structure (without parameter transfer): % SPF 123456 : M17 2.. Subroutine structure with keyword and subroutine name (without parameter transfer): PROC UPNAME : M17 ENDPROC 3. Subroutine structure with keyword and subroutine name (with parameter transfer “call-by-value“): PROC UPNAME (VARNAME1, VARNAME2, ...) : M17 ENDPROC 4. Subroutine structure with keyword and subroutine name (with parameter transfer “call-by-reference“): PROC UPNAME (Typ1 VARNAME1, Typ2 VARNAME2, ...) : M17 ENDPROC Clear alarm with RESET key. Restart part program.

14520 Explanation:

Channel %1 block %2 illegal PROC statement in data definition section %1 = Channel number %2 = Block number, label The PROC statement may only be programmed at the beginning of the subroutine. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify NC part program appropriately. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

Reaction: Remedy: 14530 Explanation:

Reaction: Remedy: 14610 Explanation:

Reaction: Remedy:

14660 Explanation:

Reaction: REMEDY: 14750 Explanation: Reaction: Remedy:

Channel %1 block %2 EXTERN and PROC statement do not correspond %1 = Channel number %2 = Block number, label Subroutines with parameter transfer must be known before they are called in the program. If the subroutines are always available (fixed cycles) the control establishes the call interfaces at the time of system power-up. Otherwise an EXTERN statement must be programmed in the calling program. Example: N123 EXTERN UPNAME (TYPE1, TYPE2, TYPE3, ...) The type of the variable must definitely correspond to the type given in the definition (PROC statements) or it must be compatible with it. The name can be different. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Check the variable types in the EXTERN and the PROC statements for correspondence and correct. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 compensation block not possible %1 = Channel number %2 = Block number, label An alarm was output which could be eliminated basically via program correction. Since the error occurred in a program which is processed from external, a compensation block/program correction is not possible. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. - Abort program with reset. - Correct program on MMC or PC. - Restart reloading (possibly with block search and interrupt location). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 SETINT instruction uses with invalid input to trigger ASUP %1 = Channel number %2 = Block number, label Asynchronous subroutines are subroutines that are executed following a hardware input (interrupt routine started by a rapid NCK input). The number of the NCK input must be between 1 and 8. It is provided with the keyword PRIO = ... with a priority of 1 - 128 (1 is the highest priority) in the SETINT statement. Example: If NCK input 5 changes to „1“ the subroutine LIFT_Z should be started with the highest priority. N100 SETINT (5) PRIO = 1 ABHEB_Z Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program the NCK input of the SETINT statement with a value of not less than 1 or greater than 128. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 too many auxiliary functions programmed %1 = Channel number %2 = Block number, label More than 10 auxiliary functions have been programmed in an NC block. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. Check whether all auxiliary functions are necessary in one block - modal functions need not be repeated. Create

I 30

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D separate auxiliary function block or divide the auxiliary functions over several blocks. Clear alarm with RESET key. Restart part program. 14760 Explanation:

Reaction: Remedy:

14770 Explanation:

Reaction: Remedy:

14820 Explanation:

Reaction: Remedy:

14830 Explanation: Reaction: Remedy:

14840 Explanation:

Reaction: Remedy: 14900 Explanation:

Reaction: Remedy:

14910 Explanation:

Reaction:

Channel %1 block %2 auxiliary function of a group programmed repeatedly %1 = Channel number %2 = Block number, label The M and H functions can be divided up as required over machine data in groups in any variation. Auxiliary functions are thus put into groups that mutually preclude several individual functions of one group. Within one group only one auxiliary function is advisable and permissible. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program only one auxiliary function per auxiliary function group (group allocations: refer to the machine manufacturer’s programming guide). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 auxiliary function programmed incorrectly %1 = Channel number %2 = Block number, label The permissible number of programmed auxiliary functions per NC block has been exceeded or more than one auxiliary function of the same auxiliary function group has been programmed (M and S function). In the user-defined auxiliary functions, the maximum number of auxiliary functions per group in the NCK system settings has been defined for all auxiliary functions by means of the machine data 11100 AUXFU_MAXNUM_GROUP_ASSIGN (default: 1). For each user-defined auxiliary function to be assigned to a group, the assignment is effected through 4 channelspecific machine data. 22010 AUXFU_ASSIGN_TYPE: type of auxiliary function, e.g. M 22000 AUXFU_ASSIGN_GROUP: required group 22020 AUXFU_ASSIGN_EXTENSION: any required extension 22030 AUXFU_ASSIGN_VALUE: function value Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the part program - max. 16 auxiliary functions, max. 5 M functions per NC block, max. 1 auxiliary function per group. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 negative value for maximum spindle speed programmed with constant cutting speed %1 = Channel number %2 = Block number, label For the function ”Constant cutting speed G96” a maximum spindle speed can be programmed with the keyword LIMS=.... The values are in the range 0.1 -999 999.9 [rev/min]. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program the maximum spindle speed for the constant cutting speed within the limits given above. The keyword LIMS is modal and can either be placed in front of or within the block that selects the constant cutting speed. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 wrong feed type selected %1 = Channel number %2 = Block number, label Im G97 has been programmed in the displayed block although G96 was not (or G97 already) active previously. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Remove G97 from the displayed block and program the correct feed type (G93, G94, G95 or G96) for the machining section which follows. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 value for constant cutting speed out of range %1 = Channel number %2 = Block number, label The programmed cutting speed is not within the input range Input range metric: 0.01 to 9 999.99 [m/min] Input range inch: 0.1 to 99 999.99 [inch/min] Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program cutting speed under address S within the permissible range of values. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 use either center point or end point programming %1 = Channel number %2 = Block number, label When programming a circle by means of the opening angle, the circle center point was programmed together with the circle end point. This is too much information for the circle. Only one of the two points is allowed. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Select the programming variant guaranteeing that the dimensions are definitely taken over from the workpiece drawing (avoidance of calculation errors). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid angle of aperture for programmed circle %1 = Channel number %2 = Block number, label When programming a circle by means of the opening angle, a negative opening angle or an opening angle greater than or equal to 360 degrees has been programmed. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable.

I 31

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Remedy:

Program opening angle within the allowed range of values between 0.0001 and 359.9999 [degrees]. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

14920 Explanation:

Channel %1 block %2 intermediate point of circle incorrect %1 = Channel number %2 = Block number, label When programming a circle by means of an intermediate point (CIP) all 3 points (initial, end and intermediate points) are on a straight line and the intermediate point (programmed by means of interpolation parameters I, J, K) is not located between the initial and end points. If the circle is the component of a helix, the specified number of turns (keyword TURN=...) determines further block processing: • TURN>0: alarm display because the circle radius is infinitely great. • TURN=0 and CIP specified between initial and end points. A straight line is generated between the initial and end points (without alarm message). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Locate the position of the intermediate point with the parameters I, J and K in such a way that it actually is located between the initial and end points of the circle or do not make use of this type of circle programming and instead program the circle with radius or opening angle or center point parameters. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

Reaction: Remedy:

15010 Explanation: Reaction: Remedy: 15180 Explanation:

Reaction: Remedy: 15185 Explanation: Reaction: Remedy: 15300 Explanation:

Reaction: Remedy: 15310 Explanation: Reaction: Remedy: 15320 Explanation:

Reaction: Remedy:

Channel %1 block %2 channel-sync instruction using illegal mark %1 = Channel number %2 = Block number, label A WAITM/WAITMC/SETM/CLEARM instruction was programmed with a marker number Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the instruction accordingly. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 program %3 cannot be executed as INI file %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = string Errors occurred when reading in as INI file. The error message which is then displayed refers to the program specified here. Alarm display. Correct the part program. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 %2 errors in INI file %1 = Channel number %2 = Number of detected errors An error was found when processing an INI file Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. Correct the INI file or correct the MD and create a new INI file (via „Upload“). Switch control OFF-ON. Channel %1 block %2 invalid number-of-passed blocks during block search %1 = Channel number %2 = Block number, label In the function „Block search with calculation“ a negative number of passes has been entered in column P (number of passes). The permissible range of values is P 1 - P 9 999. Alarm display. Enter only positive number of passes within the range of values. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 file requested during block search is not loaded %1 = Channel number %2 = Block number, label During block search, a target has been specified with a program that has not been loaded Alarm display. Correct the specified search target accordingly or retroload the file Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 invalid block search command %1 = Channel number %2 = Block number, label The block search command (type of search target) is smaller than 1 or greater than 5. It is entered in column type of the block search window. The following block search orders are allowed. Type Meaning 1 Search for block number 2 Search for label 3 Search for string 4 Search for program name 5 Search for line number in a file Alarm display. Modify the block search command. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary.

I 32

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 15330 Explanation:

Reaction: Remedy: 15340 Explanation:

Reaction: Remedy: 15350 Explanation:

Reaction: Remedy: 15360 Explanation: Reaction: Remedy: 15370 Explanation: Reaction: Remedy: 15400 Explanation:

Reaction: Remedy:

15410 Explanation: Reaction: Remedy:

15420 Explanation: Reaction: Remedy:

15460 Explanation:

Channel %1 block %2 invalid block number as target of block search %1 = Channel number %2 = Block number, label Syntax error! Positive integers are allowed as block numbers. Block numbers must be preceded by „:“ and subblocks by an „N“. Alarm display. Repeat the input with corrected block number. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 invalid label as target of block search %1 = Channel number %2 = Block number, label Syntax error! A label must have at least 2 but no more than 32 characters, and the first two characters must be alphabetic or underscore characters. Labels must be concluded with a colon. Alarm display. Repeat the input with corrected label. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 target of block search not found %1 = Channel number %2 = Block number, label The specified program has been searched to the end of the program without the selected search target having been found. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Check the part program, change the block search (typing error in the part program) and restart the search. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 invalid target of block search (syntax error) %1 = Channel number The specified search target (block number, label or string) is not allowed in block search. Alarm display. Correct object of block search. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 target of block search not found %1 = Channel number In a block search, an impermissible search target has been specified (e.g. negative block number). Alarm display. Check the specified block number, label or character string. Repeat entry with correct search target. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 selected initial ini file does not exist %1 = Channel number %2 = Block number, label The operator has selected an INI block for a read, write or execution function which: 1. Does not exist in the NCK range or 2. Does not have the necessary protection level required for performing the function Alarm display. Check whether the selected INI block is contained in the file system of the NCK. The present protection level must be selected to be at least equal to (or greater than) the protection level that has been defined for the read, write or execution function at the time of creating the file. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 initialization file contains invalid M function %1 = Channel number %2 = Block number, label The only M function allowed in an Init block is the M02, M17 or M30 end-of-program function. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Remove all M functions from the Init block except for the end identifier. An Init block may contain value assignments only (and global data definitions if they are not defined again in a program that can be executed later) but no motion or synchronous actions. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 instruction not accepted in current mode %1 = Channel number %2 = Block number, label In executing an Init block, the interpreter encountered an impermissible statement (e.g. a traversing statement). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Remove all motion actions and auxiliary functions from the Init block except for the end identifier. An Init block may contain value assignments only (and global data definitions if they are not defined again in a program that can be executed later) but no motion or synchronous actions. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 syntax conflict with modal G functions %1 = Channel number %2 = Block number, label The addresses programmed in the block are not compatible with the modal syntax-determining G function.

I 33

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy: 15800 Explanation:

Reaction: Remedy: 15810 Explanation:

Reaction: Remedy:

15900 15910 Explanation:

Reaction: Remedy:

15950 15960 Explanation:

Reaction: Remedy: 16000 Explanation:

Reaction: Remedy: 16005 Explanation: Reaction:

Example: N100 G01 ... I .. J.. K.. LF Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the displayed block and ensure that the G functions and addresses in the block are in agreement. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 wrong starting condition for CONTPRON %1 = Channel number %2 = Block number, label The start conditions for contour preprocessing (keyword CONTPRON) are not correct: • G40 (deselection of the tool radius compensation) is not active • Spline or polynomial interpolation has been selected Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program. Deselect spline of polynomial interpolation and/or tool radius compensation with G40. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 wrong array dimension for CONTPRON %1 = Channel number %2 = Block number, label The number of columns in a contour table is a fixed quantity. The value required here must be taken from the relevant technology programming guide. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the array definition for the contour table. The number of rows is freely definable and corresponds to the number of contour elements (circles, straight lines). The number of columns is fixed (release 6/94: column number = 11). Example: N100 DEF REAL KONTAB_1 [30, 11] Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 touch probe not available Channel %1 block %2 touch probe not available %1 = Channel number %2 = Block number, label Alarm no.: 15 900 ... Measure with deletion of distance-to-go Alarm no.: 15 910 ... Measure without deletion of distance-to-go In the part program, an illegal probe has been programmed with the command MEAS (measure with deletion of distance-to-go) or MEAW (measure without distance-to-go). The probe numbers 0 ... no probe 1 ... probe 1 2 ... probe 2 are allowed, whether the probe is actually connected or not. Example: N10 MEAS=2 G01 X100 Y200 Z300 F1000; Probe 2 with deletion of distance-to-go Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Include a probe number within the limits given above in the keyword MEAS=... or MEAW=... . This must correspond to the hardware connection of the probe. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 no traverse motion programmed Channel %1 block %2 no traverse motion programmed %1 = Channel number %2 = Block number, label Alarm no.: 15 950 ... Measure with deletion of distance-to-go Alarm no.: 15 960 ... Measure without deletion of distance-to-go In the part program, no axis or a traversing path of zero has been programmed with the command MEAS (measure with deletion of distance-to-go) or MEAW (measure without deletion of distance-to-go). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the part program and add the axis address or the traversing path to the measurements block. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid value for lifting direction %1 = Channel number %2 = Block number, label In „Rapid lift from the contour“ (keyword: LIFTFAST) a code value has been programmed for the direction of lift (keyword: ALF=...) that is outside of the permissible range (permitted range of values: 0 to 8). With active cutter radius compensation: Code numbers 2, 3 and 4 cannot be used in G41 Code numbers 6, 7 and 8 cannot be used in G42 because they code the direction to the contour. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program the lifting direction under ALF=... within the permissible limits. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid value for lifting distance %1 = Channel number %2 = Block number, label Mistake in the programming: the value for the lifting path must not be negative. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable

I 34

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Remedy:

Modify part program. Clear alarm with RESET key.

16020 Explanation:

Channel %1 repositioning in block %2 is not possible. %1 = Channel number %2 = Block number, label Programming or operator action incorrect: A block is to be approached again for which there is no repositioning information (e.g. REPOS programmed but no REORG performed, REPOS with A spline or B spline). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Change part program if necessary. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

Reaction: Remedy: 16100 Explanation:

Reaction: Remedy:

16110 Explanation:

Reaction: Remedy:

16120 Explanation:

Reaction: Remedy: 16130 Explanation:

Reaction: Remedy: 16140 Explanation:

Channel %1 block %2 spindle %3 not available in channel %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = String Mistake in programming: This channel does not recognize the spindle number. The alarm can occur together with a dwell or SPI function. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Check the part program to determine whether the programmed spindle number is correct and whether the program is run in the correct channel. Check MD 35000 SPIND_ASSIGN_TO MACHAX for all machine axes to see whether one of them contains the programmed spindle number. This machine axis number must be entered in a channel axis of the channel-specific machine data 20070 AXCONF_MACHAX_USED. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 spindle %3 for dwell time not in speed control mode %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis, spindle The spindle can be in the positioning mode, oscillating mode and control mode. With the M command M70 it can be changed from a spindle to an axis. The control mode is divided into the speed-controlled and position-controlled mode, and it is possible to alternate between these with the keywords SPCON and SPCOF. Positioning mode: Position control (spindle position under SPOS/SPOSA) Oscillating mode: Speed control (M41 - M45 or M40 and S...) Control mode: Speed control (spindle speed under S..., M3/M4/M5) Position control (SPCON/SPCOF, spindle speed under S..., M3/M4/M5) Axis mode: Position control (M70/M3, M4, M5, axis position under user-selectable axis name) Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Check part program for correct spindle number. With M3, M4 or M5 put the required spindle into control mode before calling the dwell time. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid index for online tool compensation %1 = Channel number %2 = Block number, label Mistake in programming: The 2nd parameter in the PUTFTOC command indicates for which tool parameter the value is to be corrected (1 - 3 tool lengths, 4 tool radius). The programmed value is beyond the permitted range. Permissible values are 1 4 if on-line tool radius compensation is allowed (see machine data ONLINE_CUTCOM_ENABLE), otherwise values 1 - 3. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program: Length 1 - 3 or 4 permissible for radius Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 instruction not allowed with active FTOCON %1 = Channel number %2 = Block number, label Case 1: Change of plane is not allowed if the modal G function FTOCON: „Tool fine compensation on“ is active. Case 2: Transformation selection is allowed only for zero transformation or transformation inclined axis, Transmit or Tracyl if FTOCON is active. Case 3: Tool change is not allowed with M06 if FTOCON has been active since the last tool change. Case 4: Orientable tool holder is active. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program. Deselect fine tool compensation with FTOCOF Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 FTOCON not allowed %1 = Channel number %2 = Block number, label The tool fine compensation (FTOC) is not compatible with the currently active transformation.

I 35

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Reaction: Remedy:

Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program. Deselect tool fine compensation with FTOCOF Clear alarm with RESET key. Restart part program.

16150 Explanation:

Channel %1 block %2 invalid spindle no. with PUTFTOCF %1 = Channel number %2 = Block number, label The spindle number programmed for PUTFTOC or PUTFTOCF is beyond the permitted range for the spindle numbers. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program. Is the programmed spindle number available? Clear alarm with RESET key. Restart part program.

Reaction: Remedy: 16410 Explanation:

Reaction: Remedy:

16420 Explanation:

Reaction: Remedy: 16430 Explanation:

Reaction: Remedy:

16500 Explanation: Reaction: Remedy: 16510 Explanation:

Reaction: Remedy:

16700 Explanation:

Channel %1 block %2 axis %3 is not a geometry axis %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number A geometry axis has been programmed that cannot be imaged on any machine axis in the current transformation (possibly there is no transformation active at the moment). Example: Without transformation: Polar coordinate system with X, Z, and C axis With transformation: Cartesian coordinate system with X, Y, and Z e.g. with TRANSMIT. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Activate transformation type with TRAORI (n) or do not program geometry axes that do not participate in the transformation grouping. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 repeatedly programmed %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number It is not allowed to program an axis more than once. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Delete the axis addresses that have been programmed more than once. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 geometry axis %3 cannot traverse as positioning axis in rotated coordinate system %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number In the rotated coordinate system, traversing of a geometry axis as positioning axis (i.e. along its axis vector in the rotated coordinate system) would mean traversing of several machine axes. This is in conflict with the positioning axis concept, however, in which one axis interpolator runs in addition to the path interpolator! Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Traverse geometry axes as positioning axes only with rotation deactivated. Deactivate rotation: Keyword ROT without further specification of axis and angle. Exasmple: N100 ROT Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 chamfer or radius negative %1 = Channel number %2 = Block number, label A negative chamfer or rounding has been programmed under the keywords CHF= ..., RND=... or RNDM=... . Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Values for chamfers, roundings and modal roundings must be programmed with positive values only. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 facing axis is not defined %1 = Channel number %2 = Block number, label Diameter programming has been activated with the keyword DIAMON although no facing axis has been programmed in this NC block. If the diameter axis is not a geometry axis, in the initial setting „DIAMON“ the alarm appears as soon as the control is switched on. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Activate the modal G function DIAMON only in NC blocks containing a facing axis or deactivate diameter program with DIAMOF. In machine data 20150 GCODE_RESET_VALUES[28] select „DIAMOF“ for the initial setting. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 invalid feed type %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number At a thread cutting operation the feed was programmed in a wrong unit.

I 36

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

16710 Explanation:

Reaction: Remedy: 16715 Explanation:

Reaction: Remedy: 16720 Explanation:

Reaction: Remedy:

16730 Explanation:

Reaction: Remedy: 16740 Explanation:

Reaction: Remedy: 16750 Explanation:

Reaction: Remedy:

1. G33 (thread with constant lead) and the feed have not been programmed with G94 or G95. 2. G33 (thread with constant lead) is active (modal) and G63 is programmed additionally in a following block conflict situation! -> (G63 is in the 2nd G group, G33, G331 and G332 are in the 1st G group). 3. G331 or G332 (rigid tapping) and the feed have not been programmed with G94. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Use only the feed type G94 or G95 in the thread cutting functions. After G33 and before G63, deselect the thread cutting function with G01. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 master spindle not programmed %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number A master spindle function has been programmed (G33, G331, G95, G96) but the speed or the direction of rotation of the master spindle is missing. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Add S value or direction of rotation for the master spindle in the displayed block. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 master spindle not in standstill %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Spindle number In the applied function (G74, reference point approach), the spindle must be stationary. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program M5 or SPOS/SPOSA in front of the defective block in the part program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 thread lead is zero %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number No lead was programmed in a thread block with G33 (thread with constant lead) or G331 (rigid tapping). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. The thread lead must be programmed for the specified geometry axis under the associated interpolation parameters. X -> I, Y -> J, Z -> K Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 wrong parameter for thread cutting %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number In G33 (tapping with constant lead) the lead parameter was not assigned to the axis that determines the velocity. For longitudinal and face threads, the thread lead for the specified geometry axis must be programmed under the associated interpolation parameter. X -> I, Y -> J, Z -> K For taper threads, the address I, J, K depends on the axis with the longer path (thread length). A 2nd lead for the other axis is, however, not specified. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Assign lead parameters to the axis that determines the velocity. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 geometry axis must be programmed %1 = Channel number %2 = Block number, label No geometry axis was programmed for tapping (G33) or for rigid tapping (G331, G332). The geometry axis is, however, essential if an interpolation parameter has been specified. Example: N100 G33 Z400 K2 ; thread lead 2mm, thread: end Z=400mm N200 SPOS=0 ; position spindle in axis mode N201 G90 G331 Z-50 K-2 ; tapping to Z=-50, counterclockwise N202 G332 Z5 ; retraction, direction reversal automatic N203 S500 M03 ; spindle again in spindle mode Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Specify geometry axis and corresponding interpolation parameters. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 SPCON not programmed %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number For the programmed function (rotary axis, positioning axis), the spindle must be in position control mode. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program position control of the spindle with SPCON in the previous block. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

I 37

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 16751 Explanation:

Reaction: Remedy:

16755 Explanation:

Reaction: Remedy: 16760 Explanation:

Reaction: Remedy:

16761 Explanation:

Reaction: Remedy: 16762 Explanation:

Reaction: Remedy: 16763 Explanation:

Reaction: Remedy:

16770 Explanation:

Reaction: Remedy: 16783

Channel %1 block %2 spindle/axis %3 SPCOF. %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number For the programmed function, the spindle must be in the open-loop control mode. In the positioning or axis mode, the position control must not be deselected. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Put the spindle into open-loop control mode in the preceding block. This can be done with M3, M4 or M5 for the relevant spindle. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 no wait needed %1 = Channel number %2 = Block number, label No Stop is needed for the programmed function. A Stop is necessary after SPOSA or after M5 if the next block is to be applied only after the spindle has come to a stop. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Do not write instruction. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 S value missing %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number No spindle speed has been given for rigid tapping (G331 or G332). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program the spindle speed under address S in [rpm] (in spite of axis mode); the direction of rotation is given by the sign of the spindle lead. Positive thread lead: Rotational direction as M03 Negative thread lead: Rotational direction as M04 Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis/spindle %3 not programmable in channel %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number Mistake in the programming: The axis / spindle can not be programmed in the channel at this time. This alarm can occur when the axis / spindle is being used by another channel or by the PLC. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program,use „GET()“. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 spindle %3 function of thread or drill is active %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Spindle number Mistake in programming: The spindle function cannot be executed at the present time. This alarm occurs when the spindle (master spindle) is linked with the axes by an interpolation function. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify part program. Deselect thread cutting or tapping. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 programmed speed is illegal (zero or negative) %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number A spindle speed (S value) was programmed with the value zero or with a negative value. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable The programmed spindle speed (S value) must be positive. Depending on the application case, the value zero can be accepted (e.g. G25 S0). Clear alarm with RESET key. Channel %1 block %2 axis %3 encoder missing %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number SPCON, SPOS or SPOSA has been programmed. These functions require at least one measuring system. According to MD: NUM_ENCS the machine axis/spindle has no measuring system. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Retrofit a measuring system. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 slave axis/spindle %3 currently not available

I 38

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Explanation:

Reaction: Abhhilfe: 16785 Explanation:

Reaction: Remedy:

16800 Explanation:

Reaction: Remedy:

16810 Explanation:

Reaction: Remedy:

16820 Explanation:

Reaction: Remedy:

16830 Explanation:

Reaction: Remedy: 16903

%1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number A coupling has been switched on in which the slave spindle/axis is currently not available. Possible causes are: • The spindle/axis is active in the other channel. • The spindle/axis has been operated from the PLC and has not yet been enabled. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Put the master spindle/axis with spindle/axis exchange into the necessary channel or release by the PLC. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 master and slave axis/spindle %3 are identical %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number A coupling has been switched on in which the following spindle/axis is identical to the master spindle/axis Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. • Configure link accordingly in MD (channel MD: COUPLE_AXIS_n) • or correct the part program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 traverse instruction DC/CDC for axis %3 not allowed %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number The keyword DC (Direct Coordinate) can only be used for rotary axes. This causes approach of the programmed absolute position along the shortest path. Example: N100 C=DC(315) Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Replace the keyword DC in the displayed NC block by specifying AC (Absolute Coordinate). If the alarm display is the result of an error in the axis definition, the axis can be declared as a rotary axis by means of the axis-specific MD 30 300 IS_ROT_AX. Corresponding machine data: MD 30 310: ROT_IS_MODULO MD 30 320: DISPLAY_IS_MODULO Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 traverse instruction ACP for axis %3 not allowed %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number The keyword ACP (Absolute Coordinate Positive) is only allowed for ”modulo axes”. It causes approach of the programmed absolute position in the specified direction. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. In the displayed NC block, replace the keyword ACP by specifying AC (Absolute Coordinate). If the alarm display is based on an incorrect axis definition, the axis with the axis-specific MD 30 300: IS_ROT_AX and MD 30 310: ROT_IS_MODULO can be declared a rotary axis with modulo change. Corresponding machine data: MD 30 320: DISPLAY_IS_MODULO Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 traverse instruction ACN for axis %3 not allowed %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number The keyword ACN (Absolute Coordinate Negative) is only allowed for ”modulo axes”. It causes approach of the programmed absolute position in the specified direction. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. In the displayed NC block, replace the keyword ACN by specifying AC (Absolute Coordinate). If the alarm display is based on an incorrect axis definition, the axis with the axis-specific MD 30 300: IS_ROT_AX and MD 30 310: ROT_IS_MODULO can be declared a rotary axis with modulo change. Corresponding machine data: MD 30 320: DISPLAY_IS_MODULO Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid position for axis/spindle %3 programmed %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number A position beyond the range of 0 - 359.999 has been programmed for a modulo axis. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program position in the range 0 - 359.999. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 program control: action %2 not allowed in current state

I 39

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Explanation: Reaction: Remedy: 16904 Explanation:

Reaction: Remedy: 16905 Explanation:

Reaction: Remedy: 16906 Explanation: Reaction: Remedy: 16907 Explanation: Reaction: Remedy: 16908 Explanation: Reaction: Remedy: 16909 Explanation: Reaction: Remedy: 16911 Explanation: Reaction: Remedy: 16912 Explanation:

Reaction: Remedy:

%1 = Channel number %2 = Action number/action name The relevant action cannot be processed now. This can occur, for instance, during read-in of machine data. Alarm display Wait until the procedure is terminated or abort with Reset and repeat the operation. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 program control: action %2 not allowed in current state %1 = Channel number %2 = Action number/action name The operation (program, JOG, block search, reference point, etc.) cannot be started or continued in the current status. Alarm display Check the program status and channel status. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 program control: action %2 not allowed %1 = Channel number %2 = Action number/action name Operation cannot be started or continued. A start is only accepted when an NCK function can be started. Example: A start is accepted in JOG mode when, for example, the function generator is active or a JOG movement has first been stopped with the Stop key. Alarm display depending on MD 11411 ENABLE_ALARM_MASK Check the program status and channel status. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 program control: action %2 is aborted because of an active alarm %1 = Channel number %2 = Action number/action name The action was aborted due to an alarm. Alarm display Remedy the error and acknowledge the alarm. Then repeat the operation. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 action %2 only possible in stop %1 = Channel number %2 = Action number/action name This action may only be performed in Stop state Alarm display Check the program status and channel status. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 action %2 only possible in reset or at the block end %1 = Channel number %2 = Action number/action name This action may only be performed in Reset state or at end of block. Alarm display Check the program status and channel status Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 action %2 is not allowed in current mode %1 = Channel number %2 = Action number / action name You have to activate a different operating mode for the function to be activated. Alarm display Check operation and operating state. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 mode change is not allowed %1 = Channel number The change from overstoring in another operating mode is not allowed. Alarm display After overstoring is terminated, it is possible to change to another operating state again. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 program control: action %2 only possible in reset %1 = Channel number %2 = Action number / action name This action can only be performed in Reset state. Example: Program selection through MMC or channel communication (INIT) can only be performed in Reset state. Alarm display Reset or wait until processing is terminated.

I 40

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. 16913 Explanation:

Reaction: Remedy: 16914 Explanation:

Reaction: Remedy: 16915 Explanation:

Reaction: Remedy: 16916 Explanation:

Reaction: Remedy: 16918 Explanation: Reaction: Remedy: 16919 Explanation: Reaction: Remedy: 16920 Explanation: Reaction: Remedy: 16923 Explanation:

Reaction: Remedy: 16924 Explanation:

Mode group %1 channel %2 mode change: action %3 not allowed %1 = Channel number %2 = Mode group number %3 = Action number / action name The change to the desired mode is not permitted. The change can only take place in the Reset state. Example: Program processing is halted in AUTO mode by NC Stop. Then there is a mode change to JOG mode (program status interrupted). From this operating mode it is only possible to change to AUTO mode and not to MDA mode! Alarm display Either activate the Reset key to reset program processing, or activate the mode in which the program was being processed previously. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Mode group %1 channel %2 mode change: action %3 not allowed %1 = Channel number %2 = Mode group number %3 = Action number / action name Incorrect mode change, e.g.: Auto->MDAREF Alarm display Check operation or selected mode. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 action %2 in the current block not allowed %1 = Channel number %2 = Action number / action name If traversing blocks are interrupted by asynchronous subroutines, then it must be possible for the interrupted program to continue (reorganization of block processing) after termination of the asynchronous subroutine. The 2nd parameter describes which action wanted to interrupt block processing. Alarm display Let the program continue to a reorganized NC block or modify part program. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 reposition: action %2 not allowed in the current state %1 = Channel number %2 = Action number / action name Repositioning of block processing presently not possible. In certain cases this can prevent a mode change from taking place. The 2nd parameter describes which action should be used to perform repositioning. Alarm display Let the program continue to a repositioned NC block or modify part program. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 for action %2 needs reset in all channels %1 = Channel number %2 = Action number / action name All channels must be in the initial setting in order to carry out the action! (For example, for machine data loading) Alarm display Either wait until the channel status is aborted or press the Reset key. Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 action %2 is not allowed, because of an alarm %1 = Channel number %2 = Action number / action name This action cannot be performed due to an alarm, or the channel is in Fail Alarm display Press RESET key Clear alarm with the Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 action %2 is already enabled %1 = Channel number %2 = Action number / action name An identical action is still active. Alarm display Wait until the first procedure is terminated or abort with Reset and repeat the operation. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 program control: action %2 not allowed in the current state %1 = Channel number %2 = Action number / action name The current processing cannot be stopped, due to an active preprocessing process. This applies to, for example, loading machine data and block searches until the search object is found. Alarm display. Interface signals are set Abort by pressing Reset! Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 caution: program test will of change the tool data %1 = Channel number

I 41

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy: 16925 Explanation:

Reaction: Remedy: 16930 Explanation:

Reaction: Remedy:

17020 Explanation:

Reaction: Remedy: 17030 Explanation:

Reaction: Remedy: 17040 Explanation:

Reaction: Remedy:

17050 Explanation:

Tool management data is changed during program testing. It is not possible to automatically rectify the data after termination of the program testing. This error message prompts the user to make a backup copy of the data or to reimport the data after the operation is terminated. Alarm display Save tool data on MMC and reimport data after „ProgtestOff“. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 program control: action %2 not allowed in the current state action %3 active %1 = Channel number %2 = Action number / action name %3 = Action number / action name The action has been refused since a mode or sub-mode change (change to automatic mode, MDA, JOG, overstoring, digitizing, etc.) is taking place. Example: This alarm message is output if the Start key is pressed during a mode or sub-mode change from, for example, automatic to MDA, before the NCK has confirmed selection of the mode. Alarm display Repeat action. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1: Predecessor and current block %2 must be separated by an executable block %1 = Channel number %2 = Block number The language functions WAITMC, SETM, CLEARM and MSG must be packed in separate NC blocks due to the language definition. To avoid velocity drops, these blocks are attached to the following NC block internally in the NCK (for WAITMC to the previous NC_block). For this reason, there must always be an executable block (no calculation block) between the NC blocks. An executable NC block includes always e.g. travel movements, a help function, Stopre, dwell time etc. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop Correction block is reorganized Program an executable NC block between the previous and the current NC block. Example: N10 SETM N15 STOPRE; insert executable NC block N20 CLEARM Clear alarm with NC Start. Restart part program. Channel %1 block %2 1st array index out of range %1 = Channel number %2 = Block number, label A read or write access has been programmed to an array variable with invalid 1st array index. The valid array indices must be contained within the defined array size and the absolute limits (0 - 32 766). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the specification of array elements in the access instruction to match the defined size. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 2nd array index out of range %1 = Channel number %2 = Block number, label A read or write access has been programmed to an array variable with invalid 2nd array index. The valid array indices must be contained within the defined array size and the absolute limits (0 - 32 766). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the specification of array elements in the access instruction to match the defined size. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 illegal axis index %1 = Channel number %2 = Block number, label A read or write access has been programmed to an axial variable in which the axis name cannot be unambiguously imaged on a machine axis. Example: Writing of an axial machine data. $MA_... [X]= ... ; but geometry axis X cannot be imaged on a machine axis; because of a transformation Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Deselect transformation before writing the axial data (keyword: TRAFOOF) or use the machine axis name as axis index. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 illegal value %1 = Channel number %2 = Block number, label On accessing an individual frame element, a frame component other than TRANS, ROT, SCALE or MIRROR was addressed or the function CSCALE has been given a negative scale factor. Example: $P_UIFR[5] = CSCALE (X, -2.123) The frame components are either selected by means of the keywords TR for translation (TRANS, internal 0) RT for rotation (ROT, internal 1) SC for scaling and (SCALE, internal 3)

I 42

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

17070 Explanation:

Reaction: Remedy:

17160 Explanation:

Reaction: Remedy:

17170 Explanation: Reaction: Remedy: 170180 Explanation:

Reaction: Remedy:

17190 Explanation: Reaction: Remedy:

MI for mirroring (MIRROR, internal 4) or they are specified directly as an integral value 0, 1, 3, 4. Example: Access to the rotation around the X axis of the currently settable frame. R10=$P_UIFR[$AC_IFRNUM, X, RT] can also be programmed as: R10=$P_UIFR[$AC_IFRNUM, X, 1] Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Address frame components only with the keywords provided; program the scale factor between the limits of 0.000 01 to 999.999 99. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 data is write-protected %1 = Channel number %2 = Block number, label An attempt was made to write a write-protected variable (e.g. a system variable) or a machine data for which a higher protection level has been declared than the one currently active. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Remove write access to write-protected system variables from the NC program. Increase the current protection level for writing the machine data. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 tool is not selected %1 = Channel number %2 = Block number, label An attempt has been made to access the current tool offset data via the system variables: $P_AD [n] Contents of the parameter (n: 1 - 25) $P_TOOL Active D number (tool edge number) $P_TOOLL [n] Active tool length (n: 1 - 3) $P_TOOLR Active tool radius although no tool had been selected previously. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program or activate a tool offset in the NC program before using the system variables. Example: N100 G.. ... T5 D1 ... LF With the channel-specific machine data: MD 22 550:TOOL_CHANGE_MODE New tool offset for M function MD 22 560:TOOL_CHANGE_M_CODE M function with tool change It is established whether a tool offset is activated in the block with the T word or whether the new offset values are allowed for only when the M word for tool change occurs. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 too many symbols defined %1 = Channel number %2 = Block number, label The predefined symbols could not be read in during power-up. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 illegal D number %1 = Channel number %2 = Block number, label In the displayed block, access is made to a D number (tool edge number) that is not initialized and therefore is not available. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Check tool call in the NC part program: • Correct tool edge number D.. programmed? If no tool edge number is specified, then D1 is automatically active. • Tool parameters P1 - P25 defined? The dimensions of the tool edge must have been entered previously either through the operator panel or through the V.24 interface. Description of the system variables $P_DP x [n, m] n ... Associated tool number T m ... Tool edge number D x ... Parameter number P Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 illegal T number %1 = Channel number %2 = Block number, label In the displayed block, access is made to a T number (tool number) that is not initialized and therefore not available. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Check tool call in the NC part program: • Correct tool number T.. programmed? • Tool parameters P1 - P25 defined?

I 43

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

The dimensions of the tool edge must have been previously entered either through the operator panel or through the V.24 interface. Description of the system variables $P_DP x [n, m] n ... Associated tool number T m ... Tool edge number D x ... Parameter number P Clear alarm with RESET key. Restart part program. 17200 Explanation:

Reaction: Remedy: 17220 Explanation:

Reaction: Remedy: 17230 Explanation:

Reaction: Remedy: 17240 Explanation:

Reaction: Remedy: 17250 Explanation:

Reaction: Remedy: 17260 Explanation:

Reaction: Remedy: 17270 Explanation: Reaction: Remedy:

17500 Explanation:

Channel %1 block %2 cannot delete an active tool %1 = Channel number %2 = Block number, label An attempt has been made to delete from the part program the tool data for a tool currently being processed. Tool data for tools involved in the current machining operation may not be deleted. This applies both for the tool preselected with T or that has been changed in place of another, and also for tools for which the constant grinding wheel peripheral speed or tool monitoring is active. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Check access to tool offset memory by means of $TC_DP1[t,d] = 0 or deselect tool Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 tool not available %1 = Channel number %2 = Block number, label If an attempt is made to access a tool via a T no. that has not (yet) been defined. For example, when tools are to be put into magazine locations by programming $TC_MPP6 = ’toolNo’. This is possible only when both the magazine location and the tool given by ’toolNo’ have been defined. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the NC program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 Duplo no. already disposed %1 = Channel number %2 = Block number, label If an attempt is made to write a tool Duplo number to the name of which another tool (another T number) already exists with the same Duplo number. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the NC program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid definition of tool %1 = Channel number %2 = Block number, label If an attempt is made to modify a tool data that would subsequently damage the data consistency or lead to a conflicting definition, this alarm will appear. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the NC program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid definition of magazine %1 = Channel number %2 = Block number, label If an attempt is made to modify a magazine data that would subsequently damage the data consistency or lead to a conflicting definition, this alarm will appear Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the NC program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid definition of magazine location %1 = Channel number %2 = Block number, label If an attempt is made to modify a magazine location data that would subsequently damage the data consistency or lead to a conflicting definition, this alarm will appear Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Correct the NC program. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 call-by-reference: illegal variable %1 = Channel number %2 = Block number, label Machine data and system variables must not be transferred as call-by-reference parameters. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Modify NC program: Assign the value of the machine data or of the system variable to a program-local variable and transfer this as parameter. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 is not an indexing axis %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number

I 44

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

17502 Explanation:

Reaction: Remedy: 17510 Explanation:

Reaction: Remedy: 17600 Explanation:

Reaction: Remedy:

17610 Explanation:

Reaction: Remedy:

17620 Explanation:

An indexing axis position has been programmed for an axis with the keywords CIC, CAC or CDC that has not been defined as indexing axis in the machine data. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Remove programming instruction for indexing axis positions (CIC, CAC, CDC) from the NC part program or declare the relevant axis to be an indexing axis. Indexing axis declaration: MD 30 500: INDEX_AX_ASSIGN_POS_TAB (indexing axis assignment) The axis becomes an indexing axis if an assignment to an indexing position table has been made in the specified MD. Two tables are possible (input value 1 or 2). MD 10 900: INDEX_AX_LENGTH_POS_TAB_1 MD 10 920: INDEX_AX_LENGTH_POS_TAB_2 (Number of positions for 1st/2nd indexing axis) Standard value: 0 Maximum value: 60 MD 10 910: INDEX_AX_POS_TAB_1 [n] MD 10 930: INDEX_AX_POS_TAB_2 [n] (Positions of the 1st indexing axis) The absolute axis positions are entered. (The list length is defined via MD 10 900). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 indexing axis %3 with Hirth tooth system Stop delayed %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name For the indexing axis, the ’Hirth tooth system’ function is activated and the override has been set to 0 or another stop condition (e.g. VDI interface signal) is active. Since it is possible to stop only on indexing axes, the next possible indexing position is approached. The alarm is displayed until this position is reached or the stop condition is deactivated. Alarm display. Wait until the next possible indexing position is reached or set override > 0 or deactivate another stop condition. Alarm display disappears with alarm cause. No further operation necessary. Channel %1 block %2 invalid index for indexing axis %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number The programmed index for the indexing axis is beyond the position table range. Example: Perform an absolute approach of the 56th position in the list allocated via the axis-specific machine data 30 500 INDEX_AX_ASSIGN_POS_TAB with the 1st positioning axis, the number of positions is e.g. only 40 (MD 10 900 INDEX_AX_LENGTH_POS_TAB_1 = 40). N100 G.. U=CAC (56) Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program the indexing axis position in the NC part program in accordance with the length of the current position table, or add the required value to the position table and adjust the length of the list Channel %1 block %2 preset on transformed axis %3 not possible %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number The displayed axis is involved in the current transformation. This means that is it not possible to set the actual value memory (preset) for this axis. Example: The machine axis A should be set to the new actual value A 100 at the absolute position A 300. : N100 G90 G00 A=300 N101 PRESETON A=100 : Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Avoid preset actual value memory for axes, which are participating in a transformation, or deselect the transformation with the keyword TRAFOOF. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 positioning axis %3 cannot participate in transformation %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number The axis addressed with the keyword POS or POSA is involved in the active transformation. Therefore, it cannot be traversed as a positioning axis. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Remove the POS or POSA instruction from the part program block or previously deselect transformation with TRAFOOF. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 fixpoint cannot be approached for transformed axis %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label

I 45

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction:

17630 Explanation:

Reaction: Remedy:

17640 Explanation:

Reaction: Remedy: 17800 Explanation:

Reaction: Remedy:

17900 Explanation:

Reaction: Remedy: 18001 Explanation:

Reaction: Remedy:

%3 = Axis name, spindle number In the displayed block, an axis is programmed for the fixed point approach (G75) that is involved in the active transformation. Fixed point approach is not performed with this axis Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Remove G75 instruction from the part program block or previously deselect transformation with TRAFOOF Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 referencing not possible for transformed axis %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number In the displayed block, an axis is programmed for reference point approach (G74) that is involved in the active transformation. Reference point approach is not performed with this axis! Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Remove G74 instruction, or the machine axes involved in transformation, from the part program block or previously deselect the transformation with TRAFOOF. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 spindle cannot be used as transformed axis %3 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number The axis programmed for the spindle operation is involved in the current transformation as geometry axis. This is not allowed. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. First switch off the transformation function. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 illegal fixed-stop end point programmed %1 = Channel number %2 = Block number, label The position number n specified with the keyword FP=n is not permissible. Two absolute axis positions can be defined as fixed points via the axis-specific MD 30 600 FIX_POINT_POS [n]. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Program keyword FP with machine fixed points 1 or 2. Example: Approach fixed point 2 with machine axes X1 and Z2. N100 G75 FP=2 X1=0 Z2=0 Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 axis %3 use machine axis identifier %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number At this point, the block context calls for a machine axis. This is the case with: • G74 (reference point approach) • G75 (fixed point approach). If a geometry or additional axis identifier is used, then it must also be allowed as machine axis identifier. (MD: 10000 AXCONF_MACHAX_NAME_TAB). Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Use machine axis identifier when programming. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 wrong definition of global protection area %3, error code %4 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Number of global protection zone %4 = Error specification There is an error in the definition of the protection area. The error numbers indicate the specific reason for the alarm. The following meanings apply: 1: Incomplete or conflicting contour definition 2: Contour encompasses more than one surface area 3: Tool-related protection zone is not convex. 4: If both boundaries are active in the 3rd dimension of the protection zone and both limits have the same value. 5: The number of the protection area does not exist (negative number, zero or greater than the maximum number of protection zones) 6: Protection zone definition consists of more than 10 contour elements 7: Tool-related protection zone is defined as inside protection zone. 8: Incorrect parameter used. 9: Protection zone to be activated is not defined 10: Incorrect modal G code used for protection zone definition. 11: Contour definition incorrect or frame activated. 12: Other errors not specified further Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. Modify definition of the protection zone and check MD. Clear alarm with Cancel key. No further operator action

I 46

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D necessary. 18003 Explanation:

Reaction: Remedy:

18006 Explanation:

Reaction: Remedy: 18100 Explanation:

Reaction: Remedy: 18101 Explanation: Reaction: Remedy: 18102 Explanation: Reaction: Remedy: 18300 Explanation:

Reaction: Remedy: 20000

Channel %1 block %2 channel-specific protection area %3 cannot be activated, error code %4 %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Number of the channel-specific protection zone %4 = Error specification An error has occurred on activating the protection zone.The error number gives the specific reason for the alarm. The following meanings apply: 1: Incomplete or conflicting contour definition. 2: Contour encompasses more than one surface area. 3: Tool-related protection zone is not convex. 4: If both boundaries are active in the 3rd dimension of the protection zone and both limits have the same value. 5: The number of the protection area does not exist (negative number, zero or greater than the maximum number of protection zones). 6: Protection zone definition consists of more than 10 contour elements. 7: Tool-related protection zone is defined as inside protection zone. 8: Incorrect parameter used. 9: Protection zone to be activated is not defined. 10: Error in internal structure of the protection zones. 11: Other errors not specified further. 12: The number of protection zones simultaneously active exceeds the maximum number (channel-specific machine data). 13,14: Contour element for protection zones cannot be created. 15,16: No more memory space for the protection zones. 17: No more memory space for the contour elements. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. Interpreter stop. NC Start disable. 1. Reduce the number of simultaneously active protection zones (MD). 2. Modify part program. • Delete other protection zones. • Preprocessing stop. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 serious error in definition of channel-specific protection area %3. %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Protection zone number The protection zone definition must be terminated with EXECUTE before a preprocessing stop is performed. This also applies to any that are initiated implicitly such as with G74, M30, M17. Alarm display. Interface signals are set. Correction block is reorganized. NC Start disable. Modify part program. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 block %2 invalid argument passed to FXS %1 = Channel number %2 = Block number, label The following values are valid at the present time: 0: „Deselect traverse against fixed stop“ 1: „Select traverse against fixed stop“. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid argument passed to FXST %1 = Channel number %2 = Block number, label Only the range 0.0 - 100.0 is valid at the present time. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 invalid argument passed to FXSW %1 = Channel number %2 = Block number, label Only positive values including zero are valid at the present time. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 frame: Fine shift not possible %1 = Channel number %2 = Block number, label Allocation of a fine shift to settable frames or the basic frame is not possible since MD $MN_FRAME_FINE_TRANS is unequal to 1. Alarm display. Interface signals are set. Interpreter stop. NC Start disable Modify program or set MD $MN_FRAME_FINE_TRANS to 1. Clear alarm with NC Start and continue program. Channel %1 axis %2 reference cam not reached

I 47

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Explanation:

Reaction: Remedy:

20001 Explanation:

Reaction: Remedy:

20002 Explanation:

Reaction: Remedy:

20003 Explanation:

Reaction: Remedy:

20004 Explanation:

Reaction: Remedy:

%1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number After starting the reference point approach, the rising edge of the reduction cam must be reached within the section defined in the MD 34030 REFP_MAX_CAM_DIST (phase 1 of referencing). (This error occurs only with incremental encoders). Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. There are 3 possible causes of error: 1. The value entered in MD 34030 REFP_MAX_CAM_DIST is too small. Determine the maximum possible distance from the beginning of reference motion up to the reduction cam and compare with the value in the MD: REFP_MAX_CAM_DIST, increase the value in the MD if necessary. 2. The cam signal is not received by the PLC input module. Operate the reference point switch by hand and check the input signal on the NC/PLC interface (route: switch!connector!cable! PLC input!user program). 3. The reference point switch is not operated by the cam. Check the vertical distance between reduction cam and activating switch. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 cam signal missing %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number At the beginning of phase 2 of reference point approach, the signal from the reduction cam is no longer available. Phase 2 of reference point approach begins when the axis remains stationary after deceleration to the reduction cam. The axis then starts in the opposite direction in order to select the next zero marker of the measuring system on leaving the reduction cam or approaching it again (negative/positive edge). Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Check whether the deceleration path after the approach velocity is greater than the distance to reference point cam - in which case the axis cannot stop until it is beyond the cam. Use longer cam or reduce the approach velocity in machine data 34020 REFP_VELO_SEARCH_CAM. When the axis has stopped at the cam, it must be checked whether the signal „DECELERATION REFERENCE POINT APPROACH“ is still available at the interface to the NCK (DB 31 - 48, DBX 12.7). • Hardware: Wire break? Short circuit? • Software: User program? Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 zero reference mark not found %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number The zero marker of the incremental encoder is not within a defined section. Phase 2 of reference point approach ends when the zero marker of the encoder has been detected after the rising/falling edge of the PLC interface signal „DECELERATION REFERENCE POINT APPROACH“ (DB 31 - 48, DBX 12.7) has given the trigger start. The maximum distance between the trigger start and the zero marker that follows is defined in the machine data 34060 REFP_MAX_MARKER_DIST. The monitor prevents a zero marker signal from being overtraveled and the next being evaluated as reference point signal. (Faulty cam adjustment or excessive delay by the PLC user program.) Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Check the cam adjustment and make sure that the distance is sufficient between the end of the cam and the zero marker signal that follows. The path must be greater than the axis can cover in the PLC cycle time. Increase the machine data 34060 REFP_MAX_MARKER_DIST, but do not select a value greater than the distance between the 2 zero markers. This might result in the monitor being switched off. Clear alarm with the RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 encoder error %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number In a measuring system with distance-coded reference marks, the distance between two adjacent markers has been found to be more than twice the distance entered in the machine data 34300 ENC_REFP_MARKER_DIST. The control issues the alarm after having made a second attempt in reverse direction with half the traversing velocity and detecting that the distance is too large again. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Determine the distance between 2 odd reference point markers (reference point marker interval). This value (which is 20.00 mm on Heidenhain scales) must be entered in the machine data 34300 ENC_REFP_MARKER_DIST. Check the reference point track of the scale including the electronics for the evaluation. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 reference mark missing %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number In the distance-coded length measurement system two reference marks were not found within the defined searching distance (axis-specific MD: 34060 REFP_MAX_MARKER_DIST). No reduction cam is required for distance-coded scales (but an existing cam will be evaluated). The conventional direction key determines the direction of search. The searching distance 34060 REFP_MAX_MARKER_DIST, within which the two reference point markers are expected is counted commencing at the start point. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Determine the distance between 2 odd reference point markers (reference point marker interval). This value (which

I 48

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

is 20.00 mm on Heidenhain scales) must be entered in the machine data 34060 REFP_MAX_MARKER_DIST. Check the reference point track of the scale including the electronics for the evaluation. Clear alarm with RESET key. Restart part program. 20005 Explanation:

Reaction: Remedy:

20006 Explanation:

Reaction: Remedy:

20007 Explanation: Reaction: Remedy: 20008 Explanation: Reaction: Remedy: 20050 Explanation:

Reaction: Remedy:

20051 Explanation: Reaction: Remedy: 20052 Explanation:

Channel %1 axis %2 reference point approach aborted %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number Channel-specific referencing could not be completed for all specified axes (e.g. termination because of missing encoder enable, measuring system switchover, release of direction key, etc.). Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Check the possible reasons for termination: • Servo enable missing (DB 21 - 28, DBX 2.1) • Measuring system switchover (DB 21 - 28, DBX 1.5 and DBX 1.6) • Traversing key + or - missing (DB 21 - 28, DBX 8.6 and DBX 8.7) • Feed override = 0 The axis-specific MD 34110 REFP_CYCLE_NR determines which axes are involved in the channel-specific referencing. -1: No channel-specific referencing, NC Start without referencing. 0: No channel-specific referencing, NC Start with referencing. 1-8: Channel-specific referencing. The number entered here corresponds to the referencing sequence. (When all axes with contents 1 have reached the reference point, then the axes with contents 2 start, etc.). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 reference point creep velocity not reached %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number In phase 2 of reference point approach (wait for zero mark), the cam end was reached but the reference point approach velocity was not within the tolerance window. (This can occur when the axis is already at the end of the cam at the beginning of reference point approach. This means that phase 1 has already been concluded and will not be started.) Phase 2 is terminated (this time in front of the cam) and reference point approach is started automatically once again with phase 1. If the approach velocity is not reached during the 2nd attempt, then referencing is aborted and the alarm is output. Approach velocity: 34040 REFP_VELO_SEARCH_MARKER Velocity tolerance: 35150 SPIND_DES_VELO_TOL Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Reduce the MD for the approach velocity 34040 REFP_VELO_SEARCH_MARKER and/or increase the MD for the velocity tolerance 35150 SPIND_DES_VELO_TOL. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 reference point approach needs 2 encoders %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number Bei der Einstellung 34200 ENC_REFP_MODE = 6 werden 2 Geber benötigt! Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Referiermodus 34200 ENC_REFP_MODE ändern o. zweiten Geber einbauen und konfigurieren Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 Referenzpunktfahren benoetigt zweites referiertes Messystem %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number 2 encoders are needed for setting 34200 ENC_REFP_MODE = 6!. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Modify reference mode 34200 ENC_REFP_MODE or install and configure a second encoder Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 handwheel mode active %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number The axes cannot be traversed in JOG mode using the traversing keys because traversing is still taking place via the The axes cannot be traversed in JOG mode using the traversing keys because traversing is still taking place via the handwheelhandwheel. Alarm display. Decide whether the axis is to be traversed by means of the jog keys or via the handwheel. End handwheel travel and delete the axial distance-to-go if necessary (interface signal DB 31 - 48, DBX 2.2). Alarm display showing cause of alarm disappears. No further operator action. Channel %1 axis %2 handwheel mode not possible %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number The axis is already traveling via the traversing keys, so handwheel mode is no longer possible. Alarm display. Decide whether the axis is to be traversed by means of the jog keys or via the handwheel. Alarm display showing cause of alarm disappears. No further operator action. Channel %1 axis %2 already active %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number

I 49

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy: 20053 Explanation: Reaction: Remedy:

20054 Explanation:

Reaction: Remedy:

20055 Explanation: Reaction: Remedy:

20056 Explanation:

Reaction: Remedy: 20057 Explanation:

Reaction: Remedy:

20060 Explanation:

The axis is to traverse as machine axis in JOG mode via the jog keys on the machine control panel. However, this is not possible because: 1. It is already traversing as geometry axis (through the channel-specific interface DB 21 - 28, DBX 12.6, DBX 12.7, DBX 16.6, DBX 16.7 or DBX 20.6 and DBX 20.7) or 2. It is already traversing as machine axis (through the axis-specific interface DB 31 - 48, DBX 8.6 and DBX 8.7) or 3. A frame is valid for a rotated coordinate system and anoth er geometry axis involved in this is already traversing in JOG mode by means of the direction keys. Alarm display. Stop traversing through the channel or axis interface or stop the other geometry axis. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 axis %2 DRF, FTOCON, external setting of offset not possible %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number The axis is traversed in a mode (e.g. referencing) that allows no additional overlaid interpolation. Alarm display. Wait until the axis has reached its reference position or terminate reference point approach with „Reset“ and start DRF once again. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 axis %2 wrong index for indexing axis in JOG mode %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number 1. The displayed indexing axis is to be traversed incrementally in JOG mode (by 1 indexing position). However, no further indexing position is available in the selected direction. 2. The axis is stationary at the last indexing position. In incremental traversing the working area limitation or the software limit switch is reached without an indexing position being located in front of it at which a stop could be made. Alarm display. Correct (add to) the list of indexing positions by means of the machine data MD 10 900: INDEX_AX_LENGTH_POS_TAB_1 MD 10 910: INDEX_AX_POS_TAB_1 MD 10 920: INDEX_AX_LENGTH_POS_TAB_2 MD 10 930: INDEX_AX_POS_TAB_2 or set the working area limits or the software limit switches to other values. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 master spindle not available in JOG mode %1 = Channel number The displayed axis is to be traversed as machine axis in JOG mode with revolutional feed, but no master spindle has been defined from which the actual speed could have been derived. Alarm display. Interface signals are set. If the revolutional feed is also to be active in JOG mode, then a master spindle must be declared via the channelspecific machine data 20090 SPIND_DEF_MASTER_SPIND. In this case you have to open a screen in the PARAMETER operating area with the softkeys ”SETTINGDATA” and ”JOG DATA” and preselect the G function G95 there. The JOG feedrate can then be entered in [mm/rev]. (If 0 mm/rev is set as JOG feed, the control takes the value assigned in the axis-specific MD 32050 JOG_REV_VELO or in the case of rapid traverse overlay 32040 JOG_REV_VELO_RAPID). The revolutional feed in JOG mode is deactivated by changing the G function from G95 to G94. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 axis %2 no revolutional feedrate possible. Axis/spindle %3 stationary %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number %3 = Axis name, spindle number An axis is to travel in JOG with revolutional feed, but the spindle/axis the feed is to be derived from is 0. Alarm display Traverse the spindle/axis from which the feed is to be derived. Alarm display showing cause of alarm disappears. No further operator action required. Channel %1 block %2 revolution velocity of axis/spindle %3 is less or equal zero. %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number Revolutional feed has been programmed for an axis/spindle, but the velocity was not programmed or the programmed value is smaller than or equal to zero. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. LOCALREACTION. COMPBLOCKWITHREORG. Channel processing not ready • Correct the part program or • Specify the correct feed for PLC axes at the VDI interface, or • Specify feed for oscillating axes in the setting data $SA_OSCILL_VELO. Clear alarm with the RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 cannot move as geometry axis %1 = Channel number

I 50

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Reaction: Remedy:

20062 Explanation:

Reaction: Remedy: 20065 Explanation: Reaction: Remedy:

20070 Explanation:

Reaction: Remedy: 20071 Explanation:

Reaction: Remedy:

20072 Explanation:

Reaction: Remedy:

%2 = Achsname The axis is currently not in „Geometry axis“ state. Therefore, it cannot be traversed in JOG mode as geometry axis. If the abbreviation WCS (workpiece coordinate system) is displayed in the ”Position” screen, then only the geometry axes can be traversed by means of the direction keys! (MCS ... Machine coordinate system; all machine axes can now be traversed by using the direction keys on the machine control panel). Alarm display. Check the operating steps to establish whether geometry axes really must be traversed, otherwise switch over to the machine axes by activating the ”WCS/MCS” key on the machine control panel. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 axis %2 already active %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number The displayed axis is already traversing as machine axis. Therefore, it cannot be operated as a geometry axis. Traversing of an axis can take place in JOG mode through 2 different interfaces. 1. As geometry axis: Through the channel-specific interface DB 21 - DB 28, DBX12.6 or DBX12.7 2. As machine axis: Through the axis-specific interface DB 31 - DB 48 DBX8.6 or DBX8.7 With the standard machine control panel, it is not possible to operate an axis as machine axis and geometry axis at the same time! Alarm display. Do not start the geometry axis until the traversing motion as machine axis has been concluded. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 master spindle not defined for geometry axes in JOG mode %1 = Channel number The displayed axis is to be traversed as geometry axis in JOG mode with rotary feed, but no master spindle has been defined from which the actual speed could be derived. Alarm display. Interface signals are set. If the revolutional feed is also to be active in JOG mode, then a master spindle must be declared via the channelspecific machine data 20090 SPIND_DEF_MASTER_SPIND. In this case you have to open a screen in the PARAMETER operating area with the softkeys ”SETTINGDATA” and ”JOG DATA” and preselect the G function G95 there. The JOG feedrate can then be entered in [mm/rev]. (If 0 mm/rev is set as JOG feed, the control takes the value assigned in the axis-specific MD 32050 JOG_REV_VELO or in the case of rapid traverse overlay 32040 JOG_REV_VELO_RAPID). The revolutional feed in JOG mode is deactivated by changing the G function from G95 to G94. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 axis %2 programmed end position is beyond software limit %3 %1 = Channel number %2 = Axis number %3 = „+“ or „-“ The axis is traversed as competing positioning axis and the target position is situated behind the corresponding software limit switch. The axis does not traverse. Alarm display. Specify smaller target position. Modify MD for SW limit switch. Possibly activate another SW limit switch. Alarm display showing cause of alarm disappears. No further operator action necessary. Channel %1 axis %2 programmed end position is beyond working area limit %3 %1 = Channel number %2 = Axis number %3 = „+“ or „-“ The displayed axis is operated as a competing positioning axis. Its target position is behind the preset working area limitation. Alarm display. Parameterize target position within the permissible traversing range (parameter POS of FC ?) or correct position of software limit switch (activate 2nd software limit switch). Alarm display showing cause of alarm disappears. No further operator action necessary. Channel %1 axis %2 is not an indexing axis %1 = Channel number %2 = Axis number The displayed axis is operated as a competing positioning axis. Its target position is parameterized in the FC INDEXAXIS as indexing position number, but the axis is not an indexing axis. Alarm display. The FC POS-AXIS for linear and rotary axes should be used or the axis should be declared as an indexing axis. Corresponding machine data for indexing axis declaration: MD 30 500: INDEX_AX_ASSIGN_POS_TAB MD 10 900: INDEX_AX_LENGTH_POS_TAB_1 MD 10 910: INDEX_AX_POS_TAB_1 MD 10 920: INDEX_AX_LENGTH_POS_TAB_2 MD 10 930: INDEX_AX_POS_TAB_2 Alarm display showing cause of alarm disappears. No further operator action necessary.

I 51

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 20073 Explanation:

Reaction: Remedy: 20074 Explanation:

Reaction: Remedy:

20075 Explanation: Reaction: Remedy: 20076 Explanation:

Reaction: Remedy:

20077 Explanation:

Reaction: Remedy: 20078 Explanation:

Reaction: Remedy: 20080 Explanation: Reaction: Remedy: 20085 Explanation: Reaction:

Channel %1 axis %2 cannot be repositioned %1 = Channel number %2 = Axis number The competing positioning axis cannot be positioned because it has already been restarted via the VDI interface and is still active. No repositioning motion takes place and the motion initiated by the VDI interface is not affected. Alarm display. None. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 axis %2 wrong index position %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number For a competing positioning axis declared as indexing axis, the PLC has given an index number that is not available in the table. Alarm display. Check the indexing axis number given by the PLC and correct this if necessary. If the indexing axis number is correct and the alarm results from an indexing position table that has been set too short, check the machine data for indexing axis declaration. MD 30 500: INDEX_AX_ASSIGN_POS_TAB MD 10 900: INDEX_AX_LENGTH_POS_TAB_1 MD 10 910: INDEX_AX_POS_TAB_1 MD 10 920: INDEX_AX_LENGTH_POS_TAB_2 MD 10 930: INDEX_AX_POS_TAB_2 Alarm display showing cause of alarm disappears. No further operator action necessary. Channel %1 axis %2 oscillating currently not possible %1 = Channel number %2 = Axis number The axis cannot perform an oscillating movement now because it is already being traversed, e.g. in JOG mode. Alarm display. End the other traversing motion. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 axis %2 change of operation mode not possible during oscillation %1 = Channel number %2 = Axis number The axis is performing an oscillating movement. Mode change is not possible because oscillation is not allowed in the selected mode. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Do not initiate mode change. Cause the PLC to check the axis and make sure in the PLC program that the axis ends oscillation if such mode changes take place. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 programmed position is beyond software limit %3 %1 = Channel number %2 = Axis number %3 = „+“ or „-“ The axis is traversed as oscillating axis and the target position (reversal position or end position) is located behind the corresponding software limit switch. The axis does not traverse. Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. NC Stop when alarm. Specify smaller target position. Modify MD for SW limit switch. Possibly activate another SW limit switch. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 programmed position is beyond working area limit %3 %1 = Channel number %2 = Axis number %3 = „+“ or „-“ The axis is traversed as oscillating axis and the target position (reversal position or end position) is located behind the corresponding valid working area limitation. The axis does not traverse. Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. NC Stop when alarm. Specify smaller target position. Deactivate working area limitation. Set working area limitation differentiall. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 handwheel not assigned for overlaid handwheel motion %1 = Channel number %2 = Axis number No handwheel has been assigned for this axis after handwheel overlay has been started in automatic mode. Alarm display. If handwheel control is required, a handwheel must be activated. Alarm display showing cause of alarm disappears. No further operator action necessary. Channel %1 contour handwheel: traverse direction or overtravel not allowed from beginning of block %1 = Channel number Travel takes place on the path with the contour handwheel in the opposite direction to the programmed travel direction and the starting point of the path has been reached at the start of the block. Alarm display

I 52

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D Remedy:

Turn the contour handwheel in the opposite direction Alarm display verschwindet mit Alarmursache. No further operator action necessary.

20090 Explanation:

Axis %1 activation of fixed stop not possible. Check program line and axis parameters. %1 = Axis name, spindle number 1. The „Traverse against fixed stop“ function has been programmed with FXS[AX]=1 but the axis does not (yet) support this. Check MD 37000. This function is not available for gantry axes and simulated axes. 2. On selection, no movement was programmed for axis AX. AX is a machine axis identifier. 3. It is always necessary to program a traversing movement in the selection block for the axis/spindle for which the „Traverse against fixed stop“ function is activated. The alarm can be reprogrammed in the MD ALARM_REACTION_CHAN_NOREADY (channel not ready). Mode group not ready. In certain cases, it is possible to switch over for all channels via MD. Channel not ready. NC Start disable. NC Stop when alarm. Alarm display. Interface signals are set. • Check the axis type • Check MD 37000 • Is a machine axis movement missing in the approach block? Press the Reset key to clear alarm in all channels of this mode group.

Reaction:

Remedy:

20091 Explanation:

Reaction:

Remedy:

20092 Explanation:

Reaction:

Remedy:

20200 Explanation: Reaction: Remedy: 20201 Explanation:

Reaction: Remedy:

Axis %1 has not reached fixed stop %1 = Axis name, spindle number On attempting to traverse against a fixed stop, the programmed end position has been reached or the traversing movement has been aborted. The alarm can be concealed by means of the machine data $MA_FIXED_STOP_ALARM_MASK. The alarm can be reprogrammed in the MD ALARM_REACTION_CHAN_NOREADY (channel not ready). Mode group not ready. In certain cases, it is possible to switch over for all channels via MD. Channel not ready. NC Start disable. NC Stop when alarm. Alarm display. Interface signals are set. Correct the part program and the settings: • Has the traversing block been aborted? • If the axis position does not correspond to the programmed end position, then correct the end position. • If the programmed end position is in the part, the triggering criterion must be checked. • Has the contour deviation leading to triggering been dimensioned too large? Has the torque limit been set too high? Press the Reset key to clear alarm in all channels of this mode group Axis %1 fixed stop mode still active %1 = Axis name, spindle number An attempt has been made to move an axis while it is in fixed stop or while the deselection function has not yet been completed. The alarm can be reprogrammed in the MD ALARM_REACTION_CHAN_NOREADY (channel not ready). Mode group not ready. In certain cases, it is possible to switch over for all channels via MD. Channel not ready. NC Start disable. NC Stop when alarm. Alarm display. Interface signals are set. Check the following: • Has the axis at the fixed stop also been moved by a traversing movement of geometry axes? • Is a selection carried out even though the axis is stationary at the stop? • Has the deselection process been interrupted by a RESET? • Has the PLC switched the acknowledgement signals? Press the Reset key to clear alarm in all channels of this mode group. Channel %1 invalid spindle no. %2 with fine compensation of tool geometry %1 = Channel number target channel %2 = Spindle number There is no spindle/axis assignment in the target channel for the spindle specified in the PUTFTOC command. Alarm display. Interpreter stop. Interface signals are set. NC Start disable. NC Stop when alarm. Modify program in channel that writes the tool fine compensation. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 spindle %2 no tool assigned %1 = Channel number %2 = Spindle number In order to make allowance for the fine tool compensation for the tool currently in the spindle, a spindle/tool assignment must be active. This is not presently the case for the programmed spindle in the target channel of fine tool compensation. Alarm display. Interpreter stop. Interface signals are set. NC Start disable. NC Stop when alarm. 1. Modify the part program (write the tool fine compensation). 2. Establish spindle/tool assignment by programming: • TMON (tool monitoring). • GWPSON (tool selection). Clear alarm with RESET key. Restart part program.

I 53

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 20203 Explanation: Reaction: 20204 Explanation: Reaction: Remedy:

21617 Explanation: Reaction: Remedy:

21618 Explanation:

Reaction: Remedy:

21619 Explanation: Reaction: Remedy:

21650 Explanation:

Reaction: Remedy: 21700 Explanation:

Reaction: Remedy:

21701 Explanation:

Reaction:

Channel %1 no tool selected %1 = Channel number A tool fine compensation has been written for the active tool of channel %1 with PUTFTOC. No tool is active in this channel. Therefore, the compensation cannot be assigned. Alarm display. Interpreter stop. Interface signals are set. NC Start disable. NC Stop when alarm. Programm korrigieren Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 instruction PUTFTOC not allowed during FTOCOF %1 = Channel number A tool fine compensation has been written for channel %1 with PUTFTOC. The tool fine compensation is not active in this channel. FTOCON must be active in the target channel of the PUTFTOC command. Alarm display. Interpreter stop. Interface signals are set. NC Start disable. NC Stop when alarm. Correct the program in the machining channel: Select FTOCON so that the channel is ready to receive the PUTFTOC command. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %2 transformation does not alow to traverse the pole. %1 = Channel number %2 = Block number, label The given curve passes through the pole or a forbidden area of transformation. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Modify part program (if alarm has occurred in AUTO mode). To escape from the alarm position, transformation must be deselected (it is not enough to try a RESET if the transformer remains active when RESET is applied). Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 as from block %2 transformation active: overlaid motion too great %1 = Channel number %2 = Block number, label The share of overlaid motion on the transformation-related axes is so high that the path movement planned by the preparation no longer sufficiently corresponds to the actual ratio for the interpolation. Strategy of singularities, monitoring of working range limitation and dynamic Look Ahead are possibly no longer correct. Alarm display With overlaid motion it is necessary to keep a sufficiently large path safety distance with regard to poles and working range limitations. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 transformation active: motion not possible %1 = Channel number %2 = Block number, label The machine kinematics does not allow the specified motion. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable If the working area limitation is violated (see machine position), the part program’s working area must be changed such that the possible operating range be adhered to (e.g. modified part settings). If the alarm is output in a pole position, care must be taken that in JOG it is only possible to traverse a pole or retract from it at the same angle at which it was entered. Note: RESET alone is not sufficient if Trafo also remains active after RESET. Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 axis %2 overlaid motion not allowed %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number An overlaid motion was requested for the axis, however, this is not allowed due to the machine data FRAME_OR_CORRPOS_NOTALLOWED. Alarm display. Interface signals are set. NC Start disable. NC Stop when alarm. Deselect the overlaid motion or change machine data FRAME_OR_CORRPOS_NOTALLOWED Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %3 axis %2 touch probe already deflected, edge %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number %3 = Block number The probe programmed under the keyword MEAS or MEAW is already deflected and has switched. For a further measuring operation, the probe signal must first be canceled (quiescent state of the probe). The axis display is of no significance at the present time but an axis-specific evaluation has been planned for later stages of development. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Verify the start position of the measuring operation or check the probe signals. Are the cables and connectors in good order? Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %3 axis %2 measurement not possible %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number %3 = Block number Isn’t measurement possible? Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Clear alarm with RESET key. Restart part program.

I 54

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 21702 Explanation:

Reaction: Remedy:

21703 Explanation:

Reaction: Remedy:

22000 Explanation:

Reaction: Remedy:

22010 Explanation:

Reaction: Remedy: 22270 Explanation:

Reaction: Remedy: Remedy:

Channel %1 block %3 axis %2 measurement aborted %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number %3 = Block number The measurement block has ended (the programmed end position of the axis has been reached) but the activated touch probe has not yet responded. Alarm display. Verify the traversing movement in the measurements block. • Is it necessary in all cases for the activated probe to have switched up to the specified axis position? • Are the probe, cable, cable distributor, terminal connections in good order? Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %3 axis %2 touch probe not deflected, edge polarity not possible %1 = Channel number %2 = Axis name, spindle number %3 = Block number The selected probe is not (!) deflected and therefore cannot record any measured value from the deflected to the non-deflected state. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. - Check probe - Check start positioning for measuring - Check program Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %3 spindle %2 change of gear stage not possible %1 = Channel number %2 = Spindelnummer %3 = Block number, label Automatic gear stage selection has been programmed with M40. The new M word is not in the present gear stage, but the spindle is not in „Open-loop control mode“. For automatic gear stage change (M40 in conjunction with spindle speed in address S) the spindle must be in ”Openloop control mode”. Alarm display. Interface signals are set. NC Stop when alarm. NC Start disable. Before the S word which requires a gear stage change, change into the open-loop control mode of the spindle: Change to the open-loop control mode is carried out with: • M03, M04, M05 or M41 ... M45 from axis mode and positioning mode • Interface signal ”Gear is changed” (DB 31 - 48, DBX 16.3) from oscillation mode Clear alarm with RESET key. Restart part program. Channel %1 block %3 spindle %2 actual gear stage differs from requested gear stage. %1 = Channel number %2 = Spindelnummer %3 = Block number, label The requested gear stage change has been concluded. The actual gear stage reported by the PLC as being engaged is not the same as the required gear stage called for by the NC. Note: Wherever possible, the requested gear stage should always be engaged.. Alarm display. PLC-Programm korrigieren. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary. Channel %1 block %2 spindle %3 spindle speed too high for thread cutting %1 = Channel number %2 = Block number, label %3 = Axis name, spindle number The spindle speed for thread cutting G33 is so high that the maximum axis velocity is exceeded because of the programmed thread lead. Alarm display. Program a lower spindle speed or a speed limitation with G26 S or reduce the spindle speed in front of the thread block by means of the setting data 43 220 SPIND_MAX_VELO_G26 or reduce the spindle override. Clear alarm with Cancel key. No further operator action necessary.

I 55

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

Cycle Alarms 60000 - 63000

These alarms will be triggered by the machining cycles of the control. These are the same alarms as they would appear on the original SIEMENS control.

61000 Cycle: Remedy:

No tool offset active LONGHOLE, SLOT1, SLOT2, POCKET1, POCKET2, CYCLE90, CYCLE93, CYCLE94, CYCLE95, CYCLE96. D offset must be programmed before the cycle is called.

61001 Cycle: Remedy:

Thread pitch wrong CYCLE84, CYCLE840, CYCLE96, CYCLE97. Check parameters for thread size and check pitch information (contradict each other).

61002 Cycle: Remedy:

Machining type incorrectly defined SLOT1, SLOT2, POCKET1, POCKET2, CYCLE93, CYCLE95, CYCLE97, CYCLE98. The value assigned to parameter VARI for the machining type is incorrect and must be altered.

61101 Cycle: Remedy:

Reference plane incorrectly defined CYCLE 81-90, CYCLE840, SLOT1, SLOT2, POCKET1, POCKET2, LONGHOLE. Either different values must be entered for the reference plane and the retraction plane if they are relative values or an absolute value must be entered for the depth.

61102 Cycle: Remedy:

No spindle direction programmed CYCLE 86, CYCLE87, CYCLE88, CYCLE840 Parameter SDIR (or SDR in CYCLE840) must be programmed.

61103 Cycle: Remedy:

Number of holes equals zero HOLES1, HOLES2 No value has been programmed for the number of holes.

61104 Cycle: Ursache:

Contour violation of the slots/elongated holes SLOT1, SLOT2, LONGHOLE Incorrect parameterization of the milling pattern in the parameters that define the position of the slots/elongated holes in the cycle and their shape.

61105 Cycle: Remedy:

Cutter radius too large SLOT1, SLOT2, POCKET1, POCKET2, LONGHOLE, CYCLE90 The diameter of the milling cutter being used is too large for the figure that is to be machined; either a tool with a smaller radius must be used or the contour must be changed.

61106 Cycle Ursache:

Number of or distance between circular elements HOLES2, LONGHOLE, SLOT1, SLOT2 Incorrect parameterization of NUM or INDA, the circular elements cannot be arranged in a full circle.

61107 Cycle Ursache:

First drilling depth incorrectly defined CYCLE83 First drilling depth is incompatible with final drilling depth.

61601 Cycle: Ursache:

Finished part diameter too small CYCLE94, CYCLE96 A finished part diameter of <3 mm has been programmed

61602 Cycle: Ursache:

Tool width incorrectly defined CYCLE93 Grooving tool is larger than the programmed groove width.

61603 Cycle Ursache:

Groove form incorrectly defined CYCLE93 • Radii/chamfers at the base of the groove are not compatible with the groove width • Face recess on a contour element that runs parallel to the longitudinal axis is not possible.

61604 Cycle: Remedy:

Active tool violates programmed contour CYCLE95 Contour violation in relief cut elements as a result of the clearance angle of the tool being used, i.e. used a different tool or check the contour subroutine.

I 56

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D 61605 Cycle: Ursache:

Contour incorrectly programmed CYCLE95 Illegal relief cut element detected.

61606 Cycle: Ursache:

Error on contour preparation CYCLE95 An error was detected during contour preparation, this alarm is always output with NCK alarm 10930 ... 10934, 15800 or 15810.

61607 Cycle: Ursache:

Starting point incorrectly programmed CYCLE95 The starting point reached before the cycle was called does not lie outside the rectangle described by the contour subroutine.

61608 Cycle: Remedy:

Wrong tool point direction programmed CYCLE94, CYCLE96 A tool point direction between 1 ... 4 that matches the undercut form must be programmed.

61109 Cycle: Remedy:

Form incorrectly programmed CYCLE94, CYCLE96 Check parameters for the undercut form

61110 Cycle Remedy:

No drilling cycle active HOLES1, HOLES2 No drilling cycle was called modally before the drilling pattern cycle was called.

I 57

CONTROL ALARMS

WINNC SINUMERIK 810 D / 840 D

I 58

$8; $8; - PDF Free Download (2024)
Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Van Hayes

Last Updated:

Views: 6237

Rating: 4.6 / 5 (66 voted)

Reviews: 89% of readers found this page helpful

Author information

Name: Van Hayes

Birthday: 1994-06-07

Address: 2004 Kling Rapid, New Destiny, MT 64658-2367

Phone: +512425013758

Job: National Farming Director

Hobby: Reading, Polo, Genealogy, amateur radio, Scouting, Stand-up comedy, Cryptography

Introduction: My name is Van Hayes, I am a thankful, friendly, smiling, calm, powerful, fine, enthusiastic person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.